30-04-2004

Hi:

Hi George, everything ok here. What do you say? Rumours about a bomb attack at Central Station in Amsterdam? Well, if something happens I will let you know as soon as possible. Have a nice day!


29-04-2004

Roofbouw:

U kent het vast wel. Het salaris wordt gestort, u maakt een sprongetje in de lucht en holt naar buiten om uw pas gestorte geld uit te geven. De eerste twee weken leeft u in een oase, de laatste twee weken bevindt u zich bijtend op een houtje op een verlaten boomstronk in de woestijn. En natuurlijk spreekt u met uzelf af om het de volgende maand beter te doen. Het sprongetje in de lucht staat u uzelf nog toe, maar u rent niet de eerste de beste winkel binnen om al uw geld uit te geven. Maar dat voornemen verdwijnt als sneeuw voor de zon als de centen weer gestort worden. Voor u het weet pleegt u wederom roofbouw op uw rekening en begint dit verhaal weer van voor af aan.
Ik trek de lijn door naar mijn lichaam. Ik voel me goed, maak een sprongetje in de lucht en plan mijn agenda vol. Ik heb het naar mijn zin, leef in een oase maar merk na een tijdje dat mijn fitheid scheurtjes begint te vertonen. Ik slaap overdag bij zodat ik 's avonds de hort op kan. Dit duurt even tot ik het niet meer trek en mezelf als kluizenaarster opsluit in mijn nederige onderkomen. Natuurlijk spreek ik met mezelf af dat ik het de volgende keer beter ga aanpakken. Ik sta mezelf een sprongetje in de lucht toe, maar ik moet voorkomen dat ik mijn agenda niet volplan. Maar dat voornemen verdwijnt als sneeuw voor de zon als mijn moeheid is verdwenen. Voor ik het weet pleeg ik wederom roofbouw op mijn lichaam en begint dit verhaal weer van voor af aan.


28-04-2004

Doorbijten:

De eerste dag was een makkie. Ik voelde niets. Geen centje pijn en niks geen irritatie. Doorgaan dus. De tweede dag ging ook best goed, al merkte ik wel enige gespannenheid. Maar ondanks die gespannenheid was het appeltje eitje. Doorgaan dus. Maar die derde dag. Die verziekte de boel. Als ik breeduit lachte sneed de pijn door me heen. Niet meer doen dus. De verleiding was groot om een klein beetje van het spul te gebruiken. "Mag ik niet nog één keer...?" "Nee," onderbrak mijn collega me streng. "Volhouden." Dus hield ik vol.
Vandaag brak de vierde dag aan. Ik liet mijn vinger over de zere plek gaan en voelde de oneffenheden. In de spiegel zag ik de scheuren, de spanning en de te diepe kleur rood. Lachen gaat nog steeds moeilijk. Maar ik wil er vanaf. Doorbijten dus. En niet te veel op mijn lippen bijten, dat maakt het alleen maar erger. Morgen breekt de vijfde dag aan. En daarna de zesde. Op welke dag het ook zal zijn, één dezer dagen hoop ik dat mijn verslaving tot het verleden zal behoren. Trouwens, als het niet lukt, kan ik nog altijd in therapie.


27-04-2004

Bouwflirtvak:

Ze sjouwen met zwaar materiaal zodat de zweetdruppels op hun gezichten glinsteren in het zonlicht en de zweetgeur in de ruimte met elke stap die ze zetten doordringender wordt. De één heeft een lamme hand die is gespalkt en de ander een buikje dat gevaarlijk ver voorover hangt. Het hindert ze ogenschijnlijk niet in het werk.
Ze werken snel en netjes, zodat er al gauw resultaat is. Vanachter mijn computer houd ik ze in de gaten, bied ze koffie en water aan en glimlach vriendelijk naar ze als ze mijn kant opkijken. Ze doen hun bouwvakkersnaam eer aan en flirten met me. "Waar moet deze computer staan?" "Zet 'm maar daar naar neer, ik hoef er toch alleen maar naar te kijken." "Wat een gelukkige computer is dat, dat hij de hele dag bekeken wordt door jou." Eh ja. Ik glimlach nog maar eens breed en duik vervolgens weg achter mijn eigen computer. Ik doe alsof ik uiterst geconcentreerd aan het werk ben, zodat ze me niet zullen storen. Het helpt. Maar als ik ze vertel dat ik zometeen het pand zal verlaten drukken ze het gaspedaal in om alle schade in te halen. Hoewel ik nog steeds een vriendelijke glimlach produceer maakt zich een ongemakkelijk gevoel van me meester. Opgelucht pak ik mijn spullen als het tijd is. Ik zeg de bouwvakkers gedag, draai me om en loop het pand uit. Oef. Een hele dag één ruimte delen met flirtende mannen is toch echt niet mijn pakkie an.


26-04-2004

</Sexy>

We fietsen op zijn oranje fiets door de stad. Hij doet het werk, ik zit achterop en moedig hem spottend aan als we dreigen te stranden op een brug. De tocht duurt lang zodat ik kramp krijg in mijn benen. Opgelucht stap ik af als we thuis zijn en val uitgeput op het bed neer. Even mijn benen wat rust gunnen. Maar we krijgen zin. Zin in elkaar. Terwijl ik op mijn buik lig verdwijnen de kledingstukken één voor één van mijn lichaam. Het is maar goed dat ik die ochtend mijn mooiste string heb aangedaan. Ik geniet van zijn handen en mond, maar hoor dan plots gegrinnik op de achtergrond. Gegrinnik? Ik til mijn hoofd iets op, kijk met moeite achterom en zie meneer heel hard zijn best doen om niet in een lachstuip te schieten. Maar op het moment dat hij mijn gezicht ziet barst hij uit in een onbedaarlijk gelach. Ik produceer een niet-begrijpelijke blik en voel mijn opwindingsmeter tot het vriespunt dalen. "Wát?!" roep ik uit. "Je billen," zegt hij en wijst ernaar terwijl hij met de andere hand voor zijn mond zijn lach smoort. Ik kijk naar mijn billen maar zie niks afwijkends. "Wát dan?!" roep ik nog harder. Zijn pretoogjes kijken me aan. "De pakkiedrager staat gedrukt in je billen!" Hij kan zijn lach niet meer inhouden en ligt te schuddebuiken op het bed. Hmpf. Een volgende keer toch maar even wachten met sexy zijn als ik net op een pakkiedrager heb gezeten.


25-04-2004

Schouderklopje:

Er zijn van die momenten dat een mens een schouderklopje verdient. Niet van een ander, maar van zichzelf. Als je trots bent op jezelf mag dat best. Vind ik. En ik ben natuurlijk de laatste om mezelf tegen te spreken. Dus heb ik mezelf gisteravond eens stevig op het schouder geklopt. Ha!
Eigenlijk was ik zo druk bezig dat ik niet de tijd had om stil te staan bij waar ik was. Maar plots hield ik halt, keek om me heen, keek naar mezelf en glunderde. Ik was daar waar ik drie jaar geleden wilde zijn. Toen was het me niet gelukt en strandde ik halverwege. Maar nu had ik doorgezet en woehaa, daar was ik trots op. Het besef dat ik mijn eigen droom waarmaakte was wonderbaarlijk en raar tegelijk. Wonderbaarlijk omdat ik niet gedacht had de uitdaging nogmaals aan te gaan. Raar omdat ik al vooruit keek en de lat hoger had gelegd, zodat ik er niet bij stilstond wat ik eigenlijk had bereikt. Ik ga eens wat vaker op mijn gemakje achterover leunen om te kijken waar ik ben. Best lekker. Ik kan het u overigens aanraden. Een schouderklopje doet een mens goed.


24-04-2004

Uit de kast:

Ik kleedde me aan, smeerde twee boterhammen, zette thee en ging achter de computer zitten. Ik klikte wat in het rond, poetste mijn tanden en verzamelde de spullen die ik mee wilde nemen. Ik pakte mijn jas van de kapstok, zei Scooszi gedag, gaf hem een aai over zijn koppie en trok de voordeur achter me dicht.

Er zit een fout in dit stukje.

Gehaast kwam ik thuis. Ik begroette Scooszi, ontdeed me van mijn jas en tas, smeerde een boterham en ging achter de computer zitten. Nadat ik het benodigde printje in handen had dronk ik een glas water leeg en aaide Scooszi over zijn kop. Ik ritste mijn jas en tas dicht en trok de voordeur achter me dicht.

Ook in dit plaatje klopt er iets niet.

Rustig kwam ik thuis. Wederom begroette ik Scooszi, hing mijn jas op de kapstok en legde mijn tas in de hoek. Ik at mijn net gekochte muffin en ging achter de computer zitten. Nadat ik een beetje in het rond had geklikt aaide ik Scooszi eens uitgebreid en begon met eten koken.

Hm. Nog steeds klopt dit plaatje niet.

Ik keek onder mijn dekbed, achter de mappen in de boekenkast, onder het kleine tafeltje, achter de televisie. Niets. In lichte paniek zocht ik verder op zolder. Nog steeds niets. Ik liep naar beneden en opende de deur van de kledingkast. Ik zuchtte opgelucht. Een gapende en uitrekkende Pixel kwam me tegemoet.

Oeps.


23-04-2004

Buikje:

Tijdens de pauze op de middelbare school slenterde ik altijd met een groepje meiden over straat. Natuurlijk roddelden we over de andere meiden in onze klas en lieten het onderwerp jongens veelvuldig de revue passeren. In de kleedruimte voor gymles zagen we elkaars lichamen veranderen, maar we praatten er nauwelijks over. Verder dan de opmerking 'jeetje, draag jij al een bh?' kwamen we niet. Maar tijdens dat geslenter in de pauze bespraken we wel hoe we eruit zouden zien op ons achttiende. "Op je achttiende krijg je een buikje. Een vrouwelijk buikje," wist een klasgenoot te vertellen. Vrouwelijk. Dat klonk bij ieder van ons als muziek in de oren. We keken er naar uit om ons platte geval om te zien vormen tot iets vrouwelijks. Een buikje stond opeens voor volwassen zijn. Voor zelfstandigheid en je eigen leven leiden. Niet dat we deze gedachten uitspraken. We mompelden 'oh' en 'ja?' en liepen verzonken in gedachten verder.
Vier jaar lang verheugde ik me op mijn buikje. En reken maar dat mijn platte geval verdween en de rondingen kwamen toen ik achttien werd. Het gekke was alleen dat ik er op dat moment helemaal niet blij mee was. Opeens was dat buikje een obstakel, iets wat voor de buitenwereld verborgen moest worden gehouden. Slank zijn was het ideaal en daar hoorden geen rondingen bij. Daar hadden we op ons veertiende niet bij stilgestaan. Er zat maar één ding op: dat ronde geval zo snel mogelijk plat krijgen. Ik probeerde het met boekjes als 'in veertien dagen een platte buik', maar natuurlijk hielp het niets. Mijn rondingen bleven.
Mijn buikje groeide pas hard toen ik de leeftijd bereikte dat alles wat ik naar binnen werkte niet meer snel verteerde en zich ophoopte. Niet alleen op mijn buikje, maar ook op de rest van mijn lichaam. Ik groeide, had er een jaar later genoeg van en begon met afvallen. Het afvallen ging snel en ik wurmde me weer in mijn oude kleren, die elke keer beter en beter pasten. Het buikje bleef echter zitten waar het zat. Het viel niet alleen mij op, maar ook anderen. Dat resulteerde in de volgende opmerking:

"Je had me nog niet verteld dat je zwanger bent! Wat leuk voor je!"

Laat ik u een advies geven. Zeg. Dat. Nooit. Zomaar. Wees eerst zeker van uw zaak.
Ik heb al een scenario klaarliggen voor als er nog 'es iemand zo'n opmerking durft te maken. "Dank je wel, ja, ik ben al zes maanden, nee, dat zie je er niet aan af hè." Dat zal ze leren.


22-04-2004

Zomaar een vrije dag:

Ik was vroeg wakker. Zoals elke dag. Is het niet de markt die me wakker maakt, dan zijn het wel mijn katten. Eigenlijk is kattengejank de beste wekker. Zou er geen wekker te koop zijn met een dergelijk sample erin? Of een kraaiende haan. Ook leuk.
Ik friste mezelf op, kleedde me aan en ging naar de supermarkt. Het was lang geleden dat ik zo vroeg in de supermarkt was geweest. Dat moest ik maar eens vaker doen. Geen enkele wachtende voor de kassa en nu al had ik het gevoel iets nuttigs te hebben gedaan met mijn dag. Ik kocht stoofpeertjes en liet mezelf beloven dat ik die avond voor mezelf zou koken.
Het werd chinees. Ergens tussen de belofte om voor mezelf te koken en de chinees was het misgegaan. Goed misgegaan. Met de computer welteverstaan. Ik pielde en prutste, maar maakte het waarschijnlijk alleen maar erger. De keren dat ik de computer opnieuw opstartte waren niet meer op twee handen te tellen. Gruwel, kommer, kwel, zucht, steun, puf. Ik bleef echter verbazingwekkend kalm. Tussen het opstarten door speelde ik op mijn keyboard, of improviseerde ik over een paar jazznummers. Toch maar mooi meegenomen gezien de aankomende toetsen op school. Ik keek naar de beelden van André Kuipers en Charmed en dacht terug aan de jongen met wie ik heel veel jaren geleden stage liep. Bij het minste of geringste disfunctioneren van de computer schoot hij uit zijn slof en schold de computer de huid vol. Ik schudde mijn hoofd nog maar eens. Uiteindelijk bereikte ik om elf uur 's avonds het gewenste resultaat. Poe hé. Ik dook met Harry P. en Pixel het bed in en viel veel te laat in slaap. Vanochtend was ik weer vroeg wakker. De wekker was de schuldige dit keer.


21-04-2004

Bootje varen:


19-04-2004

Tegenpool:

Als je op het platteland woont of bent opgegroeid dan heb je iets extra's, zei mijn leraar tekenen op school. Ik kon niet tekenen, maar besteedde veel aandacht aan de werkstukken die ik inleverde. Volgens hem straalden ze een groot verantwoordelijkheidsgevoel uit, dat inherent is aan het leven op een boerderij. Ik had er nooit bij stilgestaan, maar besefte dat hij gelijk had. Ik weet niet beter of mijn ouders staan altijd klaar voor de beesten. Wij gingen bijvoorbeeld nooit op vakantie. Een dagje Efteling of Ponypark Slagharen lukte nog net tussen het melken door, maar verder dan dat kwamen we niet. Overigens was dat voor ons heel normaal. We wisten niet beter.

Als je op het platteland woont of bent opgegroeid dan ga je anders om met de dingen des levens, zei een man op televisie. Tijdens de lammerperiode worden dode lammetjes geboren, kalfjes worden na de geboorte meteen gescheiden van hun moeder en het grootste gedeelte van het jaar staan de koeien op stal, vastgeketend aan de muur (tegenwoordig hebben veel boeren gelukkig een loopstal waar de koeien los rond kunnen lopen). Het hoort erbij. Je bent het gewend. Je weet niet beter.

Als je op de tegenpool van het platteland woont, oftewel op drie hoog achter in de stad, dan ga je onbewust anders kijken naar het leven op het platteland. Nu heb ik nooit veel opgehad met de boerderij, maar ik merk dat ik meer en meer moeite krijg met het reilen en zeilen aldaar. Eigenlijk wil ik dat de kalfjes bij hun moeder blijven en dat de koeien alle ruimte van de wereld krijgen. Een dood lammetje blijft een dood lammetje, daar kan ik weinig aan doen. Maar als ik op de boerderij ben dan raken gevoel en ratio met elkaar in conflict. Aan de ene kant weet ik niet beter, aan de andere kant wel.

Als je op de tegenpool van het platteland woont, oftewel op drie hoog achter in de stad, dan ben je het boerenleven niet meer gewend. Er verandert iets in je. Er is iets veranderd in mij. Ik ben me ervan bewust dat ik anders naar het boerenleven kijk. Dat ik ongemerkt vervreemd ben geraakt van dat leven. Aan de ene kant hoort het bij me, aan de andere kant niet.

Ik raak mijn stukje innerlijke platteland langzaam maar zeker kwijt.


18-04-2004

Auw touw:

De lucht is helder als mijn gezelschap en ik van het station naar de plaats der bestemming lopen. We snuiven de geur van de lente op en warmen ons aan de zon. Links zoeven auto's met open ramen ons voorbij, rechts trekt achter een strook groen een trein op die net het station heeft verlaten.
Plots houden we stil, zíjn we stil en knipperen met onze ogen om het beeld dat we zien op echtheid te toetsen. Aan een boom hangt een jongen met een stuk touw om zijn nek. Zijn ogen zijn gesloten, zijn lijf beweegt niet. "Hè, wat is dat nou?" roept mijn gezelschap geschrokken uit. "Het is niet echt," zeg ik nadat ik mijn ogen over heb tafereel heb laten gaan. Hij bungelt niet en staat met zijn voeten op de grond. Als ik rondkijk zie ik een andere jochie zitten, verscholen achter een boom met een grote grijns op zijn gezicht. Ik lach naar hem om te laten zien dat ik hun flauwe grap doorzie en voel me enigszins opgelaten dat ik me beet heb laten nemen. De jongen die zichzelf zogenaamd heeft opgehangen lacht inmiddels ook en maakt het touw om zijn nek los. In eerste instantie wil ik verder lopen, maar blijf staan. Ik wil de jongen duidelijk maken dat dit een gevaarlijke grap is. Als hij was uitgegleden had hij zichzelf echt opgehangen. Maar omdat er een trein voorbij dendert hoort hij me niet. Mijn gezelschap laat zich daarom van de kleine heuvel naar de jongen toe afglijden, terwijl het andere jochie het hazepad kiest. Als de jongen wordt toegesproken zie ik hem verlegen knikken. "Is het tot hem doorgedrongen?" vraag ik mijn gezelschap als hij terug is. "Nee, ik denk het niet" zegt hij. "Zal hij de grap nogmaals uithalen?" vraag ik. "Ja, dat denk ik wel." We laten de jongen achter en kunnen alleen maar hopen dat hij zijn eigen grap overleeft.


17-04-2004

Rozengeur & the City:

