30-04-2003

Bij de croissanterie:

In de Leidsestraat stapte ik een willekeurige croissanterie binnen. Ik zette mijn zonnebril af en peinzend keek ik naar de broodjes die achter het glas lagen uitgestald. Het meisje achter de toonbank hield me in de gaten en wachtte het juiste moment af om iets te zeggen. "Can I help you?" vroeg ze uiteindelijk. Waarschijnlijk zag ik er uit als een toerist. Ik had tenslotte een zonnebril en wist niet meteen wat ik wilde bestellen. Maar dat was nog geen reden om mij in het Engels aan te spreken. Een Amsterdammer mag ook twijfelen in een broodjeszaak. Zonder haar aan te kijken zei ik lichtelijk geïrriteerd: "Je mag wel Nederlands praten hoor." Meteen schoot ze in de verdediging. "Er komen hier dagelijks ook zoveel toeristen dat ik niets anders doe dan de hele dag Engels praten." Ik had schijnbaar haar gevoelige snaar te pakken want ze klonk nog geïrriteerder dan ik en ze nam niet eens de moeite om zich te verontschuldigen. Ik knikte en bestelde een broodje gezond voor mijn collega en een broodje brie voor mezelf. "Six euro and fifty cents please," floepte ze eruit. Ze had het meteen in de gaten en zuchtte. "Sorry hoor, nou doe ik het alweer," zei ze met gebogen hoofd, alsof ze een zware misdaad had begaan. Ze had dus toch van mijn opmerking geleerd. Nu was het mijn beurt om iets toe te geven. "Het gaat helemaal automatisch hè, vanwege al die toeristen die hier iets bestellen." Ze knikte. Ik voelde nog steeds een spanning tussen ons. Maar ze wenste me toch een prettige dag. Met moeite wenste ik haar hetzelfde. Ik begreep haar best. De hele dag toeristen in de winkel en dan komt er één Amsterdammer langs die in het Nederlands aangesproken wil worden. Maar elk jaar word ik de hele zomer lang in het Engels aangesproken in bepaalde winkels in de Leidsestraat. Alsof de toeristen onze stad hebben overgenomen en Nederlands alleen in de winter gesproken mag worden. Daar wil ik een stokje voor steken. Want er lopen genoeg Amsterdammers rond die gewoon Nederlands praten en niet in elke winkel als toerist behandeld willen worden.


29-04-2003

Respect:

Al sinds vorige week zie ik overal in de stad bekladde en afgeplakte trottoirs.
'Bezet'.
'Bookshop'.
'Martijn'.
'Van mij'.
Wij Nederlanders tonen op Koninginnedag veel respect voor elkaar. Want niemand die het in zijn hoofd haalt om op een plek te gaan staan waar 'bezet' op staat. Ik verbaas me er elk jaar weer over. Onze normen en waarden zijn dus toch niet zo diep gezonken als we allemaal dachten.


28-04-2003

In de supermarkt:

Ik stond in de supermarkt voor het schap met vlees te dubben welk stukje vlees de beste smaak en prijs had. Terwijl ik langzaam voor het schap heen en weer schuifelde, passeerde ik een jongen die in tegengestelde richting heen en weer schuifelde. Vanuit mijn ooghoek zag ik zijn grote bos krullen.
Ik herkende hem.
Vijf jaar geleden hadden we samen bij een bedrijf gewerkt, op verschillende afdelingen. Regelmatig zaten we met elkaar en andere collega's in de kroeg. We hadden best wel lol met elkaar, maar eigenlijk heb ik nooit echt met hem gesproken. Ik twijfelde. Zou ik hem aanspreken of niet?
Ik hield hem in de gaten. Hij pakte één rundertartaar uit het vleesschap, waaruit ik concludeerde dat hij nog steeds vrijgezel was. Of misschien at hij vanavond gewoon alleen, dat kon natuurlijk ook. Ik pakte een zigeunerschnitzel en liep door naar de bananen. En deed alsof ik hem niet had gezien.
Als je iemand na vijf jaar tegenkomt zeg je niet zomaar even 'hoi' om dan meteen door te lopen. Laatst kwam ik twee mensen tegen die ik ook lange tijd niet meer had gezien. We herkenden elkaar en zeiden vriendelijk hallo. En daarna liepen we door. Dat was prima, want we hadden te weinig binding om een gesprek met elkaar te beginnen. Maar bij deze jongen kon ik geen hoi zeggen en daarna doorlopen. Daar zou ik mee moeten praten. Vertellen hoe het met me gaat, wat ik nu doe, waar ik woon, misschien nog wat herinneringen ophalen. Vragen wat hij doet, waar hij werkt, waar hij woont.
Ik had er geen zin in.
Ik deed mijn boodschappen, rekende af en liep terug naar huis. En toch had ik een wee gevoel in mijn maag, want ik was best wel nieuwsgierig naar zijn verhaal. Misschien een volgende keer.


27-04-2003

Linke soep:

In de supermarkt stond ik met een pizza in mijn hand. Ik had geen zin om te koken en iets makkelijks als een pizza ging er altijd in.
Maar toen ik door de supermarkt wandelde zag ik verse, nog warme stokbrood staan. Ik legde de pizza terug en nam een stokbrood mee. Samen met een soepje en paturain zou ik een heerlijke maaltijd maken. Meteen nadat ik de soep had opgediend kreeg ik spijt dat ik de pizza had teruggelegd. Want terwijl ik met mijn soepkop van de keuken naar de kamer liep, stootte ik tegen een plank aan.
De hete soep goot zichzelf over mijn hand. Het was furieus heet.
Tot mijn eigen verbazing hield ik de soepkop vast en zette deze rustig op het aanrecht. Toen sprong ik op en neer van de pijn. Hand onder de kraan. Maar toen ik mijn hand er na een paar minuten onder vandaan haalde, gloeide deze helemaal. En ik had honger. Ik wilde de overgebleven soep samen met het stokbrood naar binnen werken. Dus pakte ik een teiltje en vulde deze met koud water. Met één hand in het water zat ik aan tafel. Met de andere hand lepelde ik mijn soep naar binnen. Af en toe haalde ik mijn hand uit het teiltje om de paturain op een stukje stokbrood te smeren. Maar na één keer smeren gloeide mijn hand alweer. Terug in het water dan maar.
Na een half uur had ik mijn eten op, na een uur haalde ik mijn hand uit het water. Mijn hand gloeide niet meer en was nog maar een beetje rood. Na een kwartiertje begonnen een paar plekken weer te gloeien. Volgende keer neem ik maar gewoon pizza. Niets aan het handje.


26-04-2003

Bij de kapper:

Ik heb een hekel aan de kapper. Ik weet niet eens precies waarom, maar ik stel het altijd zo lang mogelijk uit.
Gister besloot ik om me weer eens aan een kappersbezoek te wagen. Meestal ga ik naar de kappersacademie. Dat is goedkoop en ze zijn er vriendelijk. Maar het duurt best lang voordat ik uit de kappersstoel ben en ik heb altijd het gevoel dat ik moet vragen in welk jaar ze zitten. Om dan te horen te krijgen dat ze nog maar een paar maanden bezig zijn, zodat het knippen nog langer duurt en ik mijn hart vasthoudt als ik naar het resultaat kijk. Daarom besloot ik om naar een andere kapper te gaan.
De kapper waar ik belandde werkte zonder afspraak en vertoonde veel overeenkomsten met een goedkope, schreeuwerige supermarkt. Slechte bediening, snelle afhandeling, een falend schoonmaakbeleid en slechte muziek. Maar ik besloot door te zetten. Ik moest dit ook maar eens ondervinden.
Al na 10 minuten wachten riep een echte Amsterdamse meid dat de volgende geknipt kon worden. Ik nam plaats op de stoel die ze niet eens voor me aanschoof. Ze vroeg ook niet of ik lekker zat. Ik werd ingepakt in een rood zeil dat verkeerd om zat (sluiting aan de voorkant), zodat de haren toch nog op mijn kleding belandden. Ze vroeg wat ik wilde met mijn haar en met mijn ervaring bij de kappersacademie kon ik haar haarfijn uitleggen hoe ik het geknipt wilde hebben.
Met een ongeïnteresseerde houding pakte ze de spulletjes en begon mijn haar te borstelen. Ah fijn, dacht ik nog, want mijn haar zat vol met knopen. Een kam was er niet doorheen gekomen. Maar met zachte hand borstelen, daar had zij nog nooit van gehoord. En niet alleen mijn haar maar ook mijn voorhoofd werd meegeborsteld. Dat was wel even slikken.
Toen kwam de kam. De kam gleedt snel en vakkundig door mijn haar, maar ook over mijn oren. Oef, dat was echt niet prettig. Ondertussen zong ze mee met Jamai. 'Step right up, walk right in,' galmde het in mijn oor. Terwijl ze verder ging en mijn haar in partjes verdeelde, vroeg ze met een onvervalst Amsterdams accent aan een collega: "Héé Evelien, heb je gister Patty Brard gezien?" "Nee," zei Evelien. Ze ging hardhandig verder met mijn haar en besloot er niets over te vertellen, maar aan de glimlach op haar gezicht kon ik zien dat ze had genoten van de uitzending.
De eigenaar van de zaak kwam binnen en mijn kapster had alleen nog maar oog voor hem. Mijn hoofdhuid had ze er inmiddels afgekamd. Ze zei verder niets tegen me. Ze vertelde me niet zoals elke kapper doet, dat ik grijze haren heb en dat mijn haar gauw pluist en vol met knopen zit. Ondanks dat mijn hoofd gloeide van de pijn vond ik dat prettig. Ik zat daar en hoefde helemaal niets.
Gelukkig was ze binnen een kwartier klaar. Ik betaalde en bedankte haar, maar ze was alweer aan het flirten met een collega.
Ik had geen idee hoe ze me had geknipt, mijn haar moest nog opdrogen. Ik wist in ieder geval zeker dat ik me daar niet meer zou laten knippen, wat een klantonvriendelijke zaak! Ik ging naar de supermarkt om boodschappen te doen en liep daarna terug naar huis. Bij een kledingwinkel die ik onderweg tegenkwam ging ik nog snel even naar binnen om wat dingen te passen. Toen ik me in een broek had gehesen en mezelf in de spiegel bekeek, zag ik mijn haar. Hé, dit was precies mijn bedoeling! Het was een stukkie korter dan de coupe die andere kappers me aanmeten en dat wilde ik graag. De meeste kappers durven dat niet aan en laten mijn haar altijd iets langer dan ik wil. Die Amsterdamse troela had me dan wel flink gepijnigd, maar het resultaat was ernaar! Trots liep ik verder. Misschien moest ik me de volgende keer toch maar weer aan haar gaan wagen.


