28-04-2005

Stilte:

Ik open de deur van het huis. Voor ik het licht aandoe begroeten de katten me. Ik sluit de gordijnen en laat de computer zoemen. Wat een contrast met tien minuten geleden. Toen was er feestgedruis, harde muziek en een luidruchtig groepje mensen. Nu ben ik omgeven door stilte. En stiekem wilde ik niets liever dan dat. Wat deed ik eigenlijk op dat feest? Ik had helemaal geen zin in mensen om me heen. Maar soms kom je daar pas achter als je daadwerkelijk op een feest bent.

Ik schenk mezelf thee in. Trek mijn schoenen uit en pak het boek dat ik heb meegenomen.

De stilte is prettig gezelschap terwijl ik wacht op jou.


27-04-2005

Cultureel gedub:

In mijn wc ligt een stapel Uitkranten. Een verzameling culturele uitgaanstips vanaf eind 1998. Ik blader er nooit in, maar toen ik laatst aan de slag ging met een overzicht van mijn culturele uitjes kwamen ze toch nog van pas. Soms was het best irritant om ze door te kijken, omdat ik optredens tegenkwam die ik graag had willen zien. Alleen kende ik de zanger of zangeres destijds nog niet.

Nu zit ik in dubio. De stapel groeit. Maar ik doe niets met die stapel. Als ik mijn eigen uitjes eenmaal heb gedigitaliseerd, hoef ik toch niet te weten wat er in 1998 allemaal in de theaters te Amsterdam speelde? Maar toch knaagt er iets. Ik heb wel moeite gedaan om alle Uitkranten te bemachtigen en te bewaren. Is het niet zonde ook om ze weg te gooien? Wanneer stopt een verzamelaar met verzamelen?


26-04-2005

Overwhelmed:

Soms (met de nadruk op soms) is er geen land met me te bezeilen. Dan wil niks lukken, is alles teveel en laat ik de kop hangen. Als anderen me dan proberen op te monteren irriteer ik me, terwijl ik dondersgoed weet dat ze alleen maar lief voor me willen zijn.

Gister was zo'n dag. Ik mag dan wel die puzzel in mijn hoofd hebben opgelost, 24 uur per dag blij zijn is een heel ander verhaal. Opeens zag ik het even niet meer zitten en keek ik als een berg op tegen al die rotklusjes. De vuilniszak buiten zetten. De kattenbak verschonen. Afwassen. Boodschappen doen. Rekeningen betalen. Mails beantwoorden.

Dus pakte ik mezelf gister aan. Dat is volgens mij nog altijd de beste manier om een slecht humeur tegen te gaan. Niet gaan hangen op de bank, maar dingen doen. Ik zette de vuilnis buiten en verschoonde de kattenbak. Ik voelde me warempel iets beter. Maar bij het minste geringste gingen mijn gedachten weer de verkeerde kant op.

Op zo'n moment zit er maar één ding op: kop houden en slapen. Omdat het de volgende dag weer heel anders kan zijn. Ik was er nog niet helemaal van overtuigd toen ik vanochtend wakker werd, maar toen ik eenmaal aan de slag ging met de lijst in mijn hoofd, knapte ik zienderogen op.

Toen merkte ik pas dat ik weer overwhelmed was. Ik had nog zoveel te doen ('zoveel te doen, ik heb nog zoveel te doen') dat ik niet wist waar te beginnen en uiteindelijk niets deed. Maar nu ik langzaam dingen van de lijst in mijn hoofd kon afstrepen klaarde de lucht weer op. En wat een lekker gevoel is dat toch.

Nu nog mezelf leren dat ik mezelf moet aanpakken in plaats van eerst een paar dagen te gaan zeuren en hangen.


25-04-2005

Chippie:

"Er zit een rottweiler voor de deur van de dameswc," zegt B. als ze terugkomt met een biertje en een wijn in haar hand.
Niet bepaald mijn favoriete soort honden, denk ik.
"Dus ben ik na veel heisa en bemoeienis van de heren naast ons naar de heren-wc geweest," vervolgt ze.
De heren naast ons lachen.
"Bent u bang voor Chippie?" vraag een meisje van een jaar of tien. Ze is onderdeel van een tweeling die de tafels op het terrasje afveegt en de asbakken leegt en toevallig net onze tafel onder handen neemt.
"Ik ben inderdaad bang voor Chippie," geeft B. toe.
"Maar u hoeft helemaal niet bang te zijn voor Chippie," zegt ze, "Chippie is hartstikke lief en doet geen vlieg kwaad!"
Yeah right, denk ik.

Ik ben opgegroeid met honden. Ik zou dus geen angst voor honden moeten hebben. Maar ik vertrouw ze niet. En zeker geen rottweilers. De rottweilers van de buren in Friesland zijn niet bepaald lieverdjes. Ze willen nog wel eens bijten. Dat Chippie niemand kwaad doet geloof ik best. Maar vertrouwen doe ik het beest niet.

"Als u bang bent voor Chippie dan voelt hij dat. En dan is hij ook bang voor u," informeert de helft van de tweeling.
Oh god krijgen we dat. 'Doe alsof je niet bang bent.' Zo'n beest heeft echt wel in de gaten als het genept wordt.

We drinken nog wat. En nog wat. En natuurlijk kan ik het niet langer ophouden en moet ik toch echt nodig naar de wc.

Ik besluit de gok te wagen. Ik stap het donkere café binnen en laat mijn blik rondgaan. Niet om de rottweiler te spotten, maar om te kijken waar de dameswc is. Als ik het bordje 'toiletten' zie loop ik er naar toe. Zonder voor me te kijken. Zonder naar beneden te kijken.

Natuurlijk struikel ik. Over die verrekte rottweiler. Hij zat helemaal niet meer voor de deur van de dameswc, maar was in de weg gaan liggen. Meteen staat hij op. Ik draai me naar hem om. Voor een kort moment dat eeuwig lijkt te duren kijken we elkaar aan. Ik ben verstijfd van angst. Hij zal toch niet...?

Hij gromt. Oh god hij gromt! Hij gromt naar mij! Wat zei dat meisje ook alweer? 'Als u bang bent is Chippie bang voor u.' Oh! Ik ben niet bang hoor Chippie! Echt niet! Chippie gromt harder. Ik schat mijn kansen in. Zoek naar vluchtwegen. Op drie meter afstand is de wc. Ik zou een sprintje kunnen trekken. Chippie is dik en lijkt oud. Hij haalt me vast niet in. En waar leidt die deur naar toe? De keuken? Ook een optie.

Maar dan voel ik een helse pijn in mijn been. Ik schreeuw het uit. Ik verlies mijn evenwicht en val languit op de grond. Dan laat het beest mijn enkel los en grijpt mijn arm. Ik schop, sla, krab en bijt, maar Chippie is niet onder de indruk.

"CHIPPIE!" hoor ik in de verte iemand schreeuwen. "CHIPPIE, kom hier en laat die mevrouw er even langs!" Chippie draait zich om en loopt op een drafje naar zijn baasje. Ik lach krampachtig naar de beste man en vervolg mijn weg naar de wc.

Chippie gromde helemaal niet. Chippie viel me niet aan. Chippie was de onschuldigheid zelve. Misschien is Chippie echt wel een goedzak. Maar voor een volgende keer zoek ik toch liever een ander terrasje uit.


24-04-2005

Miniem:

In mijn hoofd lagen alle puzzelstukjes door elkaar. Sommige lagen op de kop, andere uit zicht. Het verbaasde me. Ik had de puzzel een tijd geleden al in elkaar gezet. Toen beviel de afbeelding me. Heel goed zelfs. Maar na verloop van tijd miste ik een puzzelstukje. En toen nog één. En opeens lagen alle puzzelstukjes weer helemaal overhoop. Ik kon weer van voren af aan beginnen.

Even leek de situatie hopeloos. Hoe moest ik in vredesnaam verder? Een afbeelding maken zonder voorbeeld was moeilijker dan ik dacht. Ik nam de tijd. Ik had de tijd. En langzaam aan vielen de puzzelstukjes op hun plaats. Die moet daar, wist ik. Oh ja, en die daar. Stukje bij beetje vormde de afbeelding zich naar mijn gevoel, mijn wensen.

