31-10-2004

Drrroog:

Het wordt winter. Het wordt koud. Het wordt brr. En als het brr wordt gaat mijn huid jeuken. Want in de winter wordt mijn huid droog. Dat is tot daar aan toe, maar sommige stukken huid zijn zo droog dat het jeukt als een gek. En als ik jeuk heb krab ik. Da's natuurlijk niet goed. Dus smeer ik me suf met Nivea Soft. Alleen helpt het niet. Maar nu heb ik iets gevonden. Iets leuks en lekkers! Bij The Body Shop op de kop getikt: een moisturising stick. 'Om de droge huid zacht en soepel te houden'. Op zich is dát niet bijzonder. Wat wél bijzonder is, is dat de stick cacaoboter bevat! Echt waar, je zou er bijna aan gaan likken. Dus 's ochtends na het douchen smeer ik de droogste delen van mijn lichaam in met cacaoboter. Nu ruik ik de hele dag naar cacao. Als ik nou niet om op te vreten ben!


30-10-2004

In de bus:

"Hééé, hoe is het met jou?"
"Goed! En met jou?"
"Ook goed. Ik zag je staan op schoolbank.nl!"
"Ja, ik jou ook! Waar woon je nu?"
"In Amsterdam."
"Oh, daar kom ik net vandaan. Mijn vriend woont er. Ik heb er zelf een jaar gewoond maar ik vond het er niet leuk. Maar hoe is het met jou? Verliefd, samenwonend, getrouwd, kinderen?"
"Niets van dat alles. En jij?"
"Ik woon samen. Maar ik heb nog geen kinderen. Ik hoef ze ook niet, ik wil eerst nog even genieten van het leven, haha."
"Ik kwam laatst L. tegen in de supermarkt. Zij is net bevallen van een jongen."
"Echt waar? L. een kind?"
"Ze zei dat ze niet had gedacht dat het zo mooi zou zijn om een kind te krijgen. Ze was helemaal in de wolken. En M. is ook zwanger hè."
"Ja, maar die is ook helemaal bekeerd tot het geloof. Erg joh!"
"Echt waar? Oh, dat had ze niet gezegd. Ik kreeg laatst ook een mailtje van R, hij staat ook op schoolbank.nl. Hij woont samen, heeft een kind en V. is nog steeds zijn beste vriend."
"Ja, het gaat goed met ze hè. Ik kwam laatst F. tegen. Die is nog steeds zo gek als een deur!"
"En T. zag ik laatst ook. Jeetje, die is..."
"Nou zeker. Hé, we moeten een keer een reünie organiseren."
"Ja, wat een goed idee!"
"Ik ben ook zo benieuwd hoe het is met M."
"Ja, en met K."
"Oh maar die zie ik nog wel eens. Hij heeft verkering met een buurmeisje van me."
"Oké. Ik moet er hier uit, mail me anders even."
"Ja is goed. Leuk je gesproken te hebben!"

Elke keer is het weer raak als ik een oud-klasgenoot tegen het lijf loop. We bespreken alleen maar wat we doen, waar we wonen en of we verliefd, samenwonend of getrouwd zijn en kinderen hebben. Dan worden andere klasgenoten onder de loep gelegd en is het gesprek klaar. Het ergste is dat ik het allemaal nog wil weten ook. En dat terwijl ik altijd een hekel heb gehad aan mensen die andermans leven bespraken.


29-10-2004

Aukdialect:

Hij is Fries. Dat hoor ik aan zijn accent. Ik ken hem niet, maar hij is net naast me gaan zitten aan de bar. Hij vroeg me iets over de muzikanten die in het café speelden. Daarna babbelden we een tijdje met elkaar tot ik hem vroeg of hij uit Friesland kwam. Hij knikte.
Hij zegt dat we nu wel Fries kunnen praten. Ik sputter tegen. Omdat we al een gesprek in het Nederlands hebben gehad. Dan is het raar om over te schakelen. Maar het is ook omdat ik me schaam. Ik praat namelijk niet 'geef Frysk' (correct Fries), maar een mengelmoes van een paar dialecten. Een soort Aukdialect zeg maar. Dat is voor iedereen verstaanbaar, maar klinkt niet mooi vanwege de harde en knauwerige klanken. Daarom praat ik als ik bij Friezen op de koffie ga uit beleefdheid altijd Fries. En dan is het misschien niet 'geef' maar het klinkt mooier dan mijn dialect.
Een vriendin van me, tevens Fries, praat Nederlands tegen mij en ik tegen haar. Toen we erachter kwamen dat we allebei Fries waren konden we simpelweg niet meer overschakelen op het Fries. Er waren al te veel Nederlandse woorden gevallen. Eigenlijk best wel raar. Want tegenover haar schaam ik me niet voor mijn dialect. Dus waarom niet overschakelen op onze moedertaal? Het lijkt wel of de taal zit vastgeroest in onze vriendschap. En dat het niet meer gewijzigd kan worden.
De overgang naar een andere taal lijkt groot, maar misschien moet ik de stap eens wagen. Bij mijn vriendin zal dat niet gebeuren, na tien jaar vriendschap zal het heel onwennig zijn om Fries tegen elkaar te praten. Maar bij iemand die ik net heb ontmoet in de kroeg moet het kunnen.

1


28-10-2004

Onbezield:

Er lag een duif op het plein voor de ingang van de supermarkt. Het kopje plat op de grond, het lichaam onbezield. Naast de duif een kleine plas bloed. De kleur van het bloed gaf aan dat de duif kort geleden naar hogere sferen was vertrokken. Voorbijgangers keken vol walging naar het tafereel. Dode duiven zijn we gewend. Zo'n plas vers bloed niet.
Dat moest ook de jongen met het fototoestel gedacht hebben. Hij ging er eens goed voor zitten en schoot in alle rust wat plaatjes. Voorbijgangers bleven verbaasd staan. Schudden hun hoofd. Maakten minachtende 'tsss'-geluiden. De jongen trok zich er niets van aan. Hij nam de tijd. Ik bleef ook staan. En dacht. Als hij een log zou hebben, zou hij vast en zeker één van zijn geschoten foto's publiceren.


27-10-2004

Bevalling:

In maart van dit jaar had ik u al verblijd met een fotoreportage van de geboorte van een lammeke. Daarom dacht ik meteen aan u toen er tijdens mijn verblijf op de boerderie een kalfke werd geboren! Omdat de koe nogal onrustig was kon ik niet teveel in de rondte flitsen en klikken. Dus is het een bescheiden reportage geworden. Klik en huiver:

foto 1: klik - de voorpootjes zijn er! Nog even wachten tot de koe ligt en dan kunnen we haar gaan helpen met de bevalling.
foto 2: klik - er is een touw om de pootjes van het kalfje gebonden, zodat we daaraan kunnen trekken op het moment dat de koe perst. Mits het touw op de goede plek van de pootjes is bevestigd, doet het touw geen pijn. De tong van het kalfje is ook al te zien.
foto 3: klik - binnen mum van tijd ligt het kalfje in het stro. Helaas kon ik geen foto nemen van het moment waarop het kalfje nog half in de koe zat, maar ik beloof dat ik die een andere keer maak. Het slijm wordt uit de bek en van het lichaam van het kalfje gehaