31-05-2003

Freak:

Op een paar afspraken na blijf ik vandaag de hele dag binnen. Ik ga niet zoals de rest van de Amsterdammers naar buiten om van de zon te genieten. Geen strand, geen Vondelpark, geen fietstocht en geen Museumplein.
Ik ben namelijk een tennisfreak.
En elke tennisfreak zit op dit moment aan de buis gekluisterd omdat het tennistoernooi Roland Garros in Parijs in volle gang is.
Overigens zie ik de zon nog wel volop. Via de televisie komt deze perfect binnen.


30-05-2003

Autodeur:

Met mijn zus en mijn nichtje van vier reed ik over de Overijsselse wegen. Mijn zus zat achter het stuur, het was haar auto. Ik zat op de passagiersstoel naast haar. Op de achterbank zong mijn nichtje in een autoveilig kinderzitje vrolijk liedjes van K3.
We hadden net asperges en aardbeien gehaald bij een boerderij in de buurt en waren op weg naar huis. De behaaglijke deken van groene blaadjes liet een paar zonnestralen door die op de voorruit van de auto voorbijgleden.
Het was mooi hier.
De groene deken verdween toen we het dorp binnenreden waar mijn zus woonde. Mijn nichtje probeerde te vertellen in welke straat ze woonde. Ze wist hoe de straat heette, maar de woorden waren nog te moeilijk om in één keer goed uit te spreken.
We gingen naar rechts, toen nog een keer naar rechts. Het huis van mijn zus was al in zicht.
Ze parkeerde de auto op de oprit en stapte uit. Ik pakte mijn spullen en volgde haar voorbeeld.
Toen ik met beide benen op de oprit stond gooide ik zonder om te kijken de autodeur dicht. Maar de deur viel niet in het slot. Iets had de autodeur geblokkeerd. Toen ik omkeek zag ik mijn nichtje op de passagiersstoel zitten, met beide handen op haar zere hoofd en een gezicht dat op onweer stond.
Oeps.


29-05-2003

Verwend:

In Amsterdam zijn we gewend aan een 24-uurs-economie. Hemelvaartsdag geeft me dan ook de kriebels, want opeens moet ik nadenken over wat ik allemaal in moet slaan om één dag zonder supermarkt door te komen. Het klinkt erger dan het is, besef ik me eenmaal als de dag zorgeloos voorbij is gegaan. Want natuurlijk lijd ik niet aan een voedseltekort omdat mijn broodbeleg op blijkt te zijn en ik morgen pas weer naar de supermarkt kan. Maar je mentaliteit wordt wel gevormd door het maatschappelijk leven om je heen.
Die mentaliteit is anders bij mensen op het platteland. Zij halen één keer per week boodschappen en houden er zelfs rekening mee dat de winkel tussen de middag een uurtje is gesloten. Ik merk dat mijn mentaliteit ook veranderd als ik op het platteland ben. Er zijn geen etalages en uithangborden die me prikkelen om iets te kopen. Als ik door Amsterdam fiets word ik om de haverklap geconfronteerd met etalages waar mooie kleding wordt aangeprezen. Dan is het moeilijk om me in te houden en er geen geld aan uit te geven. Misschien dat de winkels vandaag allemaal gesloten zijn, maar nu staat er voor mijn deur een speciale 'hemelvaartsmarkt'. Het geeft me een geruststellend gevoel dat ik toch nog iets kan kopen als ik iets nodig blijk te hebben, maar de prikkeling om iets te kopen blijft ook aanwezig.
Het Amsterdamse leven heeft me echt verwend.


28-05-2003

UPC:

Ik heb niet zoveel geduld. Zeker niet als mijn televisie afwisselend sneeuw en tennis laat zien. Dus zocht ik op internet naar het nummer van de helpdesk van de UPC. Wat doe ik mezelf aan, dacht ik nog, voor 10 eurocent per minuut de helpdesk van UPC bellen! Ik zou vast heel lang moeten wachten. Maar elke keer als ik dit denk, valt het mee. Want een paar menu's later waarin ik gegevens moest intypen, onder andere mijn postcode, kreeg ik te horen dat er in mijn regiogebied een storing was.
Fijn, het lag dus niet aan mijn eigen aansluiting.
Maar de sneeuw is er nog steeds.
Ach, buiten schijnt tenminste het zonnetje.

Afhankelijk:

Je beseft pas hoe afhankelijk je van iets bent als het er niet meer is. Deze uitdrukking heb ik vanmiddag aan den lijve mogen ondervinden toen ik televisie zat te kijken. Ik zat midden in een tenniswedstrijd toen mijn beeld op sneeuw sprong. Met de afstandsbediening zapte ik langs alle kanalen, maar ik zag louter sneeuw voorbijkomen. Na lange tijd kwam het beeld weer terug, om na een kwartier weer te verdwijnen. Nu twijfel ik. Ligt het aan mijn eigen aansluiting of hebben meer Amsterdammers hier last van? Ik werd in ieder geval met de neus op de feiten gedrukt.
Ik was afhankelijk.

Kayak:

Als je het woord Kayak zegt, zullen de meeste mensen aan de sport denken die je op het water kan beoefenen. Maar bij een bepaalde groep veertigers, vijftigers en zestigers zal er een ander lampje gaan branden. Als ze het woord Kayak horen zullen zij in hun hoofd teruggaan naar de jaren '70 en '80. Hun ogen gaan glinsteren en ongemerkt zullen ze de grootste hits van deze symfonische rockband gaan neuriën.
Kayak werd opgericht in 1972. Ik was toen nog niet eens geboren. De eerste keer dat ik met Kayak in aanraking kwam was toen ze vorig jaar in het radioprogramma Spijkers met Koppen optraden. Het bracht mij terug naar mijn eigen puberteit, toen ik nog rondliep in strakke broeken en een arabierensjawl en headbangde op de muziek van Queensrijche en Dream Theater. Ik was nieuwsgierig naar Kayak en zat daarom afgelopen vrijdag tussen veel vijftigers in Theater Carré om de groep te zien optreden. Ik dacht dat ik de jongste bezoeker zou zijn, maar gelukkig hadden al die grote fans hun kinderen meegenomen, die naar mijn verbazing ook zichtbaar genoten van de muziek. Toen de band opkwam ontstond er een golf van gejoel door de zaal. Kayak begon te spelen en ik zag de hoofden en voeten van de oudjes meedeinen op de muziek.
Kayak had gekozen voor een rockopera over de magiër Merlijn. In eerste instantie was ik geïmponeerd door het decor en de muziek. Bert Heerink stond op het podium als Merlijn en speelde een voortreffelijke rol. Ik had me van tevoren afgevraagd of ik wilde gaan vanwege Bert Heerink, ik ben namelijk geen grote fan van hem. Maar hij stond daar op zijn plek alsof hij nooit anders had gedaan en zou moeten doen. Zijn stemkwaliteiten kwamen eindelijk naar boven.
Zijn performance op het nationaal songfestival viel helemaal in het niet vergeleken bij zijn optreden met Kayak.
Maar het gedeelte voor de pauze duurde bijna anderhalf uur. Het decor en de nummers begonnen me te vervelen, ik vond ze niet allemaal goed. Schijnbaar was ik toch geen echte fan.
Toen de band stopte met spelen om te pauzeren, stond de hele zaal op zijn kop. Iedereen stond meteen op om een staande ovatie te geven. Kayak nam het applaus dankbaar in ontvangst. Ik had nog nooit zo'n enthousiast publiek meegemaakt in een theater. Alsof de oudjes weer helemaal opleefden en hier jarenlang op hadden gewacht.
Het was hun uitje van het jaar. Ik was echter niet helemaal overtuigd en liet Kayak voor wat het was. Eenmaal thuis zette ik een jazz-cd op. Symfonische rockmuziek was en bleef verleden tijd voor mij.