Het laatste puzzelstukje legde ik een paar dagen geleden op zijn plaats. En meteen voelde ik iets in mijn buik opborrelen toen ik naar de afbeelding keek. Spanning. Maar vooral geluk. Toen ik nog eens goed keek zag ik dat ik elk puzzelstukje opnieuw had gebruikt. Alleen had ik ze op een andere manier in elkaar gezet.

Een nieuwe weg met dezelfde ingrediënten. Een miniem verschil met een maximaal resultaat.

De puzzel is opgelost. Voor nu.


22-04-2005

Man in supermarkt:

"Ze hebben alleen nog maar veldsla en ijsbergsalade."
(...)
"Ik kan natuurlijk ook een krop sla meenemen!"
(...)

Een man. In de supermarkt. Een man in de supermarkt die boodschappen haalt voor zijn gezinnetje. Kindje in winkelwagentje en mobiel aan het oor. Want man is verward. Produkt dat op boodschappenlijstje staat is niet aanwezig. Paniek. Peeuw.

Overleg plegen. Brainstormen.

Vrouw weet raad.

Even recapituleren. Een man heeft een vrouw nodig als een bepaald soort sla niet in het schap ligt.

Met onmiddellijke ingang eis ik dat mannen stoppen met hun gezeur over dat vrouwen te afhankelijk zijn.


20-04-2005

Shopaholic:

Ik shop graag. Niet als ik ergens naar op zoek ben. Niets is zo frustrerend als de halve stad aflopen voor iets dat je niet kan vinden. Maar rondneuzen doe ik graag. Nadeel is alleen dat ik vaak thuiskom met kleding die ik niet nodig heb. Niet dat ik het zo zie, maar als ik héél eerlijk naar mezelf ben is het wel zo.

Zo kocht ik laatst sneakers. Ik was al een tijdje op zoek naar sneakers voor onder die ene spijkerbroek. Maar als ik héél eerlijk ben, had ik ze helemaal niet nodig. Want die zwarte gympsneakdingen die ik heb, staan ook super. Maar toen ik op mijn nieuwe sneakers (Capwave) door de stad liep met boven mijn spijkerbroek (Vero Moda) mijn getailleerde visgraatjas (in Sheffield op de kop getikt, nog gratis ook), voelde ik me heel cool. "Goeie aankoop, die sneakers," hield ik mezelf voor.

Ik weet natuurlijk ook wel dat over een paar weken (of misschien wel dagen?) de nieuwigheid eraf is en dat het goede gevoel dat de sneakers me geven dan verdwenen zal zijn. En dat die leegte dan alleen maar opgevuld kan worden door een nieuw cool kledingstuk. Maar ik stráálde wel. "Kijk mij eens!" leek ik constant te roepen. "Kijk mij eens met m'n coole outfit!" En dat stralen mocht wel even na de humeurige ziekperiode.

Maar wat nog raarder is, is dat mijn gedachtengang opeens verdomd veel leek op die van de hoofdpersoon uit de omnibus Shopaholic. Rebecca Bloomwood is haar naam. Financieel journaliste en zó verslaafd aan shoppen dat ze zich metersdiep in de schulden steekt. Maar altijd vinden haar gedachten wel een smoesje om weer iets te kopen (en haar creditcardschuld verder op te laten lopen). Dus toen ik gister een kledingwinkel binnenliep hoorde ik mijn gedachten mompelen. "Ik mag toch zeker wel even kijken. En ik heb trouwens écht een nieuwe jas nodig voor de zomer."

Gelukkig kon ik enkele momenten later opgelucht ademhalen. Er hing niets leuks tussen. Maar wel een beetje bizar dat ik me gedroeg als een hoofdpersoon uit een boek. En dat van die merknamen tussen haakjes zetten (hierboven in de tekst) is ook al van haar gejat. Het is maar goed dat ik met de laatste bladzijden van het boek bezig ben. Mijn creditcard zal vast stukken veiliger zijn als ik het boek uit heb!


18-04-2005

Huh?

What the ....?!

Zucht...