Vier vrouwen in een klein restaurant. Oud-collega's en kwebbelkonten eerste klas met een harde lach die moeiteloos iedere restaurantganger bereikte. Het leverde gefronste wenkbrauwen en veelbetekenende blikken op. Normaliter erger ik me mateloos aan een dergelijk gezelschap, maar nu ik er deel van uitmaakte lagen de kaarten anders. We schuddebuikten en schaterlachten, toostten op elkaar en kletsten tussen de happen door uitgebreid over zaken die ons bezighielden. Zonder elkaar een rol toe te bedelen waren we als de meiden van Rozengeur & Wodkalime en Sex & the City.
Aan het tafeltje naast ons zat een jongevrouw. Tussen de happen door beet ze op haar pen, staarde naar de muur, keek af en toe naar ons en schreef woorden in het schrift dat voor haar lag. Een raar gevoel bekroop me. De stof die mijn gezelschap en ik bespraken was, als je er bij stilstond, tamelijk interessant voor een logger om een stukje over te schrijven. "Vrijdagavond. Ik ging zitten aan een tafeltje in een knus restaurant in de Jordaan om in mijn eentje een maaltijd te nuttigen. Ik dacht er rust te vinden, maar kwam bedrogen uit. Mijn rust werd namelijk al gauw verstoord door een gezelschap van vier vrouwen, dat iets te uitbundig hun samenzijn vierde. Ze spraken over koetjes en kalfjes, maar lieten ook intieme zaken niet onaangeroerd." (...)


16-04-2004

Arti et Amacitiae:

We waren eerstejaars studenten Kunst & Design en trokken veel met elkaar op. Aan het eind van het studiejaar ontstond het plan om gedrieën op kamers te gaan. Al snel vonden we via de woningbouwvereniging een eengezinswoning. Via een advertentie haalden we een vierde bewoner in huis. Het zootje ongeregeld was compleet.
We witten wat, verfden wat, maar wisten niet wat we aanmoesten met de meterslange muur in de woonkamer. Maar toen ik voor een schoolopdracht foto's moest maken van de bezigheden van een medestudent die onder andere veel in de weer was met graffiti, kwamen we op het idee om de muur in onze huiskamer onder handen te laten nemen door hem en zijn kornuiten. We vonden dat er 'Arti et Amicitiae' op moest komen te staan, aangevuld met afbeeldingen van onze eigen bezigheden: een fotocamera, een schilderspalet en nog meer van dat soort dingen. Een hele middag lang werd er hard gewerkt. Spuitbussen en giftige gassen vlogen in het rond. Aan het eind van de middag bekeken we het resultaat. Maar eh, wat stond er nou precies? Arti et Amacitiae? We durfden niets te zeggen tegen de hardwerkende jongens en lieten het maar zo. En ach, nu hadden we tenminste een originele huisnaam.
Toen we een jaar later genoeg hadden van elkaar en ons heil elders zochten, zei ik het huis op bij de woningbouwvereniging. Dat zou echter betekenen dat we de graffitimuur moesten oververven. Gelukkig vonden we vier andere studenten, die het huis inclusief muur wilden overnemen. De woningbouwvereniging was iets minder blij met ons. We kregen een rekening aan onze broek van bijna 500 gulden wegens achterstallig onderhoud. Maar de muur mocht tenminste blijven, al hebben we nooit geweten voor hoelang.


15-04-2004

Sugababes:

In den beginne had ik niets met de meiden van de Sugababes. Alle positieve kritieken die ze ontvingen gingen aan me voorbij. Maar aangezien ik gister in Paradiso onderdeel was van een gemêleerd publiek dat enthousiast de Sugababes ontving, ben ik ergens overstag gegaan. Dat was toen ze het liedje 'Stronger' uitbrachten. Prachtig nummer en een tijdlang het enige nummer van de Sugababes waar ik naar luisterde. Tot ik de moeite nam om ook naar de resterende liedjes op de cd te luisteren. Ik moest erg wennen aan de sound en de stijl, maar kon de nummers uiteindelijk erg waarderen. Dus toen ik hoorde dat de Sugababes in Paradiso (of all places!) zouden optreden, was ik er als de kippen bij om een kaartje te kopen.
Ze hadden een liveband meegebracht. Fijn en goed, maar helaas vielen hun stemmen weg in de muzikale brij. Pas toen ze een paar nummers lang werden begeleid door een akoestische gitaar waren hun stemmen goed te horen. Voor de lezers onder u die nog twijfels hadden: ze kunnen écht zingen en ze zijn goed in performen.
Na afloop van het concert, toen de meeste bezoekers al naar huis waren, waagden ze een poging om de zaal te doorkruisen. Halverwege werden ze aangeklampt door fans die om handtekeningen smeekten. Ik had geen pen en papier bij me, maar ik ben dan ook geen echte fan. Ik kan echter wel zeggen dat ik op een meter afstand van ze heb gestaan. En gek genoeg heb ik daarmee waarschijnlijk meer bereikt dan vele andere echte fans.


13-04-2004

Uw mening:

'Saai commentaar eigenlijk altijd hier.... Voorspelbaar ook,' liet Berend gister weten in mijn commentding. Berend is niet de eerste persoon die deze opmerking plaatst. Eerder hadden enkele lezers ook al eens aangegeven het commentaar eentonig te vinden. Dat was mede te danken aan mijn stukjes. 'Soort zoekt soort,' zei een logger eens.
Toen ik begon met loggen had ik geen reactietool. Af en toe kreeg ik mailtjes van lezers die aangaven dat ze graag zouden willen reageren. Na vijf maanden besloot ik om hen die mogelijkheid te geven. Afgezien van wat rare opmerkingen die op twee handen te tellen zijn, was ik er content mee. Reacties maken een log interactiever en daar houdt de lezer (meestal) van. Daarnaast is het handig voor de logger om de meningen van anderen te peilen en andersom is het prettig voor de lezer om zijn mening te kunnen uiten.
Ik ben niet kritisch op het commentaar van lezers. Als iemand de behoefte voelt om iets te zeggen, dan moet de persoon in kwestie dit zeker doen, mits het binnen de perken blijft. Het is en blijft tenslotte mijn log. Ik ben echter benieuwd naar uw mening. Wat vindt u van de reacties op mijn log en wat vindt u eigenlijk van de reacties in het algemeen in weblogland?


11-04-2004

Geneugte:

Voor alles is een eerste keer in het leven. En ik hoef u niet te vertellen dat voor de één de eerste keer later komt dan voor de ander. Dat geldt ook voor het eten van tapas. Voor mij kwam de eerste keer geloof ik wel erg laat. Mijn eerste kennismaking met tapas was namelijk gister. Ik had wel eerder op het punt gestaan tapas te eten. Maar vriendin V. vond de prijzen van het restaurant waar we toevalligerwijs langsliepen te duur zodat we onze honger elders stilden. Ik vond het niet erg. De boerenwijsheid 'wat de boer niet kent dat eet hij niet' gaat nog vaak voor mij op. Ook niet echt raar als u bedenkt dat ik een boerendochter ben.
Maar goed. Gister dus. Eerste keer tapas. Aangezien ik niet de enige was in het gezelschap die nog nooit tapas had gegeten, lieten we de tapas samenstellen door het huis om zo een indruk te krijgen van de verschillende gerechten. En kreeg ik vorige week in een ander restaurant nog een doggy baggy mee naar huis omdat ik het grote bord met pasta niet op kon, nu kon ik naar eigen believen mijn maag vullen. Welk een uitkomst! Welk een heerlijkheid om van deze geneugte des levens te mogen proeven! Hm. De tapas mag me dan in de bol zijn geslagen, feit blijft wel dat het voor de snel gevulde maag van Auk een uitkomst is. En zoals met alle goede dingen in het leven rijst meteen de vraag: "Waarom heb ik dit eigenlijk nooit eerder gedaan?"


10-04-2004

Glazen speelgoed:

Glazen speelgoed is breekbaar. Net als Laura. Ze loopt mank en is zo verlegen dat ze moet overgeven in spannende situaties. Laura is één keer verliefd geweest in haar leven. Op Jim, een populaire jongen die bij haar in de klas zat. Nu houdt ze zich alleen bezig met haar verzameling glazen speelgoed. Ze speelt ermee, praat met ze en zet ze te pronk. De platen die haar vader na zijn vertrek achterliet draait ze grijs.
Laura creëert haar eigen wereld en slooft zich uit voor haar moeder, die niets liever wil dan Laura aan de man te brengen. Haar broer is opstandig, maar luistert naar zijn moeder wanneer zij hem vraagt een collega uit te nodigen als potentiële kandidaat voor Laura. Een moment van geluk voor Laura, maar uiteindelijk een fiasco voor iedereen.

Wie is er bang voor Virginia Woolf (met toppers als Will van Kralingen en Tjitske Reidinga) is een toneelstuk waarvan ik diep onder de indruk was. Het stuk staat met stip op nummer één in mijn bezochte-voorstellingen-lijst. Gister voegde ik nummer twee toe. Glazen speelgoed. Een boeiend en indrukwekkend stuk met knap acteerwerk en een treffend decor. Misschien lag het aan mijn stemming dat het stuk hard bij me binnenkwam. Feit is dat het een allergeweldigst mooie voorstelling is. Met een staande ovatie en een traan na afloop.


09-04-2004

Zoek:

Eenzaam sta je langs de kant van de weg. Je duikt diep weg in de kraag van je jas, maar je kan niet voorkomen dat je wangen rood kleuren van de striemende regen. Je knijpt je ogen tot spleetjes en tuurt over het landschap. Je schoenen zakken steeds een stukje dieper weg in de modder, maar je merkt het niet. Je bent in gedachten verzonken, tuurt en tuurt, maar schijnt niet te kunnen vinden wat je zoekt.

De afstand is te groot.

De regen belemmert mijn zicht, maar in de verte zie ik je staan. Ineengedoken alsof je niet wil staan waar je staat, maar je bent wel daar gekomen waar je nu bent. Ik wil naar je toe, maar sta vastgenageld aan de grond. Mijn natte haren plakken als slierten in mijn gezicht, maar ik merk het niet. Ik hoor mijn stem je naam roepen, keer op keer, maar de wind scheurt mijn woorden aan flarden. Ik schijn niet te bereiken wat ik wil bereiken.

De afstand is te groot.

We zijn zoek. En op zoek. Maar misschien klaart de lucht nog op. Om dan te vinden wat we willen vinden.


07-04-2004

Onder het mes:

Mensen die bij me op bezoek kwamen merkten niets van Pixel's grillen. Ze hield zich altijd angstvallig schuil achter de boekenkast. Bezoekers snoven hoogstens de geur op die Pixel achterliet. Krolsheid wil namelijk nog wel eens gepaard gaan met onzindelijkheid. Zelf merkte ik van alles aan Pixel. Ze was rusteloos, miauwde niet maar gilde de longen uit haar lijf en wilde niets liever dan constant bij me zijn. En hoewel Scooszi al is gecastreerd, vond hij zo'n krolse poes razend interessant. Hoog tijd dus om de dierenarts te bellen.
Bij het asiel mocht ik Pixel zelf naar de behandelkamer brengen. Ik klopte op de witte deur, wachtte tot ik een 'ja' hoorde en ging naar binnen. "Oh," stamelde ik toen ik het tafereel zag: een dierenarts, een assistent, een assistente en twee katten die op hun rug lagen, alleacht de pootjes vastgebonden aan stangen, een operatiekleed over hun buik en beademingsapparatuur in hun mond. Ik gaf Pixel af, maakte me zorgen over het feit dat de dierenarts en zijn assistenten geen mondkapjes droegen maar ging er vanuit dat ze die nog zouden voordoen en fietste enigszins bezorgd terug naar huis.
Een paar uur later stond ik weer op de stoep en kreeg ik een versufte Pixel overhandigd. Met grote bange ogen staarde ze me aan. Zo snel als ik kon bracht ik haar naar haar veilige thuishaven, zette nieuwsgierige Scooszi op zolder en liet Pixel in alle rust door de kamer wankelen tot ze op haar kleedje neerplofte en in een diepe slaap viel. Stiekem was ik erg content met deze Pixel. Even geen uitbundig gemiauw, geen gekrab aan het behang, geen rondvliegende haren en geen spullen die omgegooid werden. Ik zou er bijna lachgas voor willen aanschaffen. Overigens heb ik voor de liefhebbers een fijne link naar een korte fotoreportage van de castratie van een poes gevonden. Vermaakt uzelf, dan ga ik weer verder met het bemoederen van Pixel.


06-04-2004

Water en vuur:

Wanneer ik anderen vertel over de nieuwe liefde in mijn leven, brengt dat dikwijls een schokeffect teweeg. Dat gaat dan ongeveer zo: "Wat is jouw sterrenbeeld?" "Vis." "En de zijne?" "Ram." Daarna volgt een geschrokken gezicht, grote ogen van verbazing, een hand voor de opengevallen mond en een hoofd dat heen en weer schudt. "Een ram? En jij bent een vis?" Dan krijg ik een nietsverhullend 'okeeee' te horen en een relaas over waarom het niet kan werken tussen een ram en een vis.
We zijn water en vuur. Water kan vuur doven, vuur kan water verdampen, maar als het goed gaat kan vuur op water branden. En iedereen gaat er voor het gemak vanuit dat hij mij verdampt of ik zijn vuur doof. Gesmolten ben ik wel, maar dat heeft op water niet zo'n impact.
Eerlijk gezegd word ik een beetje moe van al die opmerkingen. Alsof de hele wereld bestaat uit twaalf soorten mensen. Als we de ascendant meerekenen kunnen we meerdere combinaties maken, maar men vergeet één ding: als het klikt, dan klikt het. En daar is geen sterrenbeeld tegen bestand. "Weet je wat het beste bij jou past? Een kreeft," durfde iemand op te merken. Tsk. Hoe absurd om je relatie te spiegelen aan je sterrenbeeld. Mijn ram en ik gaan gewoon ons eigen weg. We houden geen rekening met ons sterrenbeeld. Als het tussen ons werkt, dan werkt het, en anders niet. Maar dat bepalen we nog altijd zelf, en niet één of andere suffe horoscoop.


05-04-2004

Vreemde eend in de bijt:

Eric kwam op me aflopen. Ik schudde hem de hand, legde mijn andere hand op zijn schouder en gaf hem een zoen op de wang. "Ik vind het echt zó jammer dat je wegmoet," zei ik met een beteuterd gezicht. Hij haalde zijn schouders op en leek minder onder de indruk dan ik. Maar als er één iemand had moeten blijven dan was hij het wel. Eric verliet na veel handgeschud en schouderklopjes de ruimte en terwijl de overgebleven kandidaten om de grote tafel gingen zitten en wachtten op instructies, besefte ik dat ik wel eens de volgende zou kunnen zijn die eruit gestemd werd. Tot overmaat van ramp kreeg ik ruzie met een andere kandidate, die de vorige dag al had bewezen snel aangebrand te zijn. Het lukte me niet om haar tot kalmte te manen en ging daarom met mijn rug naar haar toe zitten om een einde te maken aan onze discussie. Ik kon toch niets goed doen of zeggen bij haar.
Ik was blij toen ik thuis was. Geen gezeur aan mijn hoofd en eindelijk de ruimte om helemaal mezelf te kunnen zijn. Ik zocht mijn bed op en viel al snel in een diepe slaap. Toen ik de volgende ochtend mijn ogen opende lag Scooszi tevreden naast me te slapen. Ik bleef even langer liggen dan ik wilde, maar de verplichtingen haalden me al snel uit bed. En terwijl ik naar de keuken liep, water in de waterkoker goot en mijn bord afwaste, dacht ik plots terug aan mijn avonturen van vannacht. Eric? Andere kandidaten? Instructies? Tsk. Mijn droom had me vannacht een Idol laten zijn! *En schaamt zich daar een beetje voor.*


04-04-2004

Kattenkwaad:

Aukje kwaad.


03-04-2004

De denkster:

Als u bovenstaand hoofd afhakt en het vervangt door het mijne, dan heeft u een aardig beeld van waar ik mijn tijd zoal aan besteed. Ik ben de denkster, ster in nadenken over de dingen die ik wil gaan doen. Ik kan, mits ik niet op mijn werk word verwacht, uren in bed blijven liggen terwijl de voorgenomen plannen door mijn hoofd razen: zal ik gaan zwemmen of niet, ga ik nog boodschappen doen, ik draai me nog een keer om, heb ik zin om te zingen, ga ik pianospelen, zal ik een jazzstandard uitzoeken, ik sluit mijn ogen en heb zin om te dromen, misschien is het ook leuk om gitaar te spelen en oh ja, ik moet de kattenbak nog verschonen en de koelkast schoonmaken en mijn minidiscs labelen en en en...
Ik kan u wel vertellen: het helpt me geen zier. Opstaan moet ik! En beginnen! Maar dan begint het weer. Want waarméé zal ik beginnen? Uren tikken achteloos voorbij. En dan, aan het eind van de dag, vlak voor het slapen gaan, als ik mijn tijd heb doorgebracht met doelloos surfen en chatten, ga ik voor mijn eigen gemoedsrust nog snel even pianospelen. Of zingen. Of huiswerk maken. Zodat ik met een gerust hart in slaap val. Maar wat een tijd verdoe ik toch aan denken denken denken. Wat een vermoeiend hoofd heb ik. Doet u me een plezier. Hak het af en zet er een nieuwe op. Tweedehands mag ook. Als het maar doet doet doet.


02-04-2004

Reclameblok:

<Reclame>Nu ik achter mijn toetsenbord een fijn ontbijt nuttig, bedenk ik dat ik u nog helemaal niet heb verteld dat ik genomineerd ben voor een Dutch Bloggie in de categorie beste vrouwelijke weblogster van 2003. T/m 8 april kunt u stemmen via deze link.</Reclame>


01-04-2004

Blauw:

Blauw is de kleur van de liefde die niet ontstaat. Blauw is daar waar iemand toegeeft aan zijn gevoelens voor de ander, maar deze niet beantwoord ziet worden. Blauw is de kleur van de afwijzing en de daarbij behorende teleurstelling. Blauw is blue.
Ik kreeg een kaartje in de bus. "Had je niet gedacht hè?" zei een verlegen glimlachende Snoopy op de voorkant. Ik draaide de kaart om en las de handgeschreven tekst. Nee, dat had ik inderdaad niet gedacht. Het bleek een uitnodiging te zijn voor een avondje uit. De man in kwestie had zijn vraag ondertekend met drie kruisjes en zijn naam. Ik moest de man nageven dat hij het slim had aangepakt. Hij had namelijk een antwoordkaart meegestuurd. Ik kon kiezen uit: Ja - Nee - Weet niet - Anders gevolgd door wat stippellijntjes waarop ik mijn antwoord zou kunnen motiveren. Ik hoefde niet na te denken over het antwoord. Ik pakte een blauwe pen en zette gedecideerd een blauw kruisje in het hokje voor 'Nee'. Daaronder schreef ik 'sorry'.
"Nog bedankt voor je antwoord," zei hij toen we elkaar een paar dagen later tegen het lijf liepen. Ik knikte ongemakkelijk. We maakten een praatje, of iets dat er op leek, wensten elkaar succes met de muziek en namen afscheid van elkaar, waarbij we de drie zoenen op de kaart heel even werkelijkheid lieten worden. Toen draaide hij zich om en liep met het gelopen blauwtje weg. Ik keek hem na met een onbestemd gevoel in mijn maag. Iemand een blauwtje laten lopen is per slot van rekening ook maar een rare bezigheid.


2003

2004

2005

2006