27-05-2003

Charmed:

Vanaf 6 februari was elke werkdag een oude aflevering van Charmed te zien. Om niets te missen nam ik alle afleveringen op, zodat ik ze op een later moment rustig kon bekijken. Inmiddels zijn we bijna vier maanden verder en de videobanden met opgenomen afleveringen stapelen zich op. Ik heb geen tijd meer om ze te bekijken.
En ook geen zin.
Ik blijf de afleveringen opnemen, want ik wil niets missen. Nu is sindskort ook nog de nieuwe serie van Charmed van start gegaan op de woensdagavond. Zeven keer Charmed per week, geen wonder dat ik na vier maanden Charmed-moe ben.
Vandaag ben ik ziek, de ultieme mogelijkheid om ongegeneerd voor de televisie te hangen en videootjes te kijken. En toch denk ik niet dat ik de achterstand van de Charmed-afleveringen ga wegwerken. Want gister is Roland Garros, het tennistoernooi in Parijs begonnen. En ik ben een passief tennisliefhebber. Ook zag ik een video liggen met de film Fight Club. Ik heb een aantal enthousiaste verhalen over deze film gehoord, waardoor ik erg nieuwsgierig ben geworden.
En als het meezit, kijk ik wel naar Charmed. Maar eerst duikel ik mijn bed weer in om te slapen. En misschien blijf ik daar wel de hele dag liggen. Dan kijk ik verder helemaal niets. Want die mogelijkheid is er natuurlijk ook nog.


26-05-2003

Nuon IV:

Vandaag kreeg ik van de post een envelop van Nuon. Vol verwachting maakte ik de envelop open. Het moest de nieuwe jaarafrekening zijn. Mijn tweede dit jaar, want op de vorige jaarafrekening stonden verkeerde getallen. Ik wist in ieder geval zeker dat ik geen 185 euro hoefde te betalen, zoals op de vorige jaarafrekening stond vermeld. Maar hoeveel zou ik wel bij moeten betalen?
In de envelop vond ik vijf blaadjes met informatie. Ik bekeek ze allemaal om het bedrag te vinden wat ik zou moeten betalen.
Gevonden.
Zucht.
Opluchting.
Ik had mezelf 179 euro bespaard.


25-05-2003

Opgelapte fiets:

Een paar dagen geleden haalde ik mijn fiets op bij de fietsenmaker. Hij had voor tien euro zitten prutsen en dat was te zien.
Mijn scheve bagagedrager die gevaarlijk los zat was vervangen door een tweedehands stevige bagagedrager in de kleur blauw. Mijn fiets is groen. Het kleurt mooi bij elkaar.
De ketting was ingekort en gesmeerd, zodat mijn fiets als een treintje zo soepel door Amsterdam gleedt. Ik was nu ook niet meer van grote afstand te horen. En de rem deed het weer! En hoe! Ik was gewend om heel hard te remmen omdat dit onderdeel van mijn fiets nooit wilde meewerken. Nu duikelde ik bijna voorover het stuur als ik remde! "Jouw fiets is oud, er zijn bijna geen onderdelen voor te krijgen," zei de fietsenmaker nog. Maar hij had mijn fiets keurig opgelapt.
Wat een gelukgzaligheid kan een opgelapte fiets geven. Dit had ik veel eerder moeten doen.

Songfestivalkater:

Het einde van het songfestival gisteravond was dramatisch. Wij hadden toch écht een goede inzending dit jaar, maar Europa gunde ons niet meer dan een dertiende plaats. Wij hadden de beste vocaliste, maar daar werd niet naar geluisterd. Zelfs t.A.T.u. uit Rusland kwam op een derde plaats, terwijl zij toch echt niet zuiver zongen. Misschien had Gordon hogere ogen gegooid, maar ik vraag het me af. Ik vond het niveau van het songfestival dit jaar erg laag. Ik vraag me af of ik volgend jaar weer ga kijken. Mijn waardering voor het songfestival is nu even diep gezonken.


24-05-2003

Licht uit, spot aan:

En daar stond ik met twee vriendinnen aan mijn zijde op het podium. Ik keek de zaal in. Ik wist dat er minstens honderd paar ogen naar ons keken, maar ik zag ze niet. Alles was zwart.
Ergens links in het midden zag ik een vaag blauw schijnsel van een videocamera. We werden voor in de eeuwigheid vastgelegd.
De band begon te spelen, mijn vriendin begon te zingen. Het was haar eigen nummer. En het was mooi. Mijn andere vriendin en ik functioneerden als backing vocals. En we functioneerden goed. We zongen zuiver en keken zeker uit onze ogen.
We kenden onze zanglijn uit ons hoofd, we hoefden nergens over na te denken. De band kende het nummer echter niet zo goed en ging de mist in. Wij drietjes zongen stug door.
Aan het eind van het nummer kregen we een deken van warm applaus over ons heen. Met een glimlach op ons gezicht liepen we het podium af.
De avond was geslaagd.


23-05-2003

Songfestival:

Er zijn maar weinig mensen die het begrijpen, maar ik ben een songfestivalfan.
En morgen is het weer zo ver!
Het Eurovisie Songfestival, vanuit Riga, live op televisie, met onze eigen Esther Hart die hoog gaat eindigen!
Hoop ik.
Vroeger werden songfestivalliedjes angstvallig verborgen gehouden voor het grote publiek tot het grote moment daar was. Was een liedje al eens op de radio gedraaid? Dan werd het land gediskwalificeerd. Tegenwoordig kun je de nummers downloaden op de site eurosong.nl. De charme van het songfestival is juist dat de nummers nog nooit eerder zijn uitgebracht. Iedereen kijkt 'blanco' naar de uitzending en kiest het liedje wat het beste overkomt en het langst blijft hangen. Nu heeft iedere kijker voorkennis. Dat is jammer, maar het mag de pret niet drukken. Ik kon helaas mijn eigen nieuwsgierigheid niet bedwingen en heb stiekem twee nummers geluisterd. De liedjes van IJsland en Malta, omdat deze twee landen de laatste jaren hoog scoorden. IJsland heeft een aanstekelijke meezinger, die een grote concurrent van Esther kan worden. Malta heeft dit keer gelukkig een minder mooi nummer ingezonden. En we weten dat de puntentelling corrupt is, maar ach, dat hoort er allemaal bij. Ik ga in ieder geval zaterdag lekkere dingen in huis halen, mezelf op de bank nestelen en genieten van de commerciële wereld die songfestival heet.


22-05-2003

Pin:

Ik stond in de rij voor de pinautomaat. Het was een gekke rij. De stoep voor de pinautomaat was erg breed, ik schatte zo'n vier meter. Er stonden vijf mensen in de rij, waarvan er drie op de weg stonden. Als ze even een bocht in de rij hadden gemaakt, hadden ze veilig op de stoep gestaan. Ik vond het niet nodig om op straat te gaan wachten en ging daarom op de stoep staan. Wel op gepaste afstand, zodat de mensen begrepen dat ik ook in de rij stond.
De rij schoot aardig op. Maar toen de jongen voor mij aan de beurt was, verscheen op het scherm van de pinautomaat een storingsmelding. Er werd ons medegedeeld dat de pin enkele minuten buiten dienst zou zijn. De jongen voor me bleef even wachten, maar ging toen op zoek naar een andere automaat. De man achter me leek te ontploffen en liep geïrriteerd weg.
Ik had de tijd en wilde best een paar minuten wachten. Bij andere automaten moest ik toch ook lang wachten voordat ik aan de beurt zou zijn. Een jongen die naar een andere pin was gelopen bevestigde dit. Er stond een hele lange rij wachtenden. Dus bleef ik waar ik was. Ik stond er nu ook al te lang om nog weg te lopen. Als ik dat deed, zou je net zien dat de pin een minuut later wel werkte. Ik leunde tegen de pinautomaat en hoorde allerlei geluiden uit de pin komen. Iemand was duidelijk aan het werk en dat gaf moed. Er kwamen veel mensen op de pinautomaat af. Ik voelde me net een bewaker die de mensen behoedde voor de niet werkende pin. De meeste mensen liepen weg, maar sommige bleven wachten. Het werd nog gezellig ook.
De 'enkele minuten buiten dienst'-mededeling was iets te optimistisch. Uiteindelijk duurde de storing iets meer dan tien minuten.
Maar toen was ik wel als eerste aan de beurt.


21-05-2003

Fooi:

Toen ik nog studeerde was het makkelijk, ik had simpelweg geen geld om een fooi te geven. Nu ik werk, voelt het anders. Ik heb geld om fooi te geven, maar toch ook weer niet. Ik mag nu dan wel meer verdienen dan in mijn studententijd, maar ik ben nog steeds binnen no-time door mijn geld heen. En toch voel ik me hypocriet als ik geen fooi geef. Een fooi van tien procent is normaal, maar moet je een fooi geven als je eten afhaalt in een goed restaurant (dus geen afhaalchinees)? Of als de pizzakoerier langskomt?
Gister haalde ik bij Wagamama, een hip noodles restaurant, een afhaalmaaltijd. Het totaalbedrag had ik gepast in mijn portemonnee zitten. De jongen die de bestellingen opnam was niet erg vriendelijk, dus ik overhandigde hem het bedrag wat op de bon stond. Maar toen ik de bon in handen kreeg, zag ik dat er een apart veld stond voorgedrukt waar de ober kon opschrijven hoeveel fooi hij had gekregen. Ik voelde me toch een beetje schuldig dat ik zo krenterig was, maar het eten was al duur genoeg.
Vorige keer was ik bij Wagamama geholpen door een 'zingende' ober. Deze ober was ontzettend vriendelijk en hem wilde ik dan ook graag een fooi toeschuiven. Geen grote fooi, ik geloof dat ik hem een eurootje schonk, maar hij was 'fooiwaardig'. Toen ik daarna nog een keer langskwam, herkende hij me. Helaas stond hij niet achter de bar om de bestellingen op te nemen, anders had hij voor deze complimenteuze actie een fooi van twee euro gekregen.
Het staat in ieder geval vast dat ik wel een fooi geef als ik uit eten ga. Een keurige fooi van tien procent. En ook de pizzakoerier mag rekenen op een fooi, al was het alleen maar om hem niet naar al zijn kleingeld te laten zoeken. Maar voor een paar biertjes in de kroeg of een afhaalmaaltijd bepaalt de ober of serveester of ik fooi geef. De klant is nog altijd koning.


20-05-2003

Jehova's:

Om 8 uur 's ochtends stond ik in de motregen op de tram te wachten. Vanuit mijn ooghoek zag ik twee dames onder een paraplu naderen. Ik draaide mijn hoofd de andere kant op, om een glimp van een eventuele naderende tram op te vangen. "Goedemorgen, mag ik u iets te lezen aanbieden?" hoorde ik op een alleraardigste toon.
Even had ik de indruk dat het een bekende van me was. De stem klonk zó vriendelijk en familiair. Toen ik me omdraaide zag ik helemaal geen bekende, maar een jonge vrouw met een paar tijdschriften in haar hand. Een oudere vrouw vergezelde haar. Hè get, Jehova's, dacht ik. Maar ik was overrompeld door de vriendelijkheid van de jonge vrouw.
"Uh, nee, dank je wel," zei ik netjes. Meestal zeg ik niets en schud ik heel hard met mijn hoofd, maar ongewild bracht ze iets goeds in me naar boven. Ik kon haar gewoon niet afpoeieren. Gelukkig ging ik niet zover om daadwerkelijk de tijdschriften te kopen.
De Jehova's dramden niet eens door. De jonge vrouw knikte en liep verder naar de jongen die een paar meter verderop stond te wachten. Ook hij zei netjes dat hij niets wilde kopen, waarop de twee dames samen onder de paraplu over het lege plein verder liepen.
Ik had wel eens boekjes van Jehova's getuigen gekocht. Ik was een jaar of vijftien en was alleen thuis. Er kwamen Jehova's aan de deur. Ik luisterde naar hun verhaal, zei in eerste instantie dat ik niets wilde kopen maar de Jehova's bleven maar praten en praten. Ik was niet overtuigd door hun verhaal, maar om van ze af te komen kocht ik drie boekjes. Ik had ook geen idee wat Jehova's waren. Ik wist dat het een geloof was, maar omdat ik niet gelovig was opgevoed wist ik er maar weinig van.
Toen mijn ouders thuiskwamen en de boekjes zagen, kreeg ik een preek en verdwenen de boekjes meteen in de prullenbak.
Een paar jaar later leerde ik een meisje kennen wiens ouders Jehova's getuigen waren. Op een gegeven moment had ze het contact met haar ouders verbroken omdat haar ouders haar levensstijl niet accepteerden.
Ik begrijp dat mensen een bepaalde levensstijl in acht nemen om zich sterker te voelen en een houvast te hebben, maar ze vergeten soms in te zien dat een andere levensstijl ook goed is.


19-05-2003

Reparatie:

Vroeg in de ochtend wilde ik naar mijn werk fietsen. Ver kwam ik echter niet. Mijn ketting vloog eraf. Een dichte kettingkast weerhield me ervan om het euvel te verhelpen. Ik was genoodzaakt om mijn fiets naar de fietsenmaker te brengen. De fietsenmaker keek aandachtig naar mijn fiets en tilde het achterwiel op om de trappers rond te laten draaien.
"De rem werkt ook niet goed," bromde hij.
Ik wist dat mijn fiets een rammelkast was. Elke keer als ik mijn fiets na een reparatie ophaalde kreeg ik te horen hoe scheef het stuur wel niet was en hoe ik in vredesnaam nog op zo'n fiets kon fietsen. Ik was het gewend. En had eigenlijk ook geen keus.
Ik had lange tijd op een mountainbike gereden. Dat ging prima, totdat de mountainbike werd gestolen. Dan maar verder op een oud barrel.
"Het kost wel duur om de rem te laten maken." Daar was dat akelige zinnetje weer. 'Het is duur en het kost veel' hoorde ik mijn gedachten tegensputteren. Maar ik zei niets.
We spraken, voor zover dat kon, een prijs af en een dag waarop ik de fiets zou komen ophalen. In de twee minuten die ik naar huis liep raakte ik elke keer weer in paniek als ik mijn handen in mijn jaszak stopte. Waar was mijn fietssleutel nou gebleven?
"Oh ja, bij de fietsenmaker," zei ik opgelucht tegen mezelf. Toen ik thuis kwam en mijn voordeur opendeed, schrok ik me weer een hoedje. Waarom stond mijn fiets niet in het gangetje bij de andere fietsen? Oh ja!
Mijn fiets ga ik woensdag pas ophalen, dus ik vermoed dat ik morgen nog heel vaak in paniek zal raken.

Onderweg:

Ik zat in de trein naar Overijssel en ik kwam tegen:
* Jehova's getuigen
* een burgemeester met een ambtsketting om zijn nek
* asperges
* een echtpaar in klederdracht
* een fanfare
* een heuse stoomtrein
* serveersters en obers in ouderwetse maar stijlvolle kleding
* perfecte aardbeien

Even waande ik me in een film van Bert Haanstra.


18-05-2003

In de tram:

Het was rustig in de tram. Een vrouw met een klein wagentje zat tegenover me. "Kun je me straks even helpen met het wagentje als ik uitstap?" vroeg ze aan mij. Ik knikte vriendelijk.
Er stond een stok in het wagentje. Waarschijnlijk kon de vrouw niet zo goed lopen. Ze zag er niet zo oud uit als alle andere mensen die met zo'n wagentje rondliepen. Ik schatte haar hoogstens 55. Ze had een grote bril op haar neus en haar haren waren donker van kleur. "In die nieuwe trams heb ik geen problemen, dat is voor mij veel makkelijker." Ze deed erg haar best om een gesprek met me aan te knopen. Ik liet haar begaan, ik had wel zin in wat aanspraak. "Ja, die zijn lager hè," beaamde ik. "In Frankrijk is het helemaal een ramp," zuchtte ze, "daar heb je van die nauwe poortjes als je naar de metro wil." Het was voor mij lang geleden dat ik in Parijs was geweest, maar ik herinnerde me de toegangspoortjes naar de metro. "Is dat nog steeds niet veranderd?" vroeg ik aan haar. "Neee," zei ze verontwaardigd, "en iedereen met koffers weet wat voor ramp het is om door die poortjes te gaan." Het was me nu wel duidelijk dat ze in Frankrijk was geweest, maar ik had geen zin om er naar te vragen en zij hield haar mond erover.
"Ik vind Amsterdam wel erg druk worden met al die toeristen, vind je ook niet?" "We worden inderdaad een beetje overspoeld door ze," zei ik. "Wat zoeken die toeristen hier toch? Zó leuk is Amsterdam nou ook weer niet." Dat was ik niet met haar eens. "Maar voor mensen uit het buitenland is Amsterdam geweldig en zeker niet saai," zei ik. "Ach, je hebt gelijk. Ik woon hier al sinds 1971 dus ik ken de stad al zo goed." Ze keek me aan. "Ben jij hier geboren?" Ik dacht even na over wat ik zou gaan zeggen. Zou ik eerlijk zijn of niet? "Nee, ik woon nu vijf jaar in Amsterdam." "En uit welk gedeelte van Nederland kom je?" vroeg ze belangstellend. "Uit Friesland."
Voor het eerst was ik eerlijk tegen een onbekende.
"Oh, is Amsterdam dan niet heel anders voor je?" "Jawel, maar ik voel me hier meer thuis dan in Friesland," antwoordde ik.
Ze knikte.
De tram stopte bij een halte. We keken naar de mensen die instapten. Het werd voller in de tram, en daardoor luidruchtiger. We konden elkaar niet meer goed verstaan en hielden onze mond.
Een groepje jongens van een jaar of veertien stond vlak bij ons. Een aantal van hen hadden een sigaret in de hand die ze voor het instappen hadden uitgemaakt. Maar er was één jongetje die met een brandende sigaret in de tram stond. Hij stond op het trapje bij de deur. "Wat zonde van je sigaret," schreeuwde de vrouw naar de jongen, "sigaretten kosten hartstikke duur. Je kan 'm beter uitmaken en straks weer oproken." De jongen nam een paar trekjes, hij wilde zich niet laten kennen. Het was vast de eerste keer dat hij door een ouder iemand werd aangemoedigd om te roken. Toen de sigaret op was, gooide hij deze uit de tram toen de deuren opengingen om andere mensen in en uit te laten stappen. Ik luisterde naar de gesprekken van de jongens, maar hoorde alleen maar kankerwoorden. "Wat een kankershit, man." "Let maar op, ik ben kanker veel groter dan Chris als ik 18 ben."
Bij de volgende halte ging de mevrouw met het wagentje naar de uitgang. Ze keek niet naar me met de vraag of ik haar wilde helpen, dus ik bleef zitten, ook omdat het me niet duidelijk was of ze er nú uitwilde of alvast klaar ging staan voor de volgende halte. De deuren gingen open en de mevrouw daalde het trapje af. Ze wilde er dus tóch uit. Ik sprong van m'n stoel om naar haar toe te lopen, maar ging snel weer zitten. De jongen van de sigaret hielp haar. En hij scheen het helemaal niet erg te vinden. Ik vond het een vermakelijk tafereel en moest er smakelijk om lachen. De jongens vonden het blijkbaar heel gewoon, want er werd geen enkel kankerwoord gebruikt voor dat mens met haar wagentje.
Stoere jongens hebben toch vaak een heel klein hartje.


17-05-2003

Nuon III:

Ik had enge verhalen gehoord over de Nuon. Je betaalde 1 euro per minuut voor de klantenservice. Dan stond je een half uur in de wacht en werd je geholpen door mensen die er geen verstand van hadden. Maar ik moest de klantenservice wel bellen, anders was ik nog meer geld kwijt. 185 Euro welteverstaan. Ik had de getallen van de meteropnemer nog even gecontroleerd. Tenslotte kon het zo zijn dat het zicht van de meteropnemer was belemmerd door een stapel kleding. Toen ik de meterkast indook om de getallen te checken sprong ik een gat in de lucht. De getallen op de jaarafrekening klopten inderdaad niet. En het verschil was in mijn voordeel. Ik zei gedag tegen de 185 euro en hoopte dat er een mooier bedrag op mijn jaarafrekening zou verschijnen.
In een opperbest humeur belde ik de klantenservice van de Nuon. Ik betaalde helemaal geen 1 euro per minuut, maar 10 eurocent. Alweer een meevaller.
Ik zette mijn telefoon op de speaker en bereidde me voor op een lange wachttijd. "Goedemiddag, met de Nuon, waarmee kan ik u van dienst zijn?" hoorde ik al na twee minuten. Ik haastte me naar de telefoon om deze van de speaker af te halen. Vriendelijk begroette ik de meneer aan de andere kant van de lijn en legde hem uit dat de meteropnemer een foutje had gemaakt.
Hij noteerde de juiste getallen.
"Dan gaan wij uw verbruik opnieuw berekenen en het bedrag van 185 euro wordt nog niet afgeschreven. U ontvangt binnenkort een nieuwe jaarafrekening." Het mannetje had er nog verstand van ook! Ik bedankt hem en legde de telefoon neer.
Sommige dingen bij de Nuon waren dus wél simpel en goed.


16-05-2003

De stem:

De stem is een kwetsbaar instrument. Een gitaar kan je stemmen, maar een stem moet altijd de tonen op de juiste manier raken om het mooi en zuiver te laten klinken. In je stem klinkt je 'ik' door. Zit je lekker in je vel, ben je moe of barst je van de energie, alles is te horen als je zingt. De afgelopen maanden was ik mijn stem kwijt. Ik kon nog wel zingen, maar wist niet meer zo goed op welke manier. En dat terwijl ik al jaren zangles heb. Mijn perfectionisme lette op elke beweging van mijn stem. Dat maakte het zingen moeilijker, want ik hoorde alleen nog maar de foute tonen. Ik raakte het plezier in zingen kwijt, maar bleef stug doorgaan. Als ik zou stoppen, zou ik er spijt van krijgen.
Deze week had ik samen met mijn combo een hoop lol in de oefenruimte. Ons samenzijn ging niet alleen maar om het musiceren. We raakten vertrouwd met elkaar, durfden ons meer te geven en daar kwam de pret graag bij om de hoek kijken. Ik zit nog steeds niet op het niveau van twee jaar geleden. Toen leek alles zo makkelijk te gaan. Uiteindelijk ben ik toen anderhalf jaar met zingen gestopt omdat ik er geen plezier meer in had. Nu ben ik langzaam aan het opkrabbelen, probeer mijn stem op orde te krijgen en het plezier te behouden. Nu nog elke dag een klein beetje oefenen en hopelijk zing ik dan snel weer de sterren van de hemel.


15-05-2003

Kachel:

Als ik zo'n hoge rekening krijg van de Nuon probeer ik mijn energieverbruik altijd in te dammen. Maar ik heb het koud, dus ik heb de kachel toch maar aangezet. En dan te bedenken dat ik vanmiddag nog in een t-shirtje in het zonnetje zat.
Wat een gekke dag.

Nuon II:

Ik heb me een klein beetje vergist in het bedrag wat ik bij moet betalen aan de Nuon. Die 28 euro was alleen maar de BTW die ik extra moet betalen. Maar in totaal moet ik 185,83 euro extra betalen! Daar gaat mijn vakantiegeld!

Nuon I:

Wegens ruimtegebrek heb ik mijn meterkast omgetoverd tot klerenkast. Toen de meteropnemer een maand geleden de meterstand kwam opnemen, moest hij eerst een lading kleding aan de kant schuiven om iets te kunnen zien. Ik heb wel eens gehoord dat het volbouwen van de meterkast niet mag, maar het mannetje hield zijn mond.
Gister kreeg ik de jaarafrekening van de Nuon in de bus. Het is altijd weer spannend om te kijken of ik dit jaar eindelijk iets terug krijg of weer bij moet betalen. Helaas, het werd bijbetalen. Gelukkig niet al teveel, 28 euro maar. Maar toen ik het onderste zinnetje op de factuur las schrok ik wel even: 'Uw nieuwe termijnbedrag met ingang van mei 2003 wordt 92,15 euro.'
Een verhoging van 30 euro per maand!
De Nuon wordt een prima spaarpot op deze manier. Nou maar hopen dat ik volgend jaar heel veel centjes terugkrijg!


