31-07-2004

"Kind, wat woon je toch in een leuke buurt!"


30-07-2004

Geloof:

Ooit geloofde ik in reïncarnatie en een hemel. Om mezelf na mijn dood nieuw leven in te blazen. En omdat de dierbaren die niet meer leefden dicht bij me te laten zijn. De wetenschap dat mijn beppe van boven af naar me keek maakte het gemis minder. Toen ik werd aangestoken met het 'De-Celestijnse-Belofte-virus' (een avonturenroman waarin de lezer met eeuwenoude wijsheid en spirituele ervaringen op een herkenbare en persoonlijke manier in contact wordt gebracht) werd mijn idee bevestigd. Weliswaar op een andere manier dan ik voor ogen had, maar er was duidelijk meer tussen hemel en aarde.
Enthousiast als ik was kocht ik het tweede boek van de Celestijnse Belofte, maar ik kwam er niet doorheen. Ik verloor interesse in het spirituele en kwam erachter dat ik alleen maar geloofde in reïncarnatie en een hemel omdat het een prettig houvast is. Want het is fijn om te geloven dat onze dierbaren een mooi plekje hebben gevonden en op ons zullen wachten, of ons tegemoet kunnen treden in een nieuw leven als een ander persoon.
Ik ben niet gelovig opgevoed en geloof niet in een god. En hoewel mensen die in god geloven soms hun kop in het zand steken ('god heeft het zo gewild') is het ook een goede manier om de pijnlijke dingen des levens te accepteren. Ook geeft god een groep waar men bij hoort, die elkaar elke zondag opzoekt in de kerk of op de EO-jongerendag. En dat willen mensen graag, ergens bij horen.
Maar ik heb ook een hekel aan geloof. Omdat mensen vaak klakkeloos overnemen wat de kerk predikt, zonder na te denken of het relevant is of niet. Ooit had ik een vriendin die god aanbad. Ze leefde strikt naar de wetten van de kerk, waardoor ze geen sex voor het huwelijk wilde. Ik vond het hypocriet, omdat ze wel met haar vriendjes mocht vrijen. Alleen de daad werd alleen uitgesteld tot na het ja-woord. En dat ik niet in god geloofde gaf niets zei ze. Want "God houdt van alle mensen. Ook van jou."


29-07-2004

Glaasje draaien:

Het liep tegen de avond. Er was een familiefeest gaande bij mijn oom en tante. Mijn nichtjes en ik ontvluchtten het feestgedruis door ons op te sluiten in de slaapkamer. We sloten de gordijnen en pakten een stuk karton dat dienst deed als ouijabord. Ik was een jaar of tien. En ging geesten oproepen. We zetten een klein theeglas op het bord, legden elk twee vingers erop en riepen in koor: "Geest, geest, bent u daar?" We riepen net zo lang tot het glas bewoog en op 'JA' stil hield. Dit was op z'n zachtst gezegd freaky. Maar we lieten ons niet kisten en stelden vragen. "Met wie ga ik later trouwen?" wilde ik weten. Het glas bewoog. Eerst naar de G, toen naar de E, de R en de A. Het leek verdacht veel op de naam van een jongen uit mijn klas. Ik vroeg of hij het was. Het glas gleed naar 'JA'. Ik moest er eerlijk gezegd niet aan denken, maar het zou zomaar kunnen dat deze jongen over tien jaar op een wit paard langs zou galopperen en ik in katzwijm zou vallen. Het leven kon per slot van rekening rare wendingen nemen. Daarna stelde ik een vraag die je tijdens dit soort sessies altijd achterwege moet laten. Maar ik was te nieuwsgierig en deed het toch. Het antwoord viel gelukkig mee. Ik zou de leeftijd van 76 bereiken en overlijden aan een hartaanval. Mijn nichtjes stelden ook nog wat vragen, maar toen we iets zagen bewegen achter de gordijnen kregen we het op onze heupen en vluchtten de kamer uit.
Ik wist dat de antwoorden niets waard waren, zeker niet toen mijn ene nichtje vertelde dat mijn andere nichtje het glas vooruit had geduwd. Maar de antwoorden zijn me altijd bijgebleven. Misschien omdat ik het prettig vind om te 'geloven' dat ik 76 word. Want geloven in mooie dingen is fijn. Zelfs als je zeker weet dat ze niet waar zijn.