25-04-2003

WC:

Ik zit regelmatig samen met de onderbuurman of vrouw op de wc. En dat is raar.
Onze wc's zijn boven elkaar gebouwd, zoals in vele huizen het geval is. Technisch gezien is dat heel handig, maar het voelt als een inbreuk op mijn privacy als de onderbuurman de wc binnenkomt als ik net zit. Ik hou me angstvallig stil totdat de buurman klaar is en doorspoelt. Dan ga ik weer rustig verder bij waar ik was gebleven.
Soms zit de buurman er al als ik naar de wc moet. Vaak hoor ik dat niet, zodat ik dan toch echt op zijn hoofd mijn behoefte doe.
Laatst kwam ik mijn onderbuurvrouw op straat tegen. We babbelden wat en kwamen bij het onderwerp wc. "We zitten toch wel erg vaak gelijktijdig op de wc," zei ik. "Ja, vooral 's ochtends, dan zit ik vaak met jou," antwoordde ze met pretoogjes. Ik was blijkbaar niet de enige die dit ritueel was opgevallen. Dat bleek wel toen ik een keer op bezoek was bij een kennis die in een flat woonde. Het viel hem ook al op hoe vaak hij samen met de buurman of buurvrouw in dat kleine hokje zat. Zou het ermee te maken hebben dat we ons aanpassen aan de ander? Dat we daarom zo vaak gelijktijdig naar de wc gaan? Je ziet het bij vrouwen die bij elkaar in huis wonen, die gaan gelijktijdig menstrueren. Maar nee, waarschijnlijk zitten we gewoon met zijn allen te dicht op elkaar en moeten ze bij nieuwbouwprojecten de wc's een eind uit elkaar plaatsen. Want ik zal niet de enige zijn die liever alleen in dat kleine hokje zit.


24-04-2003

Whippy:

Ik vind ijsjes van Cornetto lekker. Bij de snackbar om de hoek kocht ik af en toe een Cornetto Royal, maar dat ijsje is helaas ter ziele gegaan. Hiervoor in de plaats is een nieuw ijsje gekomen met de naam Whippy. Er steekt een stukje chocola aan de bovenkant uit, maar verder smaakt 'ie hetzelfde als een Cornetto Classic. Gisteravond stond ik bij de snackbar omdat ik zin had in een Whippy.
Ik voelde 'm al aankomen toen ik het ijsje bestelde (zeg voor uzelf eens hardop 'ik wil een Whippy' en kijk hoe dat voelt).
Ik probeerde er omheen te draaien en brabbelde onverstaanbaar: "Mag ik ..n .hi..y?"
"Uh, een Magnum Almond?" vroeg de man van de snackbar die niet zo goed Nederlands kon praten en verstaan, waardoor ik nog duidelijker moest praten dan ik wilde.
Ik probeerde nog het plaatje aan te wijzen, maar er was weinig te zien omdat een openstaande deur het zicht belemmerde.
Ik verzamelde al mijn moed en zei verlegen maar duidelijk: "Ik wil graag een Whippy."
De man knikte en pakte het ijsje. Het schaamrood stond me op de kaken. Konden ze nu echt geen andere naam verzinnen?


23-04-2003

Voetbal:

Een golf van gejuich dringt mijn huis binnen. Daarentegen is het bij de onderbuurman rustig. Zo is voetbal kijken toch best leuk.
Jammer van die laatste drie minuten.

BigMac:

Toen ik de McDonalds binnenstapte was ik als eerste aan de beurt. Ik ging bij een kassa staan en wachtte tot de jongen die me zou gaan bedienen klaar was met het afhandelen van de vorige bestelling. Toen hij klaar was en me vriendelijk aankeek wilde ik mijn mond openen om de bestelling te plaatsen.
"One BigMac please!"
Hé, dat wilde ik niet bestellen en dat klonk zeker niet als mijn stem. De lange meneer achter mij stond nu opeens naast me en trok zijn portemonnee. Verontwaardigd keek ik hem aan. Ik was dan misschien niet zo groot, maar je kon mij toch moeilijk over het hoofd zien. De jongen achter de kassa was het met me eens en maakte de meneer duidelijk dat hij nog niet aan de beurt was. Een stortvloed van excuses volgde. Ik negeerde hem en praatte er dwars doorheen door mijn bestelling te plaatsen. De lange man begreep het en ging weer achter me staan. Mijn bestelling werd in een papieren zak op de toonbank gezet en ik pakte mijn portemonnee om te betalen. De lange meneer was inmiddels weer naast me komen staan en zei nogmaals dat hij een BigMac wilde. De jongen achter de kassa knikte naar hem, maar nam de tijd om mijn geld aan te nemen en wisselgeld terug te geven. Daarna wachtte hij netjes tot ik mijn geld had opgeborgen en zei toen met een knipoog vriendelijk tot ziens. De lange meneer werd eindelijk geholpen. Hij had vast heel erg honger.


22-04-2003

Nina Simone:

Van andere weblogs kan je nog veel leren. Zo las ik op de site van Merel dat Nina Simone gister is overleden! Net nu ik sinds twee weken haar grootste hit met mijn combo zing: 'My baby just cares for me'.
Een meisje uit Duitsland vertelde me een keer dat Nina Simone een aantal jaren geleden optrad in Duitsland, bij een jazzfestival. Het leek erop dat ze niet zou komen opdagen, dat gebeurde wel eens vaker. Maar op het allerlaatste ogenblik kwam ze toch. Ze was hartstikke dronken en zwalkte het podium op. Het was niet om aan te zien, zo'n dronken dikke vrouw op het podium, maar zingen lukte haar nog wel. Ik had haar graag nog eens willen zien optreden, maar daar is het nu te laat voor. Weer een legende van de aardbodem verdwenen.

Schoonmaak:

De afgelopen tijd heb ik toch iets te vaak met mijn hoofd in de computer en de muziek geleefd. Mijn woning is daardoor getransformeerd tot een zootje. Papieren her en der, papieren kwijt, spullen die al tijden zitten te wachten om naar zolder verscheept te worden, kattenharen die zich beginnen op te stapelen. Dit riekt naar een grondige aanpak. Noemen ze dit nu in de volksmond 'voorjaarsschoonmaak'? Dan ga ik daar namelijk nu mee beginnen.