14-05-2003

Bij de McDonalds:

Het meisje achter de kassa dat de bestellingen opnam werd op de voet gevolgd door een jongen die gewapend was met een stuk papier en een pen. Nauwlettend hield hij het meisje in de gaten en volgde elke beweging van haar.
"Hallo," zei ze vriendelijk tegen me toen ik aan de beurt was. "Hallo," zei ik. Ik schonk haar een glimlach waarmee ik wilde zeggen dat ze haar werk heel goed deed en gaf mijn bestelling aan haar door.
De jongen die haar in de gaten hield kwam een paar stappen dichterbij en siste zo onopvallend mogelijk in haar oor: "Goedemiddag, waarmee kan ik u helpen?" Hij wachtte haar reactie niet af, maar keerde met een zelfvoldane blik weer terug naar de positie waar hij stond en ging verder met observeren.
Het meisje draaide zich even om en keek me daarna met een verlegen glimlach aan, alsof ze sorry wilde zeggen. Ik toonde mijn breedste glimlach om duidelijk te maken dat ik er absoluut geen problemen mee had dat ze de openingszin was vergeten. Ze was een aardige meid en dat vond ik het allerbelangrijkst. Ze pakte de bestelling voor me in, terwijl de jongen haar als een hondje achterna liep. Toen ze weer even bij de kassa stond om te checken wat ik nog meer had besteld, zei de jongen tegen haar: "Wat zou je doen als iemand een hele grote bestelling plaatste, bijvoorbeeld 26 Happy Meals." Hij zwaaide even met zijn armen om zijn voorbeeld kracht bij te zetten. Het meisje liep naar de frietjes toe. "Kan dat straks niet?" vroeg ze geërgerd, "ik ben nu bezig met deze bestelling." De jongen maakte een aantekening op zijn papier. Zijn gezicht bleef strak in de plooi, hij nam zijn taak erg serieus.
"Smakelijk eten en tot ziens," zei het meisje toen ze de papieren zak met inhoud voor me neerzette. "Dank je wel hoor," zei ik op mijn allervriendelijkste toon. De jongen die haar schaduw leek te zijn maakte weer een aantekening. Ik had hem graag willen vertellen dat dit meisje het meest vriendelijke meisje was dat ik ooit was tegengekomen bij McDonalds. Van mij mocht ze blijven.


13-05-2003

Telefoon:

Het is vroeg in de ochtend. Ik lig in bed en slaap. Ik droom, maar ik niet weet niet of ik de beelden die op mijn netvlies prijken prettig vind. Dan hoor ik iets rinkelen. Eerst in mijn droom, dan in de woonkamer.
De telefoon!
Ik schrik wakker, spring mijn bed uit, zoek naar de telefoon en neem op zonder dat ik weet wie het is.
"Met Aukje."
Mijn krakerige ochtendstem spoedt zich naar de andere kant van de lijn.
"Spreek ik met het huis van Marjan Huisman?"
"Nee, nee," antwoord ik.
"Sorry, dan ben ik verkeerd verbonden."


12-05-2003

Mat(h)ilde:

Mathilde Santing wilde een tijd lang Matilde genoemd worden. Maar tegenwoordig staat er weer gewoon Mathilde, met een h in het midden.
Niet alleen haar naam is aan veranderingen onderhevig, Mathilde zelf kan er ook wat van.
Vroeger kreeg ze nog wel eens kritiek omdat ze zo stijfjes op het podium stond en haarzelf nooit liet gaan. Toen ik zaterdagavond in de Kleine Komedie naar haar nieuwe programma keek zag ze er uit als een diva en was haar podiumpresentatie bijna theatraal.
Ik had geen verwachtingen van haar nieuwe programma omdat ze dit keer alleen maar Nederlandse liedjes zong. En ik hou niet zo van Nederlandse liedjes.
Maar ik had beter moeten weten. Mathilde kiest altijd de mooiste nummers uit en ook al worden ze in het Nederlands gezongen, de liedjes blijven prachtig. Die avond met Mathilde was dan ook betoverend. Ik had de hele avond wel naar haar kunnen luisteren, maar de betovering hield jammergenoeg na anderhalf uur op.
Eigenlijk vind ik Mathilde geen prettig mens. Maar als ze op het podium staat ben ik meteen onder de indruk en geniet ik van alles wat ze aan de zaal geeft.
Mijn respect voor haar is al die jaren overeind gebleven. Ik heb haar ook nog nooit kunnen betrappen op een valse noot. Wat zij doet is bijna perfect te noemen.
De nummers die Mathilde zong staan nog niet op cd. En er zaten een paar juweeltjes tussen met prachtige teksten die ik graag nog eens wil beluisteren. Ik moet nog maar even geduld hebben. En anders ga ik gewoon nog een keer naar haar show kijken.


11-05-2003

Verstopt:

Ik was op zoek naar mijn strippenkaart. Nergens te vinden natuurlijk. Ik keek in alle kastjes en laatjes. Toen ik een laatje uit een klein kastje trok om deze nader te onderzoeken, keek ik even in het zwarte gat waar het laatje had ingezeten. Tot mijn grote verbazing zag ik een briefje van 20 dat tegen de achterzijde van het kastje stond te wachten om gebruikt te worden.
Wat een meevaller.
Mijn strippenkaart heb ik nog steeds niet gevonden, maar ik kan er nu wel een kopen.


10-05-2003

Invalide:

In de supermarkt zag ik bij de groenteafdeling een man in een karretje. Hij keek wat verdwaasd om zich heen maar leek zich prima te kunnen redden. Ik legde een zak aardappels in mijn mandje en liep naar de vleesafdeling. De man in het karretje reed er ook naar toe. Zij aan zij stonden we voor het schap met vlees te dubben welk stukje vlees we zouden nemen. Vanuit mijn ooghoek zag ik hoe zijn hand langzaam naar een pakket met fonduevlees ging. Hij wilde het pakket pakken, maar kon er nét niet bij. Hij probeerde het nog een keer, maar het lukte weer net niet. Ik hield hem in de gaten terwijl ik een kotelet in mijn mandje deed en vroeg me af of hij hulp wilde. Mensen die er hulpbehoevend uitzien willen niet altijd hulp.
Op zijn karretje zag ik een boodschappenlijstje liggen. Hij had vlees, aardappels en nog wat andere dingen nodig. Ik liep om het karretje heen. Ik wilde me niet opdringen, maar voor het geval dat wilde ik wel in de buurt blijven. Een vakkenvuller van de supermarkt was bij de vleesafdeling aan het werk. De man in het karretje had hem gezien en probeerde zijn aandacht te trekken door zijn hand naar hem uit te steken. De vakkenvuller keek even naar hem, maar ging toen gewoon verder met zijn werk. Dat was de druppel. Ik liep weer om het karretje heen en vroeg aan de invalide man of ik hem kon helpen. Hij zei niets, maar ging met zijn hand naar een klein toetsenbord dat op zijn karretje was bevestigd. Ik begreep dat hij niet kon praten en alleen kon communiceren door iets in te typen. De vakkenvuller had inmiddels begrepen dat zijn hulp gewenst was en voegde zich bij ons. Samen wachtten we af wat de man in zou typen. Er kwamen een paar standaard zinnen voorbij die je met één druk op de knop te voorschijn kan toveren. "Goedemorgen, goedemiddag," stond er in de display. De vakkenvuller en ik keken elkaar aan en glimlachten naar elkaar. Toen begon de man een woord in te typen.
'Gourmet' liet de display zien.
"Oei," zei ik tegen de vakkenvuller, "dat weet jij beter dan ik." "Nou, ik weet niet of we dat hebben. Dat moet ik even achter na gaan vragen." En weg was hij. Ik bleef bij de man staan en twijfelde of ik verder zou lopen of niet. Hij werd nu toch geholpen door de vakkenvuller. Maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om weg te gaan. Ik wachtte wel even tot de vakkenvuller terugkwam. Het duurde gelukkig niet lang. De vakkenvuller vertelde dat het gourmetvlees er gewoon tussen zou moeten zitten. We zochten, maar konden niets vinden. De invalide man wees met zijn hand naar een stukje vlees. Er zat een beetje kwijl op zijn kin. Het liefst had ik met een doekje zijn kin afgeveegd, maar dat ging me eigenlijk iets te ver. En misschien wilde hij het niet.
Ik pakte het vlees en liet het aan hem zien. Het waren kleine gehaktballetjes en die waren niet geschikt voor gourmetten. Maar hij knikte en pakte het vlees van me over. Hij legde het in zijn karretje en wees weer een stukje vlees aan. Ook dit stukje vlees pakte ik voor hem, liet het aan hem zien waarop hij het weer in zijn karretje legde.
Ik vroeg me af of dit de bedoeling was en of hij snapte wat hij deed. Want op deze manier werd het boodschappen doen wel duur. De vakkenvuller zocht nog steeds naar geschikt vlees om te gourmetten en hielp de man verder. Mijn hulp was niet meer nodig. Ik twijfelde weer wat ik zou gaan doen. Het liefst wilde ik met de man samen boodschappen doen. Hem begeleiden naar de kassa, voor hem betalen en hem naar huis brengen. Ik voelde een golf van medelijden in mezelf naar boven komen. De man had waarschijnlijk een hersenbloeding of iets dergelijks gehad en was daardoor hulpbehoevend geworden. Maar ik wilde niet zomaar mijn hulp aanbieden. Hij was hier tenslotte niet voor niets alleen naar toe gegaan.
Ik zei tegen de vakkenvuller dat ik verder ging met mijn eigen boodschappen. Langzaam liep ik verder langs de schappen waar ik niks van nodig had, maar van waar ik de man in de gaten kon houden. De vakkenvuller bleef nog een tijdje bezig met het laten zien van de pakketjes vlees. Af en toe verdween er een pakketje in het karretje. Toen ik weer hun kant opkeek, keek de vakkenvuller net mijn kant op. Onze blikken kruisten elkaar en er verscheen een lach op ons gezicht. Een warm gevoel kwam in me naar boven. Het was mooi om te zien hoe de vakkenvuller de invalide man hielp.
Met tegenzin liep ik verder naar de kassa en rekende mijn boodschappen af. Toen ik wegliep keek ik nog of ik de invalide man ergens zag staan bij de kassa, maar ik zag hem niet. Ik probeerde het los te laten, maar eenmaal thuis dacht ik nog vaak aan de man terug. Ik vroeg me af of hij zich bewust was van zijn invadiliteit. En of hij het leven zinvol vond op deze manier.
Ik hoopte in ieder geval van wel.


09-05-2003

Spam:

Dat ik veel spam via mijn hotmailadres binnenkrijg is inmiddels de normaalste zaak van de wereld geworden.
Maar sinds 20 april krijg ik via mijn Wanadoo-emailadres elke dag dezelfde spammailtjes. Gek word ik ervan!
De tekst is elke keer net even anders, maar het draait allemaal maar om één ding: medicijnen online bestellen zonder recept. Het gaat dan natuurlijk niet om aspirientjes, maar om viagra, afslankpillen en zelfs anti-depressiva. Alsof ik dat nodig heb! Maar ja, daar zit de afzender niet mee. In het begin was ik nog positief over de termijn waarop de mailtjes binnenkwamen. Ik dacht dat ze er na een paar dagen wel mee zouden stoppen als ik niet zou reageren. Die vlieger ging niet op. Elke dag kan ik nog rekenen op één of meerdere mailtjes. Met telkens weer dezelfde tekst:

'Did you know you can get prescription medications prescribed online with
NO PRIOR PRESCRIPTION REQUIRED'

Ik heb inmiddels al 38 van deze mailtjes binnengekregen. Misschien moet ik maar eens actie ondernemen want het wordt namelijk behoorlijk irritant om ze telkens weer in mijn mailbox te vinden. Maar hoe actie te ondernemen tegen spam??


08-05-2003

De blinde en de zwerver:

In een klein zaaltje luisterde ik naar een paar bands die live op de radio werden uitgezonden. Ik zat op het balkon en kon alle mensen in de zaal rustig bekijken. Tussen het publiek dat in de zaal stond en zichtbaar genoot van de muziek liep een man die eruit zag als een zwerver. Hij had geen hippe maar onvermijdelijke dreads, was aan de zware kant en zijn kleren waren vuil. Het was de huiszwerver, liet ik me vertellen. Zijn aanwezigheid was 'gedoogd'.
De huiszwerver was erg sociaal. Hij probeerde het iedereen naar de zin te maken. Bij de laatste band had hij zijn oog laten vallen op een blinde man in het publiek. Deze zat vooraan bij een tafeltje en hield zijn opgeklapte blindenstok stevig vast in zijn hand. De huiszwerver ging naar hem toe en schreeuwde een paar zinnen in zijn oor. Prompt stond de blinde man op en als een robot begon hij op de plaats recht op en neer te huppen.
Hij danste.
De zwerver ging aan de kant staan en keek vol zelfgenoegen naar de dansende man. Na een paar minuten werd de blinde man door een bekende terug op zijn stoel getrokken. De zwerver zag het en pikte dit niet. Hij liep weer naar de blinde man toe en schreeuwde nogmaals in zijn oor. De blinde stond op en liet zich door de zwerver, die hem bij zijn trui vasthield, gewillig meevoeren naar de zijkant van de zaal. Daar gingen ze samen op en neer huppen. Toen het liedje was afgelopen klapte de zaal enthousiast. De blinde man klapte op zijn eigen manier. Met één hand wuifde hij naar de bandleden. De huiszwerver hield de blinde man goed in de gaten en liet hem na afloop kennismaken met de bandleden. Het was een komisch gezicht, die twee. Maar schijnbaar hadden ze het prima naar de zin bij elkaar.


07-05-2003

Minipops:

Op MTV zag ik een videoclip van het nummer 'Video killed the Radio Star'.
Het bracht me meteen terug naar vroeger, naar begin jaren tachtig. Ik was nog geen tien en luisterde naar de bandjes van The Minipops.
The Minipops kun je vergelijken met onze Kinderen voor Kinderen, maar de kinderen van The Minipops zongen bekende liedjes van grote artiesten, zoals Abba en Blondie. Op de hoes van de elpee, of zoals in mijn geval op de hoes van het bandje, zagen ze er precies zo uit als hun grote sterren. Ik zag ze als mijn grote voorbeeld. Niets liever wilde ik zijn zoals hen. Tijdens kleine uitvoeringen op de lagere school playbackte ik mijn favoriete nummer dat op het bandje stond: Stupid Cupid.
Toen ik ouder werd, nam Madonna hun plaats in. De bandjes van The Minipops waren niet interessant meer en ik geloof dat ik er zelfs nieuwe muziek overheen heb genomen.
Destijds heb ik nooit beseft dat ik door naar The Minipops te luisteren alle grote klassiekers leerde kennen. Hoewel ik het nummer 'Video killed the Radio Star' nog nooit in de oorspronkelijke vorm heb gehoord, kan ik het toch luidkeels meezingen. De meeste nummers van The Minipops kan ik nog meeneuriën. En in mijn hoofd hoor ik de kinderstemmetjes nog zingen. Misschien moet ik maar weer eens op zoek naar de bandjes. Hopelijk is er nog iets overgebleven van de muziek en heb ik niet alles gewist.

Minipops

Verkorte playlist:
Video Killed the Radio Star
My Guy
My Boy Lollipop
Happy Birthday
Una Paloma Blanca
Brown Girl in the Ring
Daddy Cool
Swinging on a Star
Loop De Loop
Stupid Cupid
The Green Door
This Ole House
Hound Dog
Rock around the Clock
Call Me
Denis, Denis
I’m Gonna Knock on Your Door


06-05-2003

X-Men 2:

De film X-Men 2 is eigenlijk een combinatie van Star Trek en Charmed. Dit zijn mijn favoriete series, dus zou X-Men 2 ook hoog op mijn lijstje moeten scoren.
Niets is minder waar.
X-Men 2 is een mooie film om naar te kijken, maar het verhaal is bijna waardeloos te noemen. Dat dit anders kan, bewijzen de film The Matrix en de series die ik hierboven al noemde. Met dezelfde ingedriënten als X-Men 2 wordt er toch een sterk verhaal in verwerkt. Jammer dat ze deze moeite niet voor X-Men 2 hebben genomen, want daardoor is de film een stuk minder interessant.
Er zijn veel verschillende karakters in de film, maar geen enkel karakter leer je goed kennen zodat er niemand is waarmee je je kan identificeren. De film blijft daardoor op afstand, ik had niet het gevoel dat ik er helemaal 'in' zat.
Omdat ik het eerste deel niet had gezien, stapte ik helemaal blanco in de film. Maar daardoor raakte ik de draad af en toe kwijt. Wie hoorde bij de slechte zijde en wie niet? Aan het eind van de film werd dit wel duidelijk.
Het was leuk om Famke Jansen, Neerlands trots, een keer te bewonderen op het grote doek. En helemaal geweldig was het om 'Captain Jean Luc Picard' oftewel Patrick Stewart in de rol van Charles Xavier te zien. Hij blijft onlosmakelijk verbonden met zijn Star Trek verleden, maar ik vond zijn acteerprestaties erg sterk.
X-Men 2 is een leuke film om naar toe te gaan. Al kon de film mij niet echt boeien, ik heb me ook niet verveeld.

X-Men 2

Famke Jansen en Halle Berry.