17-04-2005

Zelfwaarde:

Anderhalve week was ik ziek. Ik kan me niet herinneren ooit zo lang ziek te zijn geweest zonder te kunnen functioneren. Want met een zeurende buikgriep kun je nog best werken. Maar met een virusinfectie die je keel lam legt niet.

Dat niet kunnen functioneren was in het begin best oké. Ik had net een paar weken vol sociale activiteit achter de rug. Ik had al besloten het anders aan te pakken, want mijn zingen leed eronder. Jammer eigenlijk dat een mens nooit álles kan in het leven. Ben je enthousiast met het één bezig, lijdt het ander er weer onder.

Hoewel ik geen afspraken meer had staan, hield mijn lichaam het toch voor gezien. Het was ziek, schreeuwde om rust, en ik kon niets anders dan het rust geven. Ik vermaakte me eigenlijk best. Boekje lezen, website updaten, chatten. Maar toen het na een paar dagen alleen maar erger werd, kon ik me er maar moeilijk bij neerleggen. En hoe langer het duurde, hoe chagarijniger ik werd. Ik kon niet veel praten, niet zingen, niet naar buiten. Ik sliep amper, de ziekte putte me uit, ik raakte geïrriteerd en was lichtgeraakt. Niet prettig voor mijn katten, maar vooral niet prettig voor mezelf. Want normaliter ontleen je je zelfwaarde aan de dingen die je doet. Werk, hobby, contacten. Niet dat ik me nutteloos voelde. Niet dat ik nu zoveel andere dingen deed dan wanneer ik niet ziek zou zijn geweest. Maar niet kunnen en wel willen is heel iets anders dan zelf kiezen voor 'eenzame' opsluiting.

Als ik het waagde om voet buiten de deur te zetten (soms schijnt dat goed voor een zieke te zijn) kon ik het niet laten om lekkernijen in huis te halen. Troostvoer. Of nog erger. Kleding. Doet het ook leuk als troost. Alleen duurde het euforiegevoel maar even. Een miscalculatie. Je kan een rotgevoel niet altijd wegeten of afkopen.

Even proefde ik hoe iemand zonder baan zich moet voelen. Of iemand die ziek is en noodgedwongen weken of maanden lang thuis moet zitten. Misschien went het. Maar ik vraag het me af.

Sinds gister voel ik me weer beter. En sinds vandaag voel ik me weer het heertje dametje. En wat een wereld van verschil is dat. Ik voel me weer volwassen, zeker van mezelf (in hoeverre ik zeker van mezelf ben). En god, wat is dat een fijn gevoel. Dinsdag ga ik weer aan de slag. Dinsdag begint mijn leven weer.


15-04-2005

Vroegah:

Ik kan me herinneren dat er vroegah als ik op stap ging wel eens vechtpartijen waren. No big deal, dat gebeurde zo vaak. Maar er waren ook vechtpartijen tussen jongens die louter met elkaar vechtten vanwege hun afkomst. Dat had niets met blank of zwart te maken, maar met de naam van het dorp. Kom jij uit S.? Dan ben jij een lul! Bang! Er zal vaak wel een aanleiding voor zijn geweest. Bijvoorbeeld dat iemand uit dorp S. het liefje had afgepakt van een jongen uit dorp J. Maar dan was je wel als groep zijnde mooi de klos.

De jongens gingen vaak met een hele groep op stap. Dan werden ze dronken, verloren hun verstand en mepten er op los. De politie moest er aan te pas komen en ze kwamen in de krant. Het leverde een flink aantal sterke verhalen op.

Iedereen sprak er natuurlijk schande van. Maar haalde ook z'n schouders op. Het zijn maar jongeren. Tegenwoordig halen we de schouders niet meer op. Want inmiddels zijn allochtonen dikwijls de dupe en dat is een goede reden voor de overheid én van de bevolking om zich er mee te bemoeien. Want oh wee als er allochtonen in het spel zijn, dan is het opeens een politieke kwestie. Ik wil de agressiviteit en de denkbeelden van jongeren (met name de Lonsdalejongeren) niet goedpraten. Maar stel dat er geen allochtonen waren, dan hadden de jongeren heus wel andere vijanden gemaakt. Er is namelijk altijd wel een reden om tot geweld over te gaan. Hoe klein ook.