21-04-2003

Shelley:

Een avondje met Shelley Hirsch is een aparte ervaring. Samen met de pianist Anthony Coleman tradt zij afgelopen zaterdag op in het Bimhuis. Shelley is een zangeres wiens vocale performance wiebelt tussen het theatrale en de vrije improvisatie. Er was meer publiek aanwezig dan ik had verwacht. Ik kende Shelley niet, maar ik ben altijd nieuwsgierig naar zangeressen die in het Bimhuis optreden. Wat Shelley deed kon ik niet echt zingen noemen. Ze improviseerde met haar stem. Naast het zingen van een jazzy nummer op een klassieke manier, ging ze fluiten, fluisteren, rare geluiden voortbrengen en haar eigen stem sampelen, wat ik een week geleden nog bij Klaas had gehoord. Meestal haak ik vrij snel af bij dit soort zangeressen, maar deze keer ben ik de hele avond wezen luisteren. Het was misschien freaky wat ze deed, maar ook interessant. En ze had ontzettend veel lol met de pianist op het podium en dat werkt aanstekelijk.
In de pauze dronk ik een bakje thee aan de bar. Eerst stonden er twee gezette, grote vrouwen naast me. De één had een mannenstem en bestelde als een echte gay wat te drinken. De minder gezette vrouw zei: "Nou, zo theatraal vind ik het niet. Dat kan jij veel beter." "Ja, ja, dat denk ik ook. Misschien moet ik daar weer iets mee gaan doen. En dan moet jij mij regisseren," antwoordde de grote vrouw uit de hoogte. "Jaaaah, laten we dat doen. Het lijkt me zóó leuk om met jou samen te werken!" riep de minder gezette vrouw enthousiast. Toen verdwenen ze met hun drankjes naar de zaal om daar samen plannen te smeden voor een theatrale voorstelling.
Even later kwam de pianist Anthony naast me zitten. Hij babbelde er lustig op los met iedereen die aan de bar zat en af en toe keek hij mij aan. Ik luisterde en zei verder niets. Hij vond de muziek die gedraaid werd in de pauze erg goed en vroeg aan de barman welke cd ze hadden opstaan. De barman wist het niet en haalde de cd-hoes erbij. Meteen passeerden er allerlei namen de revue van pianisten die het zouden kunnen zijn. Het bleek Danilo Pérez te zijn. Ik had ook met interesse naar de cd geluisterd omdat er vrij veel zangeressen op meezongen. Toen Anthony het cd-hoesje neerlegde, pakte ik het en bekeek de namen op de cd. Anthony zag het en zei tegen me: "It's really good hey." "Yeah, it is," antwoordde ik. Shelley kwam er ook bij staan en ik luisterde naar hun verhalen.
Ze vertelden eigenlijk alleen maar wanneer ze weer naar huis gingen, waar ze de afgelopen tijd hadden opgetreden en dat ze vanwege ziekte concerten hadden moeten afzeggen. Anthony liep nog met een oordopje in omdat hij last van zijn oor. Al waren ze dan niet zo beroemd, het gaf een speciaal gevoel dat ik met ze aan de bar zat en alles kon horen wat ze zeiden.
Nadat Shelley naar de wc was geweest wilde ze beginnen aan de tweede set, want ze voelde dat het minder goed ging met haar stem. Na die set ging ik meteen naar huis en bedacht me dat het Bimhuis op die manier erg knus en charmant was. Want waar zit je tegenwoordig nog met de artiesten aan de bar te babbelen?


20-04-2003

Zwembril:

Voor de mensen die zere ogen krijgen van uien schillen: zet een zwembril op! Je wordt misschien uitgelachen, maar het helpt wel.

Kachel:

'April doet wat hij wil' luidt het gezegde. En dat is te merken. Na een heerlijk zomers temperatuurtje was het gister weer koud. De winterjas kon weer aan en de kachel brandde volop. Scooszi, mijn kat, loopt vaak gevaarlijk dicht langs de hete kachel. Hij probeert zijn natte neusje zo dicht mogelijk bij de kachel te houden, maar komt er keer op keer achter dat een brandende kachel wel erg warm is. Na die zomerse dagen was hij niet gewend aan een brandende kachel en bleef er iets te lang tegenaan staan. De gevolgen waren duidelijk te ruiken en te zien: zijn staart was verschroeid.
Scooszi rook even aan zijn staart en vroeg zich af waar die plotselinge schroeilucht toch vandaan kwam. Maar een paar haartjes minder leek hem niet te deren. De sporen van zijn staart zag ik duidelijk op de kachel staan. Misschien was het een nieuwe manier om zijn wintervacht van zich af te schudden. Het werkte in ieder geval wel.


19-04-2003

Kruidenthee:

Ik heb welgeteld 24 verschillende soorten kruidenthee in huis. Zo'n vier jaar geleden stapte ik van zwarte thee over naar kruidenthee. Ik had op de lagere school wel eens bij een vriendinnetje thuis kruidenthee gedronken, maar dat was vreselijk vies. Het was appelthee en er dreven allerlei stukjes in. Ik probeerde de thee zo te drinken dat de stukjes in het theekopje bleven drijven. Maar dat viel niet mee. Het liefst wilde ik na elke slok mijn mond spoelen. "Vind je de thee lekker?" vroeg de moeder van het vriendinnetje. "Ja hoor," antwoordde ik met een gezicht dat waarschijnlijk boekdelen sprak. Gelukkig moesten we er weer snel vandoor zodat ik de helft van de appelthee kon laten staan. Voor mijn geen kruidenthee meer zweerde ik toen.
Dat veranderde toen ik ruim vier jaar geleden een nieuwe baan kreeg. In de koffieruimte stonden twee theepotten. Eén met zwarte thee en één met sterrenmix. De meeste collega's dronken uit de sterrrenmixpot en vonden het lekker. Ik zette mijn drijvende stukjes angst van me af en probeerde het. Gelukkig was de kruidenthee verpakt in een builtje, zodat er van stukjes geen sprake was. En de smaak was best lekker. Vanaf dat moment dronk ik elke dag sterrenmix. Ik kocht mijn eerste kruidenthee voor thuisgebruik. Het werd venkel. Venkel is tegen darmkrampen en heerlijk om 's ochtends mee wakker te worden. Het werd een ritueel. 's Ochtends venkelthee, op mijn werk sterrenmix. Op een gegeven moment nam een collega haar eigen kruidenthee mee. Ze had het helemaal gehad met sterrenmix en vond het naar zweetsokken stinken. Het volgende bakje sterrenmix dat ik nam stonk inderdaad naar zweetsokken. Toen ontdekte ik groene thee van Pickwick met een vleugje citroen. Ik nam de theezakjes mee naar mijn werk en dronk alleen nog maar groene thee van Pickwick. Maar tijdens een cursus 'slapen en dromen', vertelde de lerares dat het niet goed was om één soort kruidenthee wekenlang achter elkaar te drinken. Elke kruidenthee heeft een werking, en een te lang gebruik zou kankerverwekkend kunnen zijn. Oei!
Ik stopte met het drinken van venkelthee en ging op zoek naar andere soorten. Het assortiment in de winkel was inmiddels zo uitgebreid dat ik thuiskwam met 24 verschillende soorten.
De groene thee van Pickwick met een vleugje citroen is samen met de kamillethee van Pickwick mijn favoriet. Een paar maanden geleden waren deze soorten in de aanbieding bij de supermarkt. Ik gooide zeven pakjes thee met een vleugje citroen en vier pakjes kamillethee in mijn mandje. Toen ik alle pakjes thee op de band zette bij de kassa, waren alle ogen van de mensen in de rij groot van verbazing. Ik hoorde ze denken: "Wie koopt er nou zoveel pakjes thee?" Ze staan nu opgestapeld in mijn kast, naast de andere soorten. Voorlopig hoef ik in ieder geval geen thee meer te kopen. En wie bij mijn een bakje thee komt drinken, mag alle soorten uitproberen.


18-04-2003

Dialect:

Vroeger waren er presentators en presentatrices op televisie die prachtig ABN spraken. Je kon nog zo goed zijn in presenteren, als er iets van een dialect was te horen werd je afgewezen. Dit veranderde tijdens mijn jeugd. Een dialect werd getolereerd. Ik herinner me de discussies nog die we hierover voerden. Wij spraken van een schande als we een presentatrice hoorden met een zachte g of een plat accent, dat kon gewoonweg niet. Nu zijn we er aan gewend en vinden we het zelfs 'schattig'. Maar soms wordt het gebruik van een dialect wel erg ver doorgevoerd. Zo kwam Ties in de film Volle Maan van het platteland en daar hoorde een plat dialect bij. Zijn uiterlijk en het vermelden van de afkomst was niet voldoende. Er moest en zou een dialect worden gesproken. Gister liet RTL-Boulevard beelden zien van de première van de film 'Van God Los', een nieuwe Nederlandse film met Angela Schijf en Liesbeth Kamerling. En ook in deze film stond het dialect centraal. Liesbeth Kamerling legde voor de camera uit welk dialect er werd gesproken: "We moesten nu Venlo's praten, of Twents, hoe noem je dat. In ieder geval Limburgs." Ook al is Liesbeth maanden met deze film bezig geweest, ze weet niet wat voor dialect ze nou eigenlijk al die tijd heeft gesproken. Wat zeggen we dan in Friesland? Muts! Een vertaling is neem ik aan overbodig.


17-04-2003

Amsterdam in zwart, wit en kleur:

Wie van Amsterdamse historie houdt, kan zijn hart ophalen bij de fototentoonstelling 'Zwart-Wit Kleur' in het Amsterdam Historisch Museum. Hier zijn meer dan 1000 docufoto's van verschillende fotografen tentoongesteld uit de periode van 1945 tot nu. De tentoonstelling is niet groot, maar wel mooi van opzet. Zo worden er in twee audiovisuele installaties fotoseries geprojecteerd, voorzien van commentaar. Ook zijn er een aantal computers met touchscreen waarmee met één druk op de knop een overzicht wordt gegeven van alle fotografen, thema's of jaartallen. En natuurlijk hangt er een selectie van de foto's aan de wand. De foto's zijn prachtig en heel inspirerend. Ik had meteen zin om zelf een zwart-wit fotorolletje aan te schaffen en door Amsterdam heen te fietsen om mooie plaatjes te schieten. Ik kan natuurlijk nooit tippen aan de prachtige licht- en schaduwwerking van de foto's in het Amsterdams Historisch Museum, maar het is al leuk om er mee bezig te zijn.
De foto's zijn erg herkenbaar. 'Oh ja, daar fiets ik altijd langs' of 'daar woon ik' galmde het regelmatig door de stille zaal. Sommige mensen analyseerden de foto's tot in detail en bleven daardoor bij elke foto vijf minuten hangen. Ik had de tentoonstelling binnen een uur bekeken. De tentoonstelling is nog te bezichtigen t/m 5 mei.


16-04-2003

Markt:

Annet Malherbe, actrice en vrouw van acteur en regisseur Alex van Warmerdam, woonde een tijd geleden op een markt in Amsterdam.
Het ging niet al te best met haar. Ze was depressief. Vanachter haar raam bekeek ze de mensen die over de markt liepen en werd daar nog depressiever van. Want al die mensen hadden een doel. Ze gingen straks naar huis, naar een warm en liefdevol nest. Omdat ze zelf depressief was dacht ze dat de rest van de wereld het stukken beter had dan haar.
Vanuit mijn raam kijk ik ook vaak naar de mensen die langs de kraampjes lopen. Ik word er niet depressief van, maar ik begrijp wel wat Annet bedoelde toen ze dit vertelde. Met zoveel mensen om je heen die het naar hun zin hebben kan je je best eenzaam voelen in je huisje.
Maar voor mij werkt het juist andersom. Ik vind het gezellig dat er zoveel mensen door mijn straat wandelen. Ik voel me er juist nooit alleen door en de sociale controle is altijd aanwezig, wat me een gevoel van veiligheid geeft. Ik moet wel toegeven dat ik de drukte niet altijd even prettig vind. Soms is er gewoon teveel publiek. Meestal is dit alleen op zaterdag het geval, maar nu het zulk mooi weer is loopt de markt op andere dagen al snel vol. Als ik nu naar buiten ga, zie ik alleen maar mensen, mensen en nog eens mensen. Als ik dan een paar snelle boodschappen moet doen, slalom ik tussen al die dagjesmensen door. En dat kan wel eens irritaties opleveren. Ook blijven de mensen 's avonds langer op de terrasjes hangen, en de schaterende dronken lach galmt hier dan veelvuldig door de straat. Op zulke momenten denk ik stiekem aan hoe het zou zijn om in een rustige straat te wonen met veel groen om me heen en geen terrasjes in de buurt. En natuurlijk in een huis met airco en tuin. Ik vraag me af of ik de markt dan zou missen. Ik denk het wel, maar hoe langer ik hier woon, hoe meer vraagtekens ik hierbij zet.


15-04-2003

Eikel!:

Al fluitend en genietend van het mooie weer fietste ik naar de andere kant van de stad. Vandaag had ik voor het eerst sinds maanden weer zangles. Ik had het gemist, en stond te trappelen om weer te beginnen. Door het mooie weer was het erg druk in de stad. Ik moest opletten of ik niet werd overreden door auto's die inparkeerden of afsloegen en geen oog hadden voor fietsers. Toen ik de Kinkerstraat wilde oversteken zag ik dat het stoplicht op groen stond. Ik was aardig wat meters verwijderd van de straat en gaf gas om het stoplicht nog te kunnen halen. Het stoplicht bleef op groen staan, en ik zou het nu makkelijk kunnen halen. Ik voerde mijn snelheid nog iets op en zag in mijn linkerooghoek een fietser van links naderen. Hij fietste snel en niets wees erop dat hij voor mij zou afremmen. Ik vertike het om voor hem af te remmen. We naderden elkaar met hoge snelheid. Een botsing leek onvermijdelijk. Toen hij merkte dat ik niets toegaf gooide hij op het allerlaatste nippertje zijn stuur om en trapte bovenop de rem. 'Haaalloooo!!!' riep ik geïrriteerd toen ik hem op een haar na miste. Ik vond dat ik hem nog iets mee moest geven. 'Eikel!' schreeuwde ik toen en fietste verder. Zo, dat had hij verdiend.
Honderd meter verderop keek ik achterom, bang als ik was dat hij me zou achtervolgen. Je wist maar nooit wat voor gespuis er op die fiets zat. De man bleef staan waar hij stond. Hopelijk had hij nu zijn lesje geleerd.


14-04-2003

Versiertruc:

De beste versiertruc die ik vandaag hoorde klonk als volgt: "Aha, een Nederlands hoogstandje."

Klaas:

Een aantal jaar geleden had ik de eer om samen met Klaas bij een bedrijf te werken. Voor ons was het een bijbaantje, omdat we allebei met andere dingen bezig waren. Ik met de muziek, hij met zijn cabarettalent.
Het was een druk mannetje, die daar duidelijk niet op zijn plaats zat. Klaas had net de Wim Sonneveldprijs gewonnen en wilde auditie doen bij de Comedytrain van Raoul Heertje in Toomler, een kweekvijver voor cabaret- en stand-up comedy talent.
Hij werd afgewezen.
Hij liet zich niet uit het veld slaan en schreef zijn eigen show. Vorig jaar zat ik in een uitverkocht Bellevue naar zijn eerste show 'Extreem' te kijken en gister in een uitverkochte Kleine Komedie naar 'Mix'. En het was goe-oed. Wellicht dat Raoul Heertje zich nog eens flink achter de oren krabt nu Klaas zo goed boert.
Klaas heeft een multi-muzikaal talent. Hij kan prachtig piano spelen en speelt de dwarsfluit op een manier zoals niemand dat doet. Maar de rode draad in zijn show is zijn 'human beat-box'. Hij kan meerdere geluiden tegelijk produceren met zijn lichaam zodat hij een levende beat is. Daarmee mocht hij een keer optreden bij Barend & Van Dorp. Naast het rappen op zijn eigen beat-box zet hij vele typetjes op een voortreffelijke manier neer. Mijn favoriet is de neger ('He man, gaan we gaan man'). Gister kwamen ook de stoere vent in de disco aan bod die wanhopig meiden probeerde te versieren en een huilende vrouw die net was gedumpt door haar vriendje. Hij zou zo in Kopspijkers kunnen. Ik heb ontzettend gelachen en kijk alweer uit naar zijn volgende programma. Klaas presenteert naast zijn optredens het Klokhuis en Kinderen voor Kinderen. Echt een aanrader!


13-04-2003

Buurtrondje:

Zondagmiddag 12 uur. Ik fiets met mijn boodschappentas naar de Albert Heijn op het Museumplein. Het is druk in de stad. De terrasjes zitten vol en op het Museumplein zijn alle bankjes bezet. Bij de Albert Heijn is het ook druk, maar bij de kassa gaat het aardig vlot. Een meisje met veel haar op d'r gezicht helpt me. Ze lijkt zich niet te schamen voor haar overvloed aan haar. Ik doe alsof ik niets zie, zoals de meeste klanten.
Als ik terugfiets naar huis zie ik de containers rondom het Amerikaanse consulaat staan. Nog steeds durft de gemeente deze beveiliging niet weg te halen. Bij de ingang van het consulaat staat een politieauto geparkeerd. Ik mag er in ieder geval met mijn fiets weer langs rijden. Even verderop in de straat wordt een cabriolet nagekeken. De motorkap staat open, evenals de deuren. Een jonge man en een oudere nette vrouw met veel make-up staan gearmd naast de auto met elkaar te praten.
Op het balkon achter hun zit een meneer de krant te lezen. Zomergevoel ten top.
Ik fiets verder en kom bij mijn eigen straat. Van maandag t/m zaterdag staat het hier van 's ochtends vroeg tot een uur of vijf vol met marktkramen. Pas als alle vuilniswagens de troep aan het eind van de dag hebben opgeruimd, mogen de auto's de straat inrijden. Daarom staat er in het begin van de straat een ijzeren paal, die automatisch naar beneden gaat als er een auto voor staat. Dit gaat echter heel langzaam en alleen in de uren dat er auto's naar binnen mogen. Het gebeurt wel eens dat twee auto's voor die paal staan te wachten. De een wil de straat uitrijden, de ander wil de straat juist inrijden. Hier onstaat een probleem. Er is niet genoeg ruimte voor twee auto's. Dus moet één bestuurder zijn ego aan de kant zetten en ruimte maken voor de ander.
Wanneer ik mijn straat wil binnenrijden, zie ik twee auto's tegenover elkaar staan. Degene die de straat wil uitrijden zit in een stoere auto met een open dak. Hij heeft een zonnebril op en draait harde r&b-muziek. De man tegenover hem heeft een grote donkerblauwe bak onder zijn kont en draagt een net pak. Twee grote ego's tegenover elkaar. Een vermakelijk tafereel. Ze geven geen centimeter aan elkaar toe. Stug blijven ze tegenover elkaar staan, wachtend tot de ander de eerste stap zet. Alle fietsers en voetgangers die langskomen blijven staan en wachten met een glimlach op hun gezicht op de afloop. De mensen op het terras bestellen nog een biertje en gaan er eens goed voor zitten. De man in de auto met het open dak zet het volume van zijn muziek hoger en blijft de andere bestuurder strak aankijken. De andere bestuurder lijkt geïmponeerd en verzet zijn auto iets. De man met de r&b-muziek kan er nu makkelijk langs als hij een stukje van de stoep meepakt. Maar hij vertikt het. Hij verroert geen vin en blijft de andere bestuurder aankijken.
Een voorbijganger schreeuwt de man aanwijzingen toe. Dat hij er nu makkelijk langs kan. Maar de bestuurder blijft met zijn auto staan waar hij staat. De voorbijganger geeft het op en houdt zijn mond. Een naar gevoel bekruipt me. Dit zou best eens kunnen uitdraaien op een fikse ruzie. Ik wacht op het moment dat ze beide uit de auto zullen komen om tegen elkaar te gaan schelden, of erger nog, te gaan meppen. Maar de bestuurder met de grote bak heeft geen zin om hier op te wachten. Hij rijdt achteruit. De man in de auto met het open dak neemt zijn tijd en rijdt rustig weg. Voordat hij de straat veilig kan oversteken, moet hij midden op de trambaan wachten.
Zijn auto staat nu geparkeerd naast de grote bak. Ze staan zij aan zij, gescheiden door twee autodeuren met raampjes.
De man met de r&b-muziek kijkt naar het verkeer en negeert de andere bestuurder. Die kijkt nog wel even naar hem, maar geeft het op. Hij zwaait en rijdt de straat in. De bestuurder van de stoere auto doet alsof hij niets ziet en rijdt weg. De man die de straat inrijdt schudt onbegrijpelijk met zijn hoofd en haalt zijn schouders op. Wat een machtsvertoning van die mannen.
Nu rijdt er eentje rond met een overwinningsgevoel en een andere met wraakgevoelens. 't Is maar te hopen dat ze elkaar niet weer tegenkomen.

Heleen:

Elke zaterdag koop ik Het Parool. Meestal leg ik de krant terzijde en sla meteen de PS, het magazine van Het Parool open om de column van Heleen van Royen te lezen. Heleen is de vrouw van SBS6-presentator Ton van Royen. Ton vond ik altijd maar een raar mannetje met veel te veel krullen. Hij irriteerde me mateloos als hij op tv was. Bij de items die hij presenteerde hield hij midden in beeld dikwijls zijn duim tegen zijn wijsvinger aangedrukt om zijn woorden kracht bij te zetten. Het werkte mij op mijn zenuwen. Nu hij achter een desk zit bij SBS6 is hij veel rustiger en heeft hij zijn hand niet meer nodig. De afgelopen tijd waren Ton en Heleen wat meer in de publiciteit en vertelden ze dat ze een open huwelijk hadden omdat ze elkaar niet wilden claimen. Een gedachte waar moed voor nodig is. Ik zou er niet tegen kunnen. Maar Heleen vertelt haar avonturen met andere mannen wel eens in haar column. Als ik dat lees, vraag ik me af of Ton wel op de hoogte is. Hij heeft gezegd dat hij niets van haar affaires wil weten. Maar door de column weet heel Nederland het. Spannend is het wel, zeker om te lezen.
In de column van een aantal maanden geleden vertelde Heleen dat ze op het boekenbal een populaire schrijver was tegengekomen. Hij had haar geld aangeboden in ruil voor seks. De dollartekens verschenen in Heleen's ogen en ze wisselden elkaars mobiele telefoonnummers uit. Het zou natuurlijk niet zo netjes zijn om de toekomstige minnaar naar haar vaste aansluiting te laten bellen en de stem van haar man of één van haar kinderen aan de andere kant van de lijn te horen. Een maand later kon ik in de column lezen dat ze een afspraak hadden gemaakt in een hotel. Heleen twijfelde of ze zou gaan. Ze ging toch, maar er werd alleen maar gepraat. De schrijver vertelde dat hij haar column ook had gelezen. En wat ze had geschreven stond hem totaal niet aan. Hij wilde niet dat zij nog over hem zou schrijven, en stelde haar een tweetal keuzes voor. Als ze nog een keer over hem zou schrijven was het avondje seks in ruil voor geld van de baan. Zou ze niets meer schrijven, dan wilde hij het nog overwegen. Maar boos was hij wel. Een hele tijd later kwam het vervolg. De schrijver wilde ondanks dat Heleen over hem had geschreven toch betalen voor een avondje seks. Er werd een lijstje gemaakt met prijzen en wat daar tegenover stond. Maar toen Heleen het lijstje eens goed bekeek, bedacht ze zich. De schrijver was helemaal niet aantrekkelijk. En 750,- euro voor een avondje all-in, was dat het allemaal wel waard? Ze haakte af, voor een goede reden. Want nu kon ze weer een column aan hem besteden. En wij Nederlanders maar afvragen wie die schrijver toch is.


12-04-2003

Onder de douche:

Voordat ik het zwembad indook ging ik nog even onder de douche staan. De oudere man met zijn vale lubberende zwembroek stond er ook. Maar waar was zijn vale lubberende zwembroek gebleven? Ik gniffelde. De beste man had een nieuwe zwembroek gekocht! Eentje met grijsblauwe streepjes, die niet lubberde en niet vaal was. De goden hadden mijn gebeden verhoord. Of zou de oudere man misschien mijn website lezen? Ik had in ieder geval weer een beter uitzicht.
Nadat ik had gezwommen en was gaan relaxen in het Turks stoombad, stond ik weer onder de douche, dit keer met vijf jongens van een jaar of 12. De badmeester kwam het douchegedeelte binnen met een bal in zijn hand en een boze blik op zijn gezicht. "Wie van jullie heeft deze bal weggeschopt?" vroeg hij dreigend. Ha, nou kon 'ie lang wachten, dacht ik. Er zou toch niemand zo stom om zichzelf aan te geven? Maar de jongen naast me stak zijn hand op. Dat ging snel!
Ik was verbaasd, maar vond het dapper dat hij zijn hand opstak. Want dan weet je dat je de wind van voren krijgt. De badmeester pakte het gezelschap meesterlijk aan. Hij werd niet woest, maar sprak de jongens ferm toe. De jongen probeerde uit te leggen waarom hij de bal had geschopt, maar dat waren niets meer dan lege smoezen. "Ik had toch al gezegd dat jullie na een uurtje zwemmen vervelend gaan doen," riep de badmeester. "Als jullie gedrag niet veranderd dan stuur ik jullie eruit en dan zorg ik er persoonlijk voor dat jullie hier niet meer naar binnen mogen." Dat laatste vond ik een beetje overdreven, maar misschien was het een dreigement om de jongens rustig te krijgen. Er was ook weinig te doen voor ze. In het recreatiegedeelte werden zwemlessen gegeven en in het diepe bad werden alleen maar baantjes getrokken. De badmeester schreeuwde nog even door en ik moest mijn best doen om me niet persoonlijk aangesproken te voelen. Ik stond als enige volwassene naast de jongens. Ik kon me niet aan het geschreeuw onttrekken zonder weg te lopen. Ik kon geen andere kant opkijken of mijn oren dichtknopen. En het deed me teveel aan vroeger denken, toen ik zelf op mijn kop kreeg. Ik wist precies hoe de jongens zich moesten voelen.
Toen de badmeester wegliep, zei één van de jongens kleinerend tegen de dader: "En nu niet meer de bal wegschoppen hè." Het kleine dadertje zei niets. Hij had alleen maar een rood hoofd. De jongens verlieten de douche. Een paar gingen naar het Turks stoombad. De overgebleven jongens ging naar de bar om snoep te kopen. Ik bleef nog even onder de douche staan om het gevoel van vroeger dat was komen opborrelen van me af te spoelen.


11-04-2003

Jamai en Dewi:

Bij de Chinees om de hoek was het doodstil toen ik binnenkwam. Nu is het er nooit druk als ik daar eten afhaal, maar dat er niemand zou zitten had ik ook niet verwacht. Of de Chinees is heel slecht, of niemand heeft geld om uit eten te gaan. Ik bestelde mihoen vegetarisch en een gebakken banaan. De kok sloot zich op in zijn keuken en maakte mijn eten binnen een mum van tijd klaar. Tijdens het wachten pakte ik de Telegraaf en bekeek de voorkant. Mijn oog viel op de foto van Jamai en Dewi, op het midden van de voorpagina. Hun prille relatie had niet standgehouden in deze hectische tijden. Echt iets voor de Telegraaf om daar voorpaginanieuws van te maken. Ze waren zeker even vergeten dat er een oorlog aan de gang is.
In RTL-Boulevard werd het bericht door Albert Verlinde bevestigd. Ook werden er beelden getoond van idols die rondhuppelden in Eurodisney. Jamai grapte wat af en meteen opperde Albert Verlinde dat hij maar komiek moest worden. Een jonge Gordon met bril zou het best goed kunnen doen in een eigen tv-show. Hopelijk wordt het niet al te vervelend om naar hem te kijken. Het zou namelijk erg jammer zijn als hij op zijn 17e al wordt uitgekotst door het Nederlandse publiek.

WO II:

Iedereen heeft wel een mening over de huidige oorlog. De meesten vinden het onterecht dat Amerika en Engeland Irak zijn binnenvallen. Mijn eigen mening schommelt heen en weer. Als ik zie hoe blij de Irakezen zijn als de Amerikanen hun stad binnenrijden, dan heeft de oorlog voor de bewoners toch iets positiefs opgeleverd. Maar als de bommen per ongeluk op een markt vallen, waar tientallen mensen hun boodschappen doen, dan verdwijnt het positieve beeld. Dat is oorlog op z'n slechtst.
Iets meer dan zestig jaar geleden woedde er in ons land een hevige oorlog. Hitler wilde zijn eigen rijk stichten en iedereen die niet in dit mooie plaatje paste, moest uit de weg worden geruimd. Dit betekende het einde voor vele joden, homo's, zigeuners en alle andere mensen die hem niet aanstonden. Hitler begon met de uitroeiing van deze bevolkingsgroepen. In het begin werd dit verdoezeld. Er waren geen cameraploegen die, zoals nu, 24 uur per dag live verslag uitbrachten van de oorlog. Een klein artikeltje in de krant was het enige wat de mensen in het buitenland informeerde. Daarom drong in het buitenland de hulproep van de joden niet door. Er werden informanten, veelal joden, benoemd die de gebeurtenissen bestudeerden en verslag uitbrachten bij de Engelse en Amerikaanse overheid. Dit was een linke business. Met gevaar voor eigen leven moesten de joden over land reizen met het risico dat ze elk moment opgepakt konden worden. In Amerika werd president Roosevelt over de situatie geïnformeerd, maar hij nam de berichten niet serieus en reageerde nauwelijks. Het verhaal gaat dat hij ook antisemitisch was. Geen goede basis voor een oorlog tegen de grootste antisemiet ter wereld die zijn dromen probeerde waar te maken.
Ook Engeland was niet onder de indruk. Niemand geloofde dat Hitler de joden wilde uitroeien. Een jaar ging voorbij zonder dat er werd ingegrepen. En zo kon Hitler ongestoord verder gaan met het vergassen van de joden en het bouwen van concentratiekampen. De informant die de Amerikaanse overheid informeerde, mocht na aandringen Roosevelt privé spreken. De situatie was erg verslechterd en hij informeerde Roosevelt over de penibele situatie van de joden in Europa. Als er niet werd ingegrepen door de Amerikanen dan zou er in heel Europa geen jood, homo of zigeuner meer overblijven. Toen kwamen eindelijk de troepen. Anderhalf jaar te laat.
Die troepen hebben er echter wél voor gezorgd dat wij nu geen Duits spreken en dat er nog joden, homo's en zigeuners rondlopen. Nu zijn wij zelfs het eerste land ter wereld waar het homo-huwelijk is aanvaard.
Saddam is een Hitler in het klein. En er lopen meer Hitlers rond. Mits de bevolking dit wil, mogen ze van mij allemaal afgezet worden. Het liefst zonder geweld natuurlijk. Maar als dit niet mogelijk is, dan met geweld. Maar laat de onschuldige burgers alsjeblieft buiten spel. Die hebben al genoeg leed gezien. Oh ja, en Bush mag met zijn boefjeshoofd ook afgezet worden. Opgeruimd staat netjes.


10-04-2003

Schoen:

Gister werd een belangrijk beeld van Saddam in Irak door de bevolking bekogeld met schoenen. Ik weet niet of het een goed idee is om je schoenen weg te gooien in oorlogstijd en waarschijnlijk hadden ze met stenen het beeld veer meer schade toe kunnen brengen. Maar het gooien met schoenen had een reden. Als je in Irak je schoen aan iemand toont, is dat een ferme belediging. Dat is goed om te weten voor als je op vakantie gaat naar Irak, maar dat zal voorlopig toch niet het geval zijn. Het beeld van Saddam is inmiddels naar beneden gehaald en overal wordt geplunderd en gefeest. Ik ben benieuwd of iedereen na dit festijn zijn schoenen weer heeft gevonden.


09-04-2003

Voetbal:

Rook. Kreten.
Geschreeuw. Gejuich.
Doelpunt!
Als er belangrijke voetbalwedstrijden op televisie zijn dan zit het huis van mijn onderbuurman vol met voetbalfans. Er wordt stevig gerookt en hard geschreeuwd en beide dingen bereiken mij makkelijk door de dunne muren. Toen ik gister moe thuiskwam en meteen in bed verdween, snoof ik alleen maar hun rooklucht op en luisterde naar hun kreten.
"Kom op!"
"Jajajajajajaja!!"
"Ooohhhh, neee!"
"Penalty, dat is een penalty!!"
Er is een tijd geweest dat ik ook naar voetbal keek met een zak chips. Dat kreten ook mijn mond verlieten. En ik een 'high-five' deed als er een doelpunt viel. Maar dat is verleden tijd. Voetbal interesseert me niet meer. Maar als er daarentegen tennis, schaatsen, turnen of darts op tv is, dan verander ik in een fanatieke fan en is het televisiescherm het enige wat nog bestaat. Dagen lang leef ik alleen maar voor de televisie en als ik weg moet terwijl de wedstrijd aan de gang is of nog moet beginnen dan baal ik stevig.
Dus liet ik die kerels beneden schreeuwen en roken. Ik probeerde me er niet aan te storen en hoopte maar dat ze na de wedstrijd geen stevige rockmuziek zouden opzetten zoals de vorige keer. Toen ik eindelijk in slaap viel, had ik nog geen harde muziek gehoord. Ik hoop dat ze de volgende keer bij iemand anders hun fanatisme laten blijken. Zodat ik lekker rustig kan slapen.


08-04-2003

Zwembad:

In het zwembad was het rustig. Ik telde zes mensen die verspreid over het bad hun baantjes trokken. In het middengedeelte van het bad koos ik een baan voor mezelf. Ik zwom naar de overkant en voelde het water langs me heen glijden. De oude meneer met de vale lubberende zwembroek zwom in de baan naast me. Hij kwam amper vooruit zodat ik hem veelvuldig inhaalde. Toen ik bij de overkant aankwam en me vastgreep aan de muur, hoorde ik hem zeggen: "Het is lekker zwemmen vandaag hè?" "Ja," zei ik, "het is inderdaad lekker rustig." Ik wachtte zijn antwoord niet af en ging meteen verder met zwemmen. Ik was verbaasd dat hij iets tegen me zei. Als je twee keer per week gaat zwemmen kom je vaak dezelfde mensen tegen. Ik onthoud de gezichten van de mensen die vaker komen zwemmen, maar ik had er nog nooit zo bij stilgestaan dat zij mijn gezicht ook kunnen onthouden en me zelfs herkennen met een zwembril op.
10 Minuten lang zwom ik heen en weer. Toen nam ik even pauze om mijn lichaam te laten rusten. Na een jaar lang fysiotherapie vanwege mijn rug en knieën moet ik het nog steeds rustig aan doen. Na vijf minuten begon ik weer te zwemmen. Borstcrawl heen en rugcrawl terug, soms een schoolslag er tussendoor zonder mijn benen te bewegen, want dat konden mijn knieën niet aan. Opeens zwom er een jongen in mijn baan. Er was voldoende plek elders, maar hij moest zonodig in mijn baan gaan zwemmen. Ik vertikte het om voor hem aan de kant te gaan en bleef stug door crawlen. Hij begreep de boodschap en zwom zo snel als hij kon naar een andere baan om een botsing te vermijden. Dat ging makkelijk.
Toen ik weer even een paar minuten op adem stond te komen, zag ik een aantal oudere dames het zwembad binnenkomen. Ik zuchtte en hoopte vurig dat ze niet in mijn baan zouden gaan zwemmen. Dus ging ik meteen weer crawlen. Dat zou ze vast afschrikken. Even later botste ik tegen de één van de oudere dames op. Nu was ik boos.
Ik verontschuldigde me niet en keek geïrriteerd om aan te geven dat ze maar ergens anders moesten gaan zwemmen. Dat deden ze niet. Ik hield geen rekening met ze en bleef mijn baantjes trekken. Ik verdedigde mijn baan zoals een hond zijn territorium verdedigt. Af en toe botste ik bijna tegen hun op, maar ze weken niet uit. Ik snapte er niets van. Ik had nog nooit in een baan van iemand anders gezwommen. Als het middengedeelte vol was, ging ik naar de zijkanten. Daar zwom iedereen achter elkaar, rechts heen en links terug. Dan zwom ik keurig achter iemand anders.
Gelukkig zat mijn tijd er al snel op en verliet ik het bad om onder de douche te stappen. Ik sprak met mezelf af dat ik de volgende keer weer aan de zijkant zou gaan zwemmen. Dat zou in ieder geval veel minder stress opleveren.


07-04-2003

Sikhs:

Wat is nou een Sikh?
Wie gister in de binnenstad van Amsterdam was, had grote kans om 2000 Sikhs tegen te komen. De Sikhs vierden gister het ontstaan van hun geloof, zo'n vijfhonderd jaar geleden, door met een stoet door Amsterdam te trekken. Het was een beetje een gek gezicht. Ze komen oorspronkelijk uit Noord-India en zagen er ook zo uit, maar de kleur oranje, dé kleur van Nederland, overheerste in de menigte. Het was net Koninginnedag. Iedereen wapperde met oranje vlaggetjes en droeg een oranje kledingstuk.
Maar hun afkomst bleek uit de tulbanden die ze droegen en de beeltenis van een mannetje met beide handen in de lucht op de vlaggetjes, kledingstukken en spandoeken. Waarschijnlijk het symbool van hun geloof. De mannen die in een mooi gewaad voorop liepen in de tocht, hadden geen schoenen aan. Op blote voeten door de stad wandelen in traag tempo met de kans dat je in een hondendrol of een stukje glas trapt, dat is lef hebben. Bovendien was het nog koud ook. Ik vraag me af of elk jubileum gevierd moet worden met een stoet door de stad, maar ach, ik weet nu tenminste wel wat een Sikh is.


06-04-2003

Koud:

Toen ik vanochtend naar mijn werk fietste was het koud. Ik had meteen spijt dat ik mijn muts niet had opgezet.
Het was nog vroeg, maar het verkeer was al in volle gang. De schoonmakers in de stad waren druk bezig alle troep van de stoep op het fietspad te vegen, waar ik met mijn fiets doorheen reed. Bijna werd ik natgespoten door een schoonmaker die probeerde te goochelen met een hogedrukspuit, maar ik kon nog net op tijd uitwijken. Toen ik mijn fiets bij mijn werk in het rek zette, zag ik een man op een bankje zitten. Hij had een rode geruite deken om zich heen geslagen en zijn hoofd was bedekt met een rode pet. Een paar tassen met spullen stonden naast hem op de grond.
Ik kom veel zwervers tegen in de stad, maar hij was anders. Omdat hij naar een transistorradiootje luisterde, dat een krakerig geluid produceerde. Ik had nog nooit een zwerver met een eigen radio gezien. Omdat ik het zelf al koud had in mijn dikke winterjas, kon ik me voorstellen dat hij het nog veel kouder had. Waarschijnlijk had hij de hele nacht op dat bankje geslapen.
Toen ik die middag klaar was met mijn werk en naar mijn fiets liep, zag ik hem weer zitten. Hij was een bankje opgeschoven en had zijn radiootje nog aanstaan. Er zaten nu ook andere mensen op de bankjes naast hem. De zwerver keek naar ze maar staarde daarna weer voor zich uit. De zon gaf een beetje warmte. De zonnebrillen overheersten het straatbeeld. Maar het was nog niet warm genoeg om de hele dag en nacht op straat door te brengen. Hopelijk komen de warme dagen snel. Er zijn genoeg mensen die een beetje warmte kunnen gebruiken.


05-04-2003

Onder de douche:

In mijn jeugd heb ik ooit na een handbalwedstrijd met een aantal jongens en meiden samen onder de douche gestaan. Er werd aan één stuk door gegiecheld. Ons ondergoed durfden we niet uit te doen, maar dat mocht de pret niet drukken. De spanning steeg toen de handbaltrainster binnenkwam. Zij was zeer streng en mocht niet weten dat de jongens bij ons onder de douche stonden. Angstvallig probeerden we de jongens voor haar verborgen te houden door ze achter een muurtje te duwen. Niet alle jongens hadden in de gaten wat er aan de hand was zodat er eentje terug naar de douche wandelde. De trainster zag hem en meteen werden alle jongens weggestuurd. Wij meiden kregen een lange zware preek.
In het zwembad sta ik geregeld met meerdere mensen onder de douche zonder een preek te krijgen. Meestal douche ik in het gedeelte met uitzicht op het zwembad, maar gister was dit gesloten vanwege schoonmaakwerkzaamheden. Ik week uit naar het grote douchehok.
In dit grote douchehok staan de douches, en daarmee degenen die onder de douche staan, tegenover elkaar. Onzekere blikken proberen in het niets te staren om maar niet naar het lichaam van iemand anders te kijken. Sommigen kunnen het echter niet laten en maken van de gelegenheid gebruik om uitgebreid naar de ander te loeren. Dan zijn er ook mensen die de gewoonte hebben om net zo te douchen als thuis. Ze spugen op de grond of laten het water even in hun zwembroek glijden. Als ze weggaan, stapt er iemand anders onder de douche, net op het plekje waar de ander zijn spuug heeft achtergelaten.
Ik sta vaak onder de douche met een oudere man wiens zwembroek zo oud is dat hij aan alle kanten lubbert en op bepaalde gedeeltes een andere kleur heeft dan de originele. Zou het nooit eens in zijn hoofd opkomen om een nieuwe zwembroek te kopen? Ik hou in het douchehok in ieder geval mijn ogen strak gericht op de uitgang van het hok, waar ik nog net een stukje zwembad kan zien. Ik negeer de andere zwemmers en doe alsof ze niet bestaan, maar stiekem weet ik heel goed wat voor mensen er onder de douche staan.
Als ik klaar ben met douchen en naar het kleedhokje loop, ben ik weer mezelf. Hopelijk is de volgende keer het andere gedeelte weer geopend.


04-04-2003

Warhoofd:

Niet alleen bij UPC is het een chaos. Mijn onderbuurman kan er ook wat van. Met z'n warrige hoofd had hij mijn post van UPC opengemaakt. Daar zat een acceptgiro in om het kwartaalbedrag voor de kabel te betalen. Die acceptgiro kreeg ik vandaag via de post terug. De begeleidende brief vermeldde dat er iets niet klopte. Op de brief zag ik een mini-kopie van de acceptgiro staan, die ik rustig bestudeerde. Mijn adres stond op de acceptgriro, net als mijn rekeningnummer. Maar de handtekening. Wat was dat voor rare krabbel? Dat was duidelijk niet mijn handtekening. Wie had er in vredesnaam met mijn acceptgiro geknoeid? Toen herkende ik enkele letters van de handtekening. Het leek verdacht veel op de naam van de onderbuurman. Ik haalde opgelucht adem. Er was geen fraude in het spel, niemand wilde ongevraagd geld van mijn rekening afhalen, het was maar een foutje van de buurman. Hij had zijn handtekening op mijn acceptgiro gezet. Ik liep meteen een paar trappen naar beneden en klopte bij mijn onderbuurman aan. Al snel deed hij open en luisterde. Nadat ik alles had verteld verontschuldigde hij zich meteen en gaf me de originele brief mee, die hij in zijn ogenschijnlijke gestructureerde chaos snel terug kon vinden. Nu pas zag hij dat mijn adres op de brief stond. Na wat grapjes heen en weer liet ik mijn buurman achter met zijn warrige hoofd. Een handtekening op een acceptgiro zetten heeft dus wel degelijk nut.


03-04-2003

Rita:

Rita is een gezellige vrouw van 50 die achter de kassa zit bij de plaatselijke supermarkt. Ze houdt van een babbeltje en haat chagarijnige mensen. Haar gezelligheid viel in de smaak bij een fotograaf die zijn boodschappen in de supermarkt deed en al snel werd er een interview geregeld. Een paar weken later stond er een levensgrote portretfoto van Rita op de voorpagina van het februarinummer van MUG, een gratis maandblad voor uitkeringsgerechtigden in Amsterdam. Op pagina 7 stond een paginagroot interview, met alweer een foto, nu van Rita achter de kassa. Het is typisch Rita om te zeggen dat ze het werk achter de kassa leuk vindt omdat ze het scannen van boodschappen zo grappig vindt. Als ze niet achter de kassa zit mag ze de mandjes opruimen of de kantine schoonmaken, omdat ze haar zo netjes vinden. Er zijn maar weinig mensen van 50 die voor hun lol achter de kassa gaan zitten, maar Rita vindt het geweldig. Op de vraag of ze cassière wil blijven of hogerop wil antwoordt ze dat ze achter de kassa wil blijven zitten. Ze heeft het daar erg naar haar zin en wil geen carrière maken.
Rita heeft al veel baantjes gehad. Ze begon met het maken van knakworsten in een slagersfabriek, daarna werkte ze in een wasserij en ze is kinderoppas geweest. Toen ze kinderen kreeg, bleef ze thuis om voor het gezin te zorgen. Als ze thuiskomt van haar werk kijkt ze naar Goede Tijden, Slechte Tijden en quizzen, vooral Love Letters van Linda de Mol. Als ze geen tv kijkt, maakt ze het huis schoon.
Haar hoogtepunt van het jaar is de vakantie naar Spanje. De hele dag op het strand liggen en iedere avond uit eten. En als ze naar een playbackshow gaat, durft ze met veel drank op nog wel eens mee te doen. Gezellige Rita geniet zichtbaar van het leven.
Vandaag stond ik voor het eerst weer bij haar in de rij na de publicatie in MUG. De vrouw voor me was chagarijnig en zei geen woord tegen Rita, waarop Rita naar me keek en een gekke bek trok waarmee ze wilde zeggen: "Getver, die vrouw is zo chagarijnig!" Toen de vrouw weg was kon ze dit eindelijk zeggen. Ik lachte en zei dat ik het interview had gelezen. Rita vertelde dat ze veel reacties had gekregen, allemaal even enthousiast. Ze was zelfs gebeld door 'Man Bijt Hond'. Ze wilden tv-opnames bij haar thuis maken. Helaas strubbelde de man van Rita tegen, zodat het item van de baan was. Ik vond het zo jammer voor haar. Hoe trots ze ook was op haar interview in MUG, ik zag de teleurstelling in haar ogen. Was ze toch bijna een bekende Nederlander voor een paar minuten geweest, en alleen maar omdat Rita een gezellige vrouw van 50 is die geniet van de kleine dingen in het leven.


02-04-2003

Regen:

Ik stond in de rij bij McDonalds toen er twee jongens van een jaar of 16 binnenkwamen. Ze hadden zo te zien haast en gingen zenuwachtig bij een lege kassa staan. Ze hielden de kassamedewerkers die aan het werk waren in de gaten en wachtten op het juiste moment om hen aan te spreken zonder dat ze aan de beurt waren. Hun hoofden draaiden veelvuldig naar buiten en naar de mensen in de rij om te kijken of er niemand zou protesteren tegen hun voordringen. Iedereen hield zijn mond dicht.
Toen de jongen achter de kassa een McDonaldszak aan een klant had meegegeven en naar de volgende klant wilde lopen, sprak één van de twee jongens hem aan. Zijn lichaam wiebelde heen en weer, hij had geen rust om stil te staan. De jongen achter de kassa luisterde en na een kort knikje liep hij naar achteren. Een paar tellen later kwam hij terug met een stapel servetjes die hij aan de jongen gaf. Deze pakte ze gretig aan en liep ermee naar buiten. De andere jongen bleef staan en sprak het meisje achter de kassa aan toen het moment daar was. Het meisje liep dit keer naar achteren en kwam terug met een nieuwe stapel servetjes. De jongen bedankte haar met een snelle glimlach en liep ook naar buiten.
In gedachten zag ik al voor me dat ze het bloed moesten stelpen van iemand die net in elkaar was geslagen. Waarom hadden ze anders zoveel servetjes nodig? Maar toen ik naar buiten keek, zag ik heel iets anders. De jongens maakten ijverig het zadel van hun scooter droog. Het was de eerste dag dat het weer flink regende in Amsterdam en de stoere jongens konden natuurlijk niet met een natte broek door de stad crossen. De eerste stapel servetjes werd na gebruik op straat gegooid. De tweede stapel bewaarden ze voor later. En hoewel het had geleken alsof de jongens flinke haast hadden, liepen ze nonchalant met de scooter aan de hand weg. Ze deden niet eens moeite om het zadel tegen de regen te beschermen. Maar ach, met hun stapel servetjes konden ze nog een eind komen zonder natte broek.


01-04-2003

Nee, dit is geen grap:

Ik vind het een beetje irritant dat iedereen de zin 'nee, dit is geen grap' gebruikt als er op 1 april iets gebeurt wat geen grap is. Voor mij een goede reden om eens in de geschiedenis van 1 april te duiken. Waarom maken we juist op deze datum van die vervelende grappen? De site feestgids.com biedt uitkomst. Naast enkele tips voor geslaagde 1 april grappen staat er een stukje over de geschiedenis van de 1 april grap. In delen van Europa, Amerika, Rusland, Australië en Noord-Afrika worden ook grappen gemaakt. De onderzoekers zijn het echter niet eens over de oorsprong. In Nederland denkt men dat de oorsprong van de grappen begonnen is met de inname van Den Briel op 1 apri 1572. De gehate hertog Alva werd overmeesterd waardoor het spreekwoord: "Op 1 april verloor Alva zijn bril' is ontstaan.
Onderzoekers van de klassieke oudheid denken dat het te maken heeft met de narrenfeesten van de Romeinen en de lachritten in Thesalië. Niemand heeft echter de bewijzen.
In Nederland staat het in ieder geval vast dat in de 19e eeuw 1 april een algemene grappendag was. Misschien wordt het tijd dat we met deze traditie stoppen. Ik vind er in ieder geval niets aan.

Schiphol:

Zo af en toe ben ik op Schiphol te vinden om mensen weg te brengen of te begroeten die op reis zijn geweest. De wereld van Schiphol is een commerciële wereld met veel speeltjes. De hallen zijn groot, de vliegtuigen staan dichtbij en ze hebben een geweldige roltrap. De leukste roltrap gaat niet schuin omhoog maar ligt op de grond. Als je daar op loopt, ben je vijf keer sneller aan de overkant dan degene die niet op zo'n roltrap loopt. Aan het einde van de roltrap neem ik de roltrap die ernaast ligt terug. Dit herhaal ik net zo vaak totdat degene die mee is ongeduldig roept of we niet verder kunnen.
Is er eigenlijk nooit een apart woord bedacht voor een roltrap die niet omhoog of omlaag gaat? Zo'n roltrap zou beter een rolgrond kunnen heten. Dan weten we tenminste waar we over praten.
Als ik met de roltrappen ben uitgespeeld, ga ik naar het Panoramadek. Dit dek is afgesloten voor publiek sinds de aanslagen op 11 september. Maar van achter de ramen kan ik de vliegtuigen nog goed bekijken.
Ik heb één keer in een vliegtuig gezeten. Ik werkte op een cruiseschip dat over de Donau voer van Zuid-Duitsland naar Boedapest. Ik ging met de trein naar Passau om daar aan boord te gaan. Het duurde een week voordat we in Boedapest waren. Zo ging ik twee maanden lang heen en weer. Toen ik naar huis wilde, zaten we in Boedapest. Er werd een vliegticket geregeld en samen met een collega vloog ik terug naar Nederland in een klein vliegtuigje van de maatschappij Malev. Omdat ik vliegen liever vermijd, vond ik het niet zo prettig in dat vliegtuigje. Ik was blij toen ik mijn voeten weer op de vaste grond kon zetten.
Ik ben een beetje claustrofobisch en heb last van hoogtevrees. Daardoor krijg je mij niet zomaar weer in een vliegtuig. En toch ga ik deze uitdaging weer aan. Ik heb besloten om naar Nieuw-Zeeland te gaan. 24 Uur in een vliegtuig, dat is voor mij 'a hell of a job', maar ik heb het er graag voor over. Ik neem een flinke portie slaappillen mee zodat ik er hopelijk weinig van merk. Omdat vliegen zo'n grote opgave is voor mij, droom ik er geregeld over. De laatste keer zat ik helemaal vooraan in het vliegtuig en kon ik over de schouder van de piloot meekijken. Toen we opstegen dacht ik alleen maar 'rustig bijven, rustig blijven'. Hoe vaker ik er over droom, hoe beter het gaat. Ik dwing mezelf om rustig te blijven en de volgende keer ga ik proberen om het leuk te vinden. Want niet alles is vreselijk aan vliegen. Het is tenslotte ook geweldig om de hele wereld aan je voeten voorbij te zien trekken. Het duurt nog een hele poos voordat ik daadwerkelijk naar Nieuw-Zeeland zal vliegen. Maar een betere voorbereiding dan de reis in mijn dromen te beleven, is er niet. Hoewel het in het echt vast anders is. Maar dat merk ik dan wel weer.


2003

2004

2005

2006