28-07-2004

Lief Dagboek:

Stapels dagboeken heb ik. Ze beslaan een periode van ongeveer tien jaar. 1985-1995. Een periode waarin ik puberde en veel schreef over verliefdheden en de daaruit vloeiende moeilijkheden. Ik heb de schriften altijd bewaard en beschouwde ze als een kostbaar bezit. Ik stelde me zo voor dat ik als beppe van tachtig in een bejaardentehuis achter de geraniums de schriften nog eens door zou lezen en zou grinniken om mijn avonturen. Maar nu ik de laatste exemplaren uit Friesland heb meegenomen (en dus in veiligheid heb gebracht), twijfel ik daaraan. Want zo interessant is het allemaal niet. Ik word verliefd, zoen een jongen, we krijgen verkering, het gaat uit en de volgende verliefdheid dient zich aan. Ik heb gewonnen of verloren met kaatsen, heb ruzie met een vriendin of schrijf dat we gezellig op stap zijn geweest. Het is een saaie opsomming van feitjes, zoals op 12 september 1990:

"Gister viel gymnastiek uit, dus 2 uren vrij. Na gym heb ik altijd een uur vrij. G. was ook vrij en moest net als mij 12.55 uur weer in. Dus wij (G., A en ik) naar de kroeg. D. en F. kwamen ook en R. ook na een tijdje. 't Was wel gezellig. Even later kwam E. met P. Toen was het hééél gezellig. Dikke lol met E. Sommige vragen of G. en ik verkering hebben. 't Lijkt er wel op. Vanmorgen kwam hij ook al weer bij me staan. Ik heb 'm de rest van de dag niet gezien. Morgen ben ik 12.55 uur uit, dus ga ik met S. de stad in (nou ja stad, naar de kroeg dus). Ik vraag G. ook nog even. Ik ben nu helemaal gek van Queensrijche. Echt schitterende muziek!! Nou. Morgen 2 repetities op, van Engels en Spaans, dus dat zal ik (misschien) even leren."

In 1995 stopte ik met schrijven, omdat ik een andere vorm vond: liedjes schrijven. De liedjes zijn me nog steeds heel dierbaar. Nu stel ik me zo voor dat ik als beppe van tachtig in een bejaardentehuis achter de geraniums naar mijn liedjes luister en ontroerd ben. En misschien even gluur in de schriften van toen. En blij ben dat ik ze niet heb weggegooid. Omdat ik daarmee een stukje Aukje weggegooid zou hebben.


27-07-2004

Sushi:

Ooit was er een stokje met drie vragen, die ik naar Pascal slingerde. En naar aanleiding van deze vraag maakte ik zondagavond samen met deze logger kennis met hem, zijn familie en zijn kookkunsten. Pascal maakte sushi, een gerecht waar ik me nog niet eerder aan had durven wagen. Maar eens moet de eerste keer zijn, en de indrukwekkende kookkunsten van Pascal zorgden ervoor dat mijn eerste keer erg goed beviel. De tafel werd volgezet met lekkernijen, de monden werden volgepropt en tussendoor werd er gezellig gebabbeld. En ergens tussen de sushi en het smultoetje in bedacht ik hoe bijzonder deze situatie was. Dat ik me in een vreemd huis in een andere stad op kookgebied liet verwennen door vreemde mensen. Wat loggen al niet teweeg kan brengen. :-)

foto van smultoetje is gemaakt door Edwin


25-07-2004

Mijn achtergrond:

Het contrast is groot. Zoals elke keer als ik langere tijd in Friesland ben geweest. De ene keer ben ik blij als de trein Amsterdam binnenrijdt, de andere keer somber. Gister was ik, ondanks de stralende zon, minder blij met mijn aankomst op Amsterdam Centraal. Want hoewel twee en soms drie kleine kinderen om je heen vreselijk vermoeiend is, genoot ik met volle teugen van hen en van de plek waar de boerderij van mijn ouders staat. Door de hevige regenval was het er groener dan groen. Ik sjokte op klompen door het hoge gras in de weilanden om koeien op te halen of zwanenbloemen, beschermde waterplanten die in de sloten rondom de boerderij in grote getale voorkomt, te fotograferen.

's Avonds viel ik in slaap met de stilte om me heen. In de verte hoorde ik af en toe het zachte gerinkel van een koebel. 's Ochtends werd ik gewekt door de zon, of door het gebrul van mijn neefje dat uit bed wilde. Ik verschoonde twee poepluiers (ik ben trots op mij), depte het bloed dat vrijkwam door een tand die zich in de lip van mijn neefje boorde, trad streng op als mijn twee neefjes van twee elkaar te lijf gingen en liet mijn nichtje nieuwe kleren uitzoeken in de winkels in het dorp. Ik genoot bewust van mijn uitjes met mijn vader en juichde als een klein kind toen ik bij mijn grote broer op de trekker mocht. Ik maakte opnieuw kennis met oud-klasgenoten die ik toevalligerwijs tegenkwam, zocht vrienden in Leeuwarden op en ging op visite bij buren die ik al jaren niet had gezien. Het landschap nam ik als een ansichtkaart in me op, elke dag weer. Voor heel even leefde ik een ander leven. Met een grote glimlach schudde ik de hand met mijn achtergrond. Ik was even vergeten hoe bijzonder die is.


17-07-2004

Onderweg:

Na een lange en barre tocht door onherbergzaam gebied zal ik naar verwachting deze middag voet op Friese bodem zetten, waar mij een zware taak te wachten staat. Ik zal alles uit de kast moeten halen om mijn positie als favoriete tante veilig te stellen. Ook zal ik mij opwerpen als boerenhulp. Een week lang zal ik mijn handen uit de mouwen steken. Ooit noemde ik het vakantie. Ik ben er nu niet meer zo zeker van...


16-07-2004

Frieskist:

Ik zal het niet ontkennen. Ik hou van kleffen. Ik vind het heerlijk om in een innige omhelzing naar een schilderij in een museum te kijken. Of hand in hand naar een concert te luisteren. En vroeger waren verjaardagen een uitgelezen kans om leuke jongens te kussen. Maar dat we buiten vriendjes om met jan en alleman kleffen vind ik maar niks. En helaas kleffen wij Nederlanders nogal. Op zoengebied dan, want op aanraakgebied zijn we net een stel vrieskisten. We zoenen vrienden. Familieleden. Kennissen. Vrienden van vrienden. Schoonfamilie. Op de wang. Drie keer. Twee keer. Of twee keer op de wang en één keer op de mond. Van die laatste versie gruwel ik.
Friezen zoenden niet toen ik nog in Friesland woonde. Wij gaven bijvoorbeeld familieleden een ferme handdruk. Tijdens mijn studie zoende ik al wat vaker, maar vooral omdat anderen het initiatief namen. Pas toen ik in Amsterdam kwam wonen werd ik helemaal ingewijd in de wereld van het wangzoenen. Ik deed vrijwillig mee, maar verbaasde me over hoe makkelijk en vaak er werd gezoend. Ik besloot grenzen te stellen. Vrienden zoende ik alleen als ik ze lange tijd niet had gezien. Vrienden van vrienden alleen als ik ze vaker zag en aardig vond.
Nog steeds sta ik soms aarzelend tegenover een persoon. Zal ik nu wel of niet, zal hij of zij nu wel of niet. Het liefst zou ik altijd voor niet kiezen. Want al beweeg ik me voort als een koelkast, in mijn hart ben en blijf ik een Frieskist.


15-07-2004

Suske en Wiske en de loggende Aukje:

Gister tikte ik drie albums van Suske en Wiske op de kop die ontbraken in mijn verzameling. Later op de dag kwam ik echter een wel heel bijzondere versie tegen. Kijkt u maar eens (klik!)!


14-07-2004

Versplinterd glas:

Met een joyeus gebaar zette ze twee volle wijnglazen op de licht wiebelende tafel met het mozaïeken blad. Ze nam plaats op de houten klapstoel en sloeg haar zichtbaar gebruinde benen over elkaar. Ze warmde haar huid aan de laatste zonnestralen van de dag. Een venijnige wind stak af en toe de kop op en bezorgde haar koude rillingen. Of was haar gezelschap daar de oorzaak van? Ze keek naar hem. Naar zijn blonde piekerige haar, naar de afwezige blik in zijn ogen. Hij boog zich voorover, pakte het glas op als een ervaren wijndrinker en bracht het naar zijn lippen. "Chardonnay?" vroeg hij terwijl hij zijn glas tot ooghoogte hief en de inhoud bestudeerde. Ze knikte.
"Je bent mooi," grijnsde hij terwijl hij haar vanachter het wijnglas bestudeerde. Ze kon haar opkomende glimlach niet onderdrukken. Het irriteerde haar. Liever liet ze hem blijken hoe ergerlijk ze hem vond. Omdat hij dat verdiende. Ze sloot haar ogen en legde haar hoofd in haar nek. Langzaam doezelde ze weg, maar ze merkte nog net hoe haar hand behoedzaam het nog volle wijnglas pakte. Ze kon een slok nemen en genieten van de smaak. Ze deed het niet. Ze had een beter plan.
Haar gezelschap sprong verschrikt en hevig vloekend op toen ze de wijn over hem heen goot. Daarna smeet ze het lege glas dat zich stante pede vulde met al haar ergernissen tegen de muur. Glassplinters en scherven verspreidden zich over de grauwe balkonvloer. "Kijk uit voor de scherven," zei ze kalm tegen hem. Tenslotte had ze hem nog steeds lief.


13-07-2004

Burka:

Ik kwam een burka tegen in de lift in het gebouw waar ik werk. Nu kom ik wel vaker allerhande nationaliteiten tegen in de lift, maar dit was mijn eerste burka. De burka hield een vrouw verborgen. Een jongen, waarvan ik vermoedde dat het haar zoon was, stond naast haar. Hun kleding stond in schril contrast tot elkaar. Een van top tot teen bedekte moeder en een nonchalant gekleed joch. Zij afgezonderd van de buitenwereld, hij bereikbaar en toegankelijk. Het was dan ook de jongen die ik vragend aankeek toen ik de liftdeur opende om naar binnen te gaan. We waren op de begane grond en ik verwachtte dat zij wilden uitstappen. "Is dit de begane grond?" vroeg de jongen me. Ik antwoordde bevestigend. De jongen gebaarde zijn moeder dat ze de lift moesten verlaten. De hoofddoek van de vrouw knikte. Haar stem bedankte me. Even kruisten onze blikken elkaar. In dat korte moment zag ik de verscholen schoonheid van een vrouw. Terwijl ze samen wegliepen stelde ik me haar voor zonder burka. Ik zag haar heupwiegend over straat lopen met gitzwarte haren die dansten op haar schouders. Een stralende glimlach op haar gezicht, haar blote armen zwaaiden sierlijk langs haar lichaam. Ik zag een vrouw die gezien mocht worden, maar die zichzelf niet mocht laten zien. Terwijl ik de liftdeur achter me dichttrok vroeg ik me af of zij verlangde naar mijn denkbeeldige versie van haar.