05-05-2003

Film:

Het hoogtepunt van het Bevrijdingsfestival in Amsterdam is Dolf Jansen. Dat zal vast leuk worden, maar waarom hebben wij geen Within Temptation, Di-rect of Terence Trent D'Arby? Ik heb met verbazing de programmering van dit jaar gelezen. Geen enkele grote naam die onze lijst siert. Dus heb ik besloten dat ik vandaag naar de film ga.
X-Men 2.
Ik kan je nu al verklappen dat het een stuk spannender zal worden dan het Bevrijdingsfestival in Amsterdam.


04-05-2003

Dodenherdenkingen:

4 Mei. Dodenherdenking. Ik zat voor de televisie en keek naar de kransen op de Dam. Ik heb dodenherdenking altijd raar gevonden. Ik moest iets herdenken wat ik helemaal niet had meegemaakt. Ik had geen idee wat de mensen moesten voelen die het wél hadden meegemaakt. Ik probeerde me in te leven, maar ik had geen idee in wat voor gevoel ik me in moest leven.
De tweede wereldoorlog heeft wel mijn interesse. Ik heb Westerbork bezocht, het Anne Frankhuis staat nog op mijn lijstje en ooit wil ik naar Auschwitz in Polen. Ik wil proberen te voelen wat al die mensen hebben doorgemaakt. Auschwitz kan een hele heftige ervaring worden, maar het kan ook tegenvallen. Misschien doet het me helemaal niets als ik het kamp binnenloop. Want er vinden geen vernietigingen meer plaats. Er zijn alleen maar herinneringen. Maar juist die herinneringen kunnen veel emoties oproepen.
Na de dodenherdenking was het tijd voor een andere dodenherdenking.
Cold Feet.
Het was de laatste aflevering. In de vorige aflevering was Rachel omgekomen bij een ongeluk. Mijn tranen hadden rijkelijk gevloeid. Ik had niet eens zin in de laatste aflevering. Iedereen worstelde met zijn verlies en sinds Rachel dood was, was Cold Feet Cold Feet niet meer. Maar naar een laatste aflevering moet je kijken, dus keek ik. Het was niet leuk, hoeveel grappen ze er ook in verwerkt hadden.
Cold Feet is niet meer.
Ik heb er meer tranen om gelaten dan al mijn dodenherdenkingen bij elkaar.

Op de markt:

Bij de marktkraam voor mijn deur stonden de doosjes met aardbeien klaar om verkocht te worden. Zorgvuldig zocht ik een doosje uit waar geen tot weinig bedorven aardbeien in zaten. Toen ik een doosje had gevonden, ging ik in de rij staan. Het duurde erg lang voordat ik aan de beurt was. Naast me stond een jongen en ook hij had een doosje aardbeien in zijn hand.
Ik geen idee wie van ons eerder aan de beurt was om af te rekenen. Maar ik had geen haast en maakte geen aanstalten om mijn beurt op te eisen. "Jij bent eerder aan de beurt toch?" vroeg de jongen met een vriendelijke blik in zijn ogen. Ik haalde mijn schouders op en zei dat ik het niet wist. "Ga jij maar voor hoor," zei ik. Maar de jongen schudde zijn hoofd en maakte een gebaar waarmee hij aangaf dat ik voor mocht gaan. Ik glimlachte en knikte. Zij aan zij en stapje voor stapje schuifelden we naar de kassa.
"Het is erg druk hè," zei ik tegen de jongen. Hij knikte verlegen.
Toen we bijna aan de beurt waren pakte hij nog wat peren en appels. "Oh, ga jij maar eerst hoor, jij hebt nu zoveel in je handen," zei ik tegen hem. "Nee, ga jij maar," hield hij vol. "Maar jij mag wel hoor," probeerde ik nog. Hij schudde glimlachend met zijn hoofd.
Toen we eindelijk mochten afrekenen keek ik naar hem. Hij had een piercing in zijn kin en zijn donkere haar stond met behulp van veel gel omhoog. Met zijn hand vol peren en appels maakte hij weer het gebaar om aan te geven dat ik voor mocht gaan. Vooruit dan maar, dacht ik. Anders zouden we hier morgen nog staan. Ik betaalde en voordat ik wegliep zei ik gedag tegen de jongen.
Hij zei ook gedag en kon eindelijk afrekenen. Met een glimlach op mijn gezicht liep ik terug naar huis. Soms ging aardig zijn een stapje te ver. Maar leuk was het wel.


03-05-2003

Mijn Amsterdam:

Elke week koop ik de zaterdageditie van het Parool. In de bijlage 'PS' staat op de laatste bladzijde altijd een interview met een bekende Amsterdammer. Zij geven dan hun mening over de mooiste en leukste plekjes in Amsterdam. Dat wil ik ook, denk ik elke keer als ik weer een interview lees. Maar ik ben geen bekende Amsterdammer, dus ze zullen mij niet vragen voor een interview. Maar ik heb natuurlijk wel een eigen website! Dus hier komt dan eindelijk 'Mijn Amsterdam'.

Restaurant:
Met stip op nummer 1: Cinema Paradiso in de Westerstraat. Het is er niet duur, het eten is voortreffelijk en de sfeer is goed.

Café:
Ik zit graag in Ierse pubs. 'The Tara' op het Rokin is mijn stamkroeg geweest. Dan zaten we op grote stoelen voor de open haard. Ik spreek nu vaak af in de Ierse pub op het Heinekenplein. En van mij mag al het personeel Iers praten. Ik kan daar de hele avond naar luisteren.

Uitgaan:
Het Bimhuis is een heerlijke plek om uit te gaan. Ik ga er alleen naar toe als er zanger(es)s(en) optreden, want ik luister niet zo graag naar de experimentele instrumentale jazz die er vaak ten gehore wordt gebracht.
Ook ga ik graag naar de Melkweg, Paradiso, Theater Carré, De Kleine Komedie en de Stadsschouwburg. De Stadsschouwburg is een prachtig gebouw met een interieur waar je mond van open valt. Eigenlijk zou iedereen dat een keer gezien moeten hebben. Het gebouw wordt straks verbouwd, ik hoop maar dat er nog wat van het interieur terugkomt in het nieuwe uiterlijk.

Mooiste plek:
Als ik over de Amstel fiets kijk ik altijd even naar beide kanten. Aan de ene kant is daar het Amstelhotel, de Magere Brug, Theater Carré en het Muziektheater, aan de andere kant de Rembrandttoren. Het is zo weids en het geeft me een gevoel van vrijheid.

Rijp voor de sloop:
De Centrale Bibliotheek op de Prinsengracht. De ruimte is te klein, het is er erg benauwd in de zomer en de wc's zitten te dicht bij de ingang, zodat de geur van de wc-spray je tegemoet komt als je naar binnen wandelt. Dat is ook mijn eerste associatie als ik aan de bibliotheek denk: wc-spray.

Museum:
Hoewel ik er nog nooit ben geweest, noem ik het Anne Frankhuis. Ik hoop dat je in het hele pand de sfeer van de gebeurtenissen nog kan proeven. De lange rij toeristen houdt me tegen om naar binnen te stappen. Daarnaast vind ik stijlkamers prachtig, en die vind je onder andere in het Paleis op de Dam, het Bijbels Museum en Museum Van Loon.

Lelijkste plek:
Het ABN-Amro gebouw aan het Rembrandtplein, op de hoek van de Utrechtsestraat. Zo grijs en ongezellig.

Favoriete winkel:
De Hema, omdat ik altijd wel met iets thuiskom als ik bij de Hema ben geweest. En dat gaat van printerpapier tot lingerie.
Concerto in de Utrechtstestraat is een goede tweede. Daar koop ik vaak tweedehands jazzcd's.

Vluchten:
Met mijn mountainbike naar Durgerdam en alle andere kleine dorpjes in de buurt fietsen, zoals Ransdorp en Zunderdorp. Het fietspad slingert over de dijk langs het IJmeer. Af en toe onderbreek ik de fietsttocht door bij het water te gaan zitten en te genieten van het uitzicht.

Een avond stappen met:
Henk Jan Smits. Hij ziet eruit als een lieve man en misschien kan hij me een handje helpen bij het maken van een cd.

Laatste keer de stad uit:
Naar mijn zus in Overijssel omdat mijn neefje jarig was.

Ergenis in de winkel:
Als ze me behandelen als een toerist en daarom in het Engels gaan vragen of ze me kunnen helpen.