14-04-2005

Dood:

"Het is zó erg, al die zeehondjes die worden doodgeknuffeld!"
"Eh, bedoel je niet doodgeknuppeld?"

Oh ja, hihi.

Het lijkt me duidelijk dat ik niet in de wieg ben gelegd voor het doodknuppelen van zeehondjes. Maar vertel eens, heeft u al geklikt op de banner hierboven? En iets gedaan om dat nutteloze knuppelen tegen te gaan?

Ik vraag me af of er ooit een tijd komt dat beesten niet hoeven te lijden onder de hebberigheid van ons mensen.


13-04-2005

Nachtbraker:

21.30 uur. Ik zet de computer uit en ga in bed liggen. Ik heb het helemaal gehad met de dinsdag. Ik wil mijn ogen sluiten, in slaap vallen en wakker worden op een woensdag die hopelijk aardiger voor me is. Voordat ik me overgeef, besluit ik de laatste bladzijden van het eerste boek uit de omnibus 'Shopaholic' te lezen. Dat boekt leest als een trein. Hoewel ik veelvuldig mijn wenkbrauw optrek als de hoofdpersoon weer één of andere stomminiteit begaat, moet ik er ook wel om lachen.

21.50 uur. Ik klap het boek dicht. Ik heb in een paar dagen 273 bladzijden gelezen. Zou dat een record zijn voor mij? Ik neem een slokje water en kruip onder mijn dekbed. Laat de slaap maar komen!

00.14 uur. "Gefeliciteerd met je verjaardag!" roep ik door de telefoon. T. bedankt me en vraagt meteen waarom ik zo laat bel. Niet dat het voor hem een probleem is, maar het is niet bepaald een tijdstip waarop je verwacht dat Aukje belt. "Kannieslapuh," verzucht ik. We babbelen nog even en dan hangen we op. Ik neem een slokje water en een paracetamol. Iets waar ik anders altijd lekker op kan slapen. Ik kruip onder mijn dekbed. Laat de slaap maar komen!

00.45 uur. De onderbuurman komt thuis. Mijn onderbuurman komt vaak dronken thuis. Als hij weggaat ruikt de hele gang naar aftershave, als hij thuiskomt ruikt de hele gang naar drank. Ik hoor hem hoesten. Dan hoor ik hem kotsen. Die rottige muren zijn echt veel te dun. Ik draai me om. Slaap, waar blijf je toch?

01.07 uur. Ik lig op mijn rug, starend naar het plafond. Ik verveel me. Het is geen tijdstip om de computer aan te zetten. Het is zeker geen tijdstip om van alles en nog wat te gaan doen. Bovendien ben ik écht moe. Maar ik verveel me ook enorm! Ik sms. "'k Verveel me. Ben je al thuis?"
"Nee."
Damn.

01.30 uur. Ik heb best veel gedaan tijdens mijn ziekzijn bedenk ik. Ik heb 2 boeken uitgelezen. Ik heb films gekeken die al maanden, zo niet jaren op de plank lagen, wachtend om bekeken te worden. Ik heb solfège gedaan. Ik heb veel gelogd. Ik weet dat ik vertelde dat ik niet meer dagelijks zou loggen. In theorie doe ik dat ook niet, maar het lijkt er verdacht veel op. Dat is niet wat u en ik zich er bij voor hadden gesteld. Laten we het daarom maar hier op houden: ik log wanneer ik zin heb. En dat kan dus ook dagelijks zijn.
Maar waar ik echt trots op ben is mijn project. Iets waardoor iedereen me voor gek verklaard, maar waar ik heel gelukkig van wordt. Kijkt u eens in het menu aan de linkerkant. Daar ziet u staan 'theater & concerten'. Ik heb namelijk sinds 1998 bijna alle flyers van de theater & concerten die ik bezocht bewaard in mappen en het leek me leuk om dat alles te digitaliseren. Plaatjes moeten de boel nog opvrolijken, maar dat komt nog. En nee, ik weet dat niemand er een hol aan heeft, maar zelf vind ik het helemaal geweldig. Er liggen nog wat jaren te wachten. Maar ja, ik ben dan ook nog steeds ziek. Zag ik daar Klaas Vaak?

01.51 uur. "Ik ben thuis, ben je nog wakker?"
Ha, een slachtoffer! Gelijk pak ik de telefoon en bel. Nee, ik mag eigenlijk niet praten. Nee, ik moet eigenlijk slapen. Drie kwartier later hang ik met een glimlach op. Ik neem een slokje water en kruip wat verder onder mijn dekbed. Ik ben helemaal klaar voor de slaap.

02.44 uur. Vijf uur later! Ik slaap! Eindelijk!

Als het vannacht weer zo gaat werp ik mezelf uit het raam.


12-04-2005

Einstein:

Ik werd gebeld door de Vara.
"U zat vorig jaar in het publiek bij B&W, klopt dat?"
Ja.
"Nu is er een nieuw programma, Nieuwslicht, gepresenteerd door Paul Witteman en wij vroegen ons af of u belangstelling heeft om in het publiek te zitten."
Laat ik haar maar niet meteen afschepen denk ik. Gewoon netjes en geïnteresseerd blijven, ook al voelt het als een verkooppraatje. "Waar gaat het programma over?"
"In Nieuwslicht worden actuele onderwerpen vanuit een wetenschappelijke invalshoek belicht."
Dat klinkt reuze interessant. Echt iets waar ik warm voor loop... "Waar wordt het opgenomen?" vraag ik.
"In het mediapark in Hilversum."
Aha. Dat is een goeie reden om haar af te poeieren. Kijk, als het nou in Amsterdam was, dan had ik het wel willen overwegen, maar naar Hilversum afreizen voor een programma over actuele onderwerpen die belicht worden vanuit een wetenschappelijke invalshoek... thanks but no thanks.
Als ik haar wil bedanken voor het telefoontje gooit ze nog een laatste argument in de strijd. "In de uitzending doet het publiek mee aan een Einstein-quiz!"
Een Einstein-quiz? lol+lol=hihi! "Nou, dan ga ik zeker niet in het publiek zitten!" roep ik lachend door de telefoon. Ik zie het al voor me. "Mevrouw Aukje, u heeft gekozen voor antwoord c: b=mc2. Hoe komt het dat het leven zo'n domme koe van u heeft gemaakt?"
"Bedankt voor het telefoontje," zeg ik en hang op. De lach aan de andere kant van de lijn sterft weg. "Oh. Dag mevrouw!"
Toegegeven, humor hebben ze wel bij de Vara.


11-04-2005

Virusinfectie:

Het woord virusinfectie heeft een indrukwekkend karakter. Alsof je heel ernstig ziek bent als je het hebt opgelopen. Ik veerde dan ook even op toen de dokter me vanochtend vertelde dat mijn als schuurpapier voelende keel slachtoffer was geworden van een virusinfectie. Ha! Mijn ziekzijn had plots een etiket verworven! En daarmee bestaansrecht! "... maar verder kan ik niets voor je doen," vervolgde ze haar verhaal.

Oh.

Had mijn keel een bacteriële infectie gehad dan had ik antibiotica kunnen krijgen. Maar tegen een virusinfectie helpt niks. Dus zit er niets anders op dan uit te zieken. Veel drinken, veel slapen (nogal lastig als ik de hele nacht lig te blaffen) en goed voor mezelf zorgen. Maar vooral: niet teveel praten.

Eerlijk is eerlijk: mijn keel voelt niet bepaald prettig als ik praat, dus je zou denken dat het me heel gemakkelijk afgaat om mijn mond te houden. Maar dat valt vies tegen. Bij sommigen lukt het best om een kort gesprek te voeren. Maar dat ligt niet zozeer aan mijn zere keel.
Anderen kan ik ondanks m'n keel en de waarschuwing vooraf ('ik mag niet teveel praten') nog overvallen met een waterval van woorden. En het gekke is, dat zij zich hadden verheugd op een stille Aukje. Eh...??!!

Het lijkt me voor alle partijen beter dat ik alleen nog gesprekken voer via de chat. Dus als u morgen een stukje leest over RSI dan weet u waarom.


10-04-2005

Beestjes en een ruïne:

Mijn zus leeft een heel ander leven dan ik. Tegenwoordig doet ze dat niet meer in Overijssel, maar in Limburg. Manlief kreeg een baan in Maastricht. Tja, dan zit er niks anders op dan mee te verhuizen. Ik maakte een sprongetje bij het horen van het woord Limburg. Bekeek foto's van de huizen die ze op het oog hadden. Ik herinner me nog een foto van een vrijstaand huis op een heuvel, midden in het groen. Maar jammergenoeg was het een bouwval, zodat ze het niet kochten. Uiteindelijk kwamen ze terecht in een nieuwbouwwijk in een klein dorpje waar het heerlijk rustig toeven is, maar waar je totaal niet het idee hebt dat je in Limburg zit. En dat vind ik nou zonde. Als je naar Limburg verhuist, ga dan ook in de heuvels zitten. Maar ik heb het niet voor het zeggen, en ik zie ook wel dat de kindertjes het er enorm naar hun zin hebben.

Als ik in de zomer op het huis van zus en kornuiten paste, liet ik de hond twee keer per dag in het bos uit. Soms een kwartier, soms twee uur lang. Af en toe fietste ik door wat de achtertuin van Nederland werd genoemd. Overijssel is mooi. Als ik deze zomer weer twee weken op hun huis ga passen moet ik naar andere dingen op zoek. Want er is geen bos achter huis en geen mooie fietsroute in de buurt. Maar wel is daar Maastricht op een kwartier rijden. En toen ik vorige week op bezoek was bezochten we een kasteelpark met leuke beestjes en een heuse ruïne!

trompetzwaan (de grootste zwaan ter wereld)

gedeelte van het afgebrande kasteel

berberaap van Stichting Aap

Beestjes en ruïnes, kijk, daar wordt Aukje blij van. Dus zie ik het nu wel zitten, twee weken oppassen op het huis van mijn zus. Limburg, here I come!


08-04-2005

De mond snoeren:

"Ik ben moe, voel me niet lekker en ben in een zeikbui."
"Chocoladekoekje dan maar?"


07-04-2005

Uit:

Ziek zijn heeft één voordeel: ik heb de Da Vinci Code in alle rust kunnen uitlezen. :-)


06-04-2005

Stroomloos:

Toen ik gister naar Desperate Housewives keek, flikkerde het licht, toen het televisietoestel en toen niets meer. Zat ik net nog midden in de gezelligheid, nu zat ik opeens in de duisternis. Ik en de rest van de straat waren stroomloos. Afgesneden van tv, vaste telefoon, computer en licht. Dan pas besef je hoe afhankelijk je eigenlijk bent van al die apparaten. Opeens was mijn mobiele telefoon de enige mogelijkheid op contact met de buitenwereld.

Ik stak kaarsen aan, net als andere bewoners in de straat, en ging met de Da Vinci Code in bed liggen. Van andere logs had ik wel geleerd om alle apparaten uit te zetten, voor het geval de stroom midden in de nacht weer aangesloten wordt en je je te pletter schrikt van een tetterende tv en een zoemende computer.

Maar het had ook wel iets. Stroomloos zijn. Back to basic. Eens goed nadenken over wat je kan doen zonder stroom. Drie kwartier later floepte het licht weer aan. En stiekem was dat toch een beetje jammer.


05-04-2005

Op de wc:

"Waar is tante Aukje?" Mijn neefje van drie kijkt mijn zus vragend aan.
"Op de wc," antwoordt ze.
Hij gniffelt. "Tante Aukje heeft dikke billen," zegt hij dan.

(Gelukkig wist hij na een kruisverhoor geheel vrijwillig te vertellen dat papa en mama ook dikke billen hebben.)


04-04-2005

Aardappel:


02-04-2005

Gezicht op kroegraam:

P. had voor het luttele bedrag van 2,50 euro Gezicht op Delft van Vermeer op de kop getikt. We zaten op het terras toen hij zijn net verworven aanwinst liet zien. Die aanwinst verdiende een mooi plekje vond hij. En wel meteen. Met zulke rare ideeën had de kroegbaas al rekening gehouden, want er zat heel keurig een spijker in het hout. En verdomd. Het stond nog goed ook.


2003

2004

2005

2006

2007

2008