"En zeg tot de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en hun schaamstreek kuis bewaren en dat zij hun sieraad niet openlijk tonen, behalve wat gewoon al zichtbaar is. En zij moeten sluiers over hun boezem dragen en hun sieraad niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten of hun vaders of de vaders van hun echtgenoten of hun zonen of de zonen van hun echtgenoten of hun broers of de zonen van hun zusters of hun vrouwen of slavinnen over wie zij beschikken of mannelijke volgelingen die geen geslachtsdrift meer hebben of de kinderen die nog niet op de schaamdelen van de vrouwen letten. En zij moeten niet met hun voeten stampen zodat men weet wat zij voor verborgen sieraad dragen. En wendt jullie berouwvol tot God, o gelovigen; misschien zal het jullie welgaan."


12-07-2004

Paniek in Artis:

AMSTERDAM - Van een verslaggever

"Ik sloeg alarm. Want ik zag een witte sok. Ik dacht dat ze weinig schade kon aanrichten omdat ze alleen was. De vriendelijke jongeman die haar gezelschap hield was geen witte sok, dat zag je zo. Een witte sok die zonder andere sokken op pad was in een dierentuin. Ik betwijfelde of ze daar wel toestemming voor had. Ze wilde een foto van me maken. Om op haar log te publiceren. 'Ach, laat ik haar een plezier doen,' dacht ik. Ik was tenslotte in een goed humeur. Ik liet mijn begeerlijke lichaam een klein beetje zakken zodat ze een mooi kiekje van me kon maken. Maar zo'n witte sok ziet er best wel eng uit van dichtbij! Gelukkig was het er maar één, dat kon ik nog aan. Al vraag ik me nog steeds af waarom ik opeens zo wazig ging zien. De ramen van mijn nederige huisje waren die ochtend nog gelapt! Ook voelde ik me steeds beroerder. Toen de witte sok eindelijk verder liep knapte ik vreemd genoeg helemaal op. Raar volk, die witte sokken."

"Ik was gewaarschuwd door de reuzenzeebaars dat er een witte sok door Artis struinde. Dus ik was op mijn hoede. Maar plots stak die witte sok haar hoofd over de rand van de berenkuil. Ik ben dan wel een grote sterke beer, maar wat ik toen zag was afschrikwekkend. Ik viel spontaan flauw. Heeft ze toen een foto van me gemaakt? En gepubliceerd op haar log? Verdorie, zo doe ik het imago van de beren geen eer aan. Sorry jongens, ik kon het echt niet helpen."

"Ze, snif, dacht dat ik een kat was. Hoe noemde ze me ook alweer. Iets met een P. Ja, ik weet het weer. Ze noemde me Pixel. Wat een gruwelijke naam! Wie bedenkt nou zoiets? In ieder geval wilde ze me knuffelen en aaien. Maar, snik, ik ben een jaguar! Een verschrikkelijk sterke en stoere jaguar! Die kun je niet zomaar aaien! Zij vond van wel. Ze naderde snel. Ik had geen schijn van kans. Ik probeerde, snif, tegen te stribbelen, maar bleef verstijfd staan. Ik was verdoofd door haar aanblik. Toen wankelde ik op mijn poten en viel ik zomaar languit op de grond. Ik, een jaguar, gevloerd door een witte sok! Wat zeg je? Komt ze terug? En neemt ze dan andere witte sokken mee? Ik zal de verzorgers vragen, nee, sméken of ze die dag de dierentuin kunnen sluiten. Anders is het gedaan met mij. Met ons! Wat ik je grom, eh, brom!"


11-07-2004

Auk en radio 538:

Nietsvermoedend liep ik met mijn fiets aan de hand over de markt. Het was druk. Zoals altijd op zaterdag. In gedachten verzonken slalomde ik tussen de mensen door. Toen ik een zijstraat inliep en aanstalten maakte om op mijn fiets te springen werd ik aangesproken door een man. Hij had een minidisc bij zich en droeg een koptelefoon. "Mag ik je wat vragen?" vroeg hij. Meestal ben ik niet zo happig op vragenstellers, maar deze man zag er niet uit alsof hij met een enquête bezig was. "Duurt het lang?" vroeg ik met het oog op de klok even verderop. "Nee, een paar minuutjes," antwoordde hij vriendelijk. Ik stemde toe. Hij vertelde me dat hij van de radio was, radio 538 geloof ik, en hij wilde Amsterdammers vragen of ze zich nog veilig voelden in hun stad vanwege de dreiging van terroristische aanslagen. Oké. Radio dus. Nu niet nerveus worden. Tijdens mijn opleiding had ik vaak genoeg gezien hoe geïnterviewden transformeerden in hypernerveuze wezens zodra het rec-knopje werd ingedrukt. Daarbij wist ik dat een interview niet altijd wordt uitgezonden. Oninteressante antwoorden halen de uitzending niet.
Hij vroeg of ik me of ik me nog wel veilig voelde in Amsterdam. Ja, ik voelde me nog veilig. "Waarom?" Hè bah, een waaromvraag. Dat is zo'n vraag waar alleen een goed onderbouwd en helder geformuleerd antwoord op gegeven mag worden. Tenminste, als je op de radio wil komen wel. Ik weet niet meer wat ik antwoordde. Iets in de trant van dat er vaker alarm wordt geslagen maar dat het gelukkig tot nu toe altijd loos alarm is gebleken. Het gevolg is echter dat op elk volgend alarm laconiek wordt gereageerd. Tot er werkelijk iets gebeurt natuurlijk. Dan is er paniek.
Hij stelde nog wat vragen, ik gaf nog wat antwoorden. Toen bedankte hij me. Ik wenste hem succes en sprong op mijn fiets. En terwijl ik naar mijn afspraak fietste dacht ik na over zijn vragen en over mijn antwoorden. En natuurlijk kwamen toen briljante formuleringen in me naar boven. "Dát had ik moeten zeggen," zei ik hoofdschuddend tegen mezelf. Of ik een succesvol radiodebuut bij 538 heb gehad weet ik niet. Ik heb verzuimd te vragen wanneer het uitgezonden werd. Maar dat is maar beter ook geloof ik.


10-07-2004

Vrouwen in Boedapest versieren:

Asszony a Budapest vesz. Hogy? O" van könnyu". Szól csak jó napot!

Ooit was ik kamermeisje op een cruiseschip. Twee maanden lang voer ik van Berching (een klein plaatsje in Zuid-Duitsland) naar Boedapest en weer terug. Soms voeren we door naar Amsterdam. Maar altijd gingen we weer terug. Naar Boedapest.
De boot lag in het centrum van Boedapest aan de Donau. Een waanzinnige plek. Het uitzicht was geweldig, het centrum vlakbij. Vaste prik was een bezoek aan de gay-bar tegenover het schip. De (travestieten)shows waren maf en de sfeer zat er altijd goed in.
Er waren ook vrouwen in de gay-bar. Stoere vrouwen. Ze omhelsden elkaar. Zoenden elkaar. Staken hun hand in elkaars broekzak. Sommige keken naar de vrouw op het podium die voorovergebogen stond en brandend kaarsvet op haar blote billen liet druppelen. Naar mijn mening de minst leuke act van alle avonden.
De vrouwen ondernamen geen poging om mij te versieren. Zelfs flirten was er niet bij. Maar ik ben dan ook niet lesbisch. Ik werd het ook niet door die avonden in de gay-bar. Maar nu wil het geval dat mijn site naar boven komt als u in Google de titel van dit stukje intypt. En zelfs een goede vriend die op dit moment in Boedapest vertoeft vroeg zich af hoe je nou eigenlijk een vrouw in Boedapest versiert. Ik heb eens zitten nadenken. Want hoe versier je een vrouw in Boedapest? Ik kwam op de volgende tips uit:

1. Ga niet naar een gay-bar, tenzij je een lesbische vrouw wilt versieren
2. Probeer indruk te maken met de volgende zin: A nevem {je eigen naam}. Te vagy szép.

Zo. Ik ben benieuwd of het gaat lukken in Boedapest. Ik wens de mannen aldaar in ieder geval veel succes.