Grootste gemis:
Ik heb me altijd afgevraagd hoe het Paleis voor Volksvlijt er in het echt uit zou zien. Van mij mogen ze de Nederlandse Bank slopen en het Paleis er weer neer zetten. Er is een stichting opgericht die dit doel wil bereiken en het zou geweldig zijn als het zover zou komen.

Straat:
De Nieuwdammerdijk vind ik een hele bijzondere straat in Amsterdam. Het is er knus en elke gevel ademt een rijke historie uit.

Grootste hekel aan:
Het verkeer in Amsterdam, zowel de agressie van de deelnemers als de chaos die de bouw van de Noord-Zuidlijn veroorzaakt.

Plein:
Het Museumplein. In de zomer zit ik vaak aan de rand van de vijver met mijn voeten in het water een boek te lezen. Heerlijk ontspannend en met de drukte valt het wel mee.

Museumplein


02-05-2003

Onweer:

19:25 uur: Hier in Amsterdam zitten we midden in een heftige onweersbui die plots kwam opzetten. Een wolkbreuk heeft zich boven ons uitgestort en de mensen hollen over straat naar een veilige schuilplek.
Eén persoon loopt midden op straat te zingen en laat de regen op zich vallen. Het begint nu te hagelen, dus dat zal niet prettig zijn.
Het wordt stilaan een beetje lichter, maar de flitsen laten zich nog steeds om de paar seconden zien.
Wat kan onweer heftig en indrukwekkend zijn!

Leeftijd:

Met koninginnedag stond ik op het Museumplein te kletsen met de vocalisten. De mannen waren bier aan het halen en wij stonden daar voor het grijpen, moesten twee stomdronken jongens gedacht hebben toen ze ons zagen. Ze botsten bijna tegen ons op en begonnen al wiebelend een praatje. We deden een stapje opzij en negeerden ze, maar ze bleven als vieze kauwgom aan onze zij plakken. "Ga maar iemand van je eigen leeftijd zoeken," riep A. terwijl ze hen weg probeerde te wuiven. "Haaa, iemand van onze eigen leeftijd? Dan vergissen jullie je grandioos in onze leeftijd. Ik durf te wedden dat wij ouder zijn dan jullie." Daar wilde ik wel een wedje op leggen. Mijn leeftijd was nog nooit goed geschat. "En ik durf ook te wedden dat wij zwaar meer geld verdienen dan jullie," riep de jongen met zonnebril. Daar hoefde ik niet aan te twijfelen, dat geloofde ik zo wel. "Zal ik eens vertellen wat wij de hele dag doen?" vroeg de jongen. "Ach, dat hoeft niet hoor," zei A. terwijl ze weer een stapje opzij deed. Hij wees naar zijn vriend en zei: "Hij zit zwáár in de verzekeringen en ik zit zwáár in de administratie." We waren niet onder de indruk.
De jongens bleven maar plakken en ten einde raad riepen wij onze vrienden terug. Daar zaten een aantal breedgeschouderde types tussen en de dronken jongens waren maar klein van stuk. Het werkte. Ze gingen er als een haas vandoor. "Je weet niet wat je mist, echt waar niet," probeerde de jongen met zonnebril nog toen hij wegliep. "Nou, dat weten we wel!" riep A. hen achterna. We vertelden het verhaal aan de mannen en meteen werd er gespeculeerd hoe oud ik zou zijn, want ze hadden mij nog nooit eerder ontmoet.
"23."
"24."
Ik probeerde ze een handje te helpen door mijn wijsvinger de lucht in te steken.
"Nog ouder? 26?" De verbazing op hun gezichten werd steeds groter.
"27??"
Ik schudde nee.
"28???"
Ik schudde nogmaals nee.
"29?"
Het ongeloof was van ieders gezicht af te lezen. En toch was het waar.
Misschien moet ik met de volgende koninginnedag mezelf maar als attractie bombarderen. "Raad mijn leeftijd. Inleg: 1 euro. Wie het goed heeft geraden krijgt tien euro." Dan zou ik misschien wel heel veel centjes kunnen verdienen!


01-05-2003

Koninginnedag:

Om 12 uur 's middags fietste ik naar de Kinkerbuurt. Ik had eerst even gekeken via de webcams op internet of het druk was in de straten waar ik langs wilde fietsen, maar het zag er rustig uit.
Eenmaal buiten hing er een matte sfeer in de stad. De wolken lieten geen zonnestraaltje door en dat was af te lezen op de gezichten van de mensen die hun waar hadden uitgestald. Het zorgde er in ieder geval voor dat ik zonder hindernissen kon doorfietsen.
Ik had met een aantal vocalisten van het vocalistenproject dat ik vorig jaar had gevolgd afgesproken. We wilden in eerste instantie op koninginnedag met z'n allen gaan zingen, maar toen er twee meiden afhaakten gaven we het op. Nu gingen we slenteren.
Nadat we de eerste uurtjes hadden doorgebracht met zingen en gitaar spelen bij een van de vocalisten thuis, ging het buiten plenzen. Dus zongen we door, tot het ophield. Toen het buiten eindelijk droog was, wandelden we naar het Vondelpark. Een aantal jaren geleden was ik ook met koninginnedag in het Vondelpark. Het zag er zwart van de mensen en ik schuifelde voetje voor voetje verder. Maar toen scheen de zon en was het warm. Nu was het koud en vies. We konden gemakkelijk doorlopen. Geen massa mensen die ons tegenhield.
Bij het Blauwe Theehuis was een tafeltje vrij. En er was ruimte om te dansen op de muziek van de kinderdj's, die helemaal niet kinderachtig klonk. Een aantal vrienden was inmiddels ook in het Vondelpark beland en met z'n allen liepen we in de zon verder naar het Museumplein. We stonden helemaal achteraan en de muziek bereikte ons wanneer de wind ging liggen. Naast ons brak nog een opstootje uit, maar een aantal politiemensen waren snel ter plaatse om de gemoederen te sussen. Een zwerver met een paar bruine tanden in zijn mond verzamelde alle plastic bekers die op het terrein lagen. Hij vertelde dat hij er bijna duizend had, en voor elke 100 bekers die hij inleverde kreeg hij 2 euro. Dat was nog eens slim geld verdienen. We vonden het een stoere actie en steunden hem door onze lege plastic bekertjes aan hem te geven.
Na een vette hap gingen we verder naar het Max Eeuweplein. Het plein stond vol met hossende mensen. Onder invloed van twee Smirnoff Ice en een paar biertjes ging ik meehossen. De laatste keer dat ik dat had gedaan was heel lang geleden, maar het voelde best lekker. De band speelde alle hos-klassiekers en wij zongen luidkeels mee. Zelfs de Marokkaanse jongen naast me zong tot mijn grote verbazing het oerhollandse nummer 'In de maneschijn' mee.
Via het Leidseplein, waar niet veel te beleven viel, belandden we op de Prinsengracht. Daar gingen we pijltjes gooien. De inzet was 2 euro. Je kreeg drie pijlen om op een briefje van twintig, dat op een dartboard met punaises vastzat, te mikken. Alle drie de pijltjes moesten raak zijn. De afstand tot het dartboard was verder dan de normale afstand. De mannen die ons vergezelden waren echte darters en probeerden het. Mis, raak, mis. Mis, raak, raak. Mis, mis, raak. Dit spel was niet voor niets bedacht. Het was echt moeilijk. De twee mannen die het hadden georganiseerd waren stomdronken, zelfs praten ging hun niet meer goed af. Maar als zij gooiden waren de pijltjes elke keer raak. Het kon dus wel. Wij vrouwen probeerden het nog, kregen zelfs een bonuspijltje, maar het mocht niet baten. De 20 euro bleef zitten waar die zat. Onze zakken werden leger en leger, dus liepen we maar verder, dit keer naar huis.
Al hossend liepen we nog door een dansende menigte heen (dat is de beste manier om door een hossende menigte heen te komen) en eenmaal thuis zagen we dat het al negen uur was. Ik pakte mijn fiets, nam afscheid en reed naar huis. Koninginnedag liep op zijn eind. De schoonmaakploegen waren al bezig met opruimen. In de buurt van het Vondelpark ruimde iemand zijn koopwaar op. De mensen op het Museumplein luisterden nog naar Rowwen Hèze. Ondanks het weer was het een geslaagde koninginnedag. Volgend jaar ben ik weer van de partij.


2003

2004

2005

2006