08-07-2004

Duimen:

Mocht u vandaag nog wat tijd over en wat duimen beschikbaar hebben dan wil ik u vragen om ergens tussen half zeven en acht voor me te duimen. Dan ga ik nu mijn keel even smeren. En proberen mijn zenuwen in bedwang te houden.


07-07-2004

Gespot:

"Wie is dat meisje daar?"
"Welke bedoel je? Die met dat donkere haar die nu de bal wegschopt?"
"Ja, die."
"Even nadenken. Ik ken haar wel. Ja, volgens mij is het Aukje."
"Ze is fanatiek."
"Ja, nogal."
"Maar het werpt zijn vruchten af. Kijk eens, ze duwt haar tegenstander gewoon aan de kant."
"Bang is ze niet nee. En ze houdt haar oog op de bal."
"Een beetje teveel, ze moet kijken waar haar teamgenoten staan voordat ze de bal wegschopt."
"Maar dat kunnen we haar leren."
"Dat is waar."
"Ai, een harde tackel."
"Maar kijk eens aan, ze staat lachend op en stort zich meteen weer op de bal."
"En dat ze van alle kanten wordt vastgegrepen deert haar niets zo te zien."
"Nee, ze blijft voor de bal gaan."
"Wat vind jij. Zullen we haar opnemen in ons team?"
"Ik denk dat we een goeie aan haar hebben. Regel het maar."

Aukje werd gespot tijdens een potje voetbal op een bedrijfsfeest in het Buitenland. Alleen had niemand haar verteld dat je van voetbal vreselijke spierpijnen kan krijgen. Maar Aukje is een taaie en neemt het aanbod om met haar collega's wekelijks mee te voetballen op een veldje ergens in Amsterdam met beide handen aan. Een talent moet tenslotte veel spelen om zich verder te ontwikkelen nietwaar?


06-07-2004

Heather Nova (II):

Ze is er weer. Heather Nova. Dat kleine vrouwke met die fabuleuze stem en de intieme luisterliedjes. Vorig jaar september zag ik de zwangere Nova in een uitverkocht Theater Carré. Gisteravond stond ze met een platte buik in Paradiso. En nog steeds is ze niets veranderd sinds ik haar negen jaar geleden in Vera in Groningen zag. Ze praat nog steeds niet veel tussen de nummers door, haar stem klinkt nog steeds smachtend, haar lichaamsbewegingen zijn nog steeds ingetogen. Gisteravond vond ik het optreden zelfs iets te tam, maar ze wist me toch kippenvel te bezorgen. En was in juni het veel te harde geluid bij het concert van Chaka Khan nog een aanslag op mijn lichaam (ik werd er misselijk van en had met mijn vingers in mijn oren naar het concert geluisterd), dit keer wist de geluidstechnicus gelukkig een oorstrelend geluid te produceren. Ook het decor, dat de zaal intiemer maakte, verdiende applaus. Voor de liefhebbers: vanavond treedt ze nog een keer op in Paradiso. Er zijn nog kaarten beschikbaar.


05-07-2004

Dromen vertellen:

1. Ik had een vogel onder mijn hoede genomen. Ik zette haar in de kamer en keerde haar eventjes de rug toe om iets te pakken. Plots hoorde ik geluiden die ik niet wilde horen. Snel draaide ik me om en zag nog net hoe Scooszi en Pixel de vogel besprongen. Pixel ging ervandoor met een pootje, Scooszi wist een vleugel te bemachtigen. De vogel was beduusd, maar niet uit het veld geslagen. Ze strompelde verder. Ik moest haar helpen, maar durfde haar niet vast te pakken om naar de dierenarts te brengen. Ik vroeg iemand om raad. "Je weet wat je moet doen," zei diegene. Ik wist het inderdaad. Maar ik wilde het niet weten. Ik wilde deze vogel niet uit haar lijden verlossen. Niet nu ze er in mijn ogen best gelukkig uitzag.

2. Ik had een vogel onder mijn hoede genomen. Omdat ze ziek was. Haar ogen stonden dof en bijna al haar veren had ze verloren. Ik wilde dat ze beter werd en gaf haar water. Maar ik gaf haar veel te veel. Ze dreef erin, maar verdronk nog net niet. Haar kopje hing slap over de rand van het bakje. Ik sleepte haar van hot naar her, liet haar aan iedereen zien, hopende dat iemand haar zou kunnen helpen. En misschien hoopte ik wel dat ze op een bepaald punt van de reis op eigen kracht op zou staan. Af en toe probeerde ze het. Dan kwam haar kopje een stukje omhoog om te kijken waar ze was. Maar het mocht niet baten. Ze was niet meer te redden. Ze ging dood.


04-07-2004

ExK:

Op de laatste dag van het EK hebben Vriend en ik besloten om een punt achter onze relatie te zetten.


02-07-2004

Lambik:

Als er een nieuwe Suske & Wiske in de winkels ligt, twijfel ik altijd of ik het album zal aanschaffen. Want de verhalen vallen vaak tegen ten opzichte van de albums van vroeger. Maar ik ben nu eenmaal een verzamelaar en een verzamelaar wil een complete collectie. Dus schaf ik elke keer weer de nieuwe uitgave aan. Maar elke keer weer erger ik me aan de vernieuwing van de personages. Suske & Wiske rennen niet meer rond met walkie talkies maar met mobiele telefoons. Ze zeggen niet meer 'kras' maar 'shit'. En ze worden in moderne outfits gestoken. Maar gelukkig is onder luid protest van de lezers de modernisering van de personages de kop ingedrukt. Al verbaas ik me nog wel over sommige woorden die gebruikt worden. Zoals in 'Paniek in Palermo':

Depri. Dat is toch geen Suske & Wiske-woord?!


01-07-2004

Innerlijke discussie:

"Wispelturig kind."
"Wát nou. Ik kan gewoon niet zo goed kiezen."
"Niet zo goed? Helemaal niet zul je bedoelen. Mensen weten niet wat ze aan je hebben. De ene dag zeg je zus, de andere dag zeg je zo. Om dan vervolgens doodleuk terug te krabbelen."
"Dat is zo, maar dat heeft een reden. De dingen die ik wil doen zijn namelijk leuk, maar soms bedenk ik later pas dat ze niet zo goed uitkomen."
"Of je bent gewoon een schijterd."
"Nou zeg! Niet altijd! Maar goed, soms wel. Op sommige momenten zou ik het liefst de boel de boel willen laten, hard weg willen rennen en ergens anders opnieuw beginnen."
"Dat heb je al eens gedaan. Toen je van Leeuwarden naar Amsterdam verhuisde."
"Dat is waar."
"En ben je nu minder gekwetst dan toen? Heb je in Amsterdam minder pijn opgelopen dan in Friesland?"
"Nee, eerlijk gezegd niet."
"Dus weglopen helpt niet."
"Nee."
"Je weet dondersgoed dat je pijn niet uit je leven kan bannen. Maar je blijft het proberen. Misschien moet je jezelf eens toestaan om pijn te voelen. En je moet eens ophouden met tegen jezelf te vechten."
"En accepteren wie ik ben zeker."
"Dat lijkt me wel handig ja. Met anderen vechten is al ingewikkeld genoeg. Je hoeft het niet moeilijker te maken dan het is."
"Had ik het voor mezelf maar zo helder en duidelijk als jij dat hebt."
"Dat heb je ook. Alleen je gevoel volgt je niet. Die dwaalt angstig rond in één of ander duister doolhof."
"En ik ben zeker degene die mijn gevoel de weg moet wijzen?"
"Kijk eens aan, je begrijpt me eindelijk."
"Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe doe ik zoiets?"
"Door het gevoel er te laten zijn. En het niet weg te duwen. Dat lost niets op. Voel je dan maar even rot. En schrijf een nieuwe lijfspreuk op."
"Oh? Welke dan?"
"Geloof in mij."


2003

2004

2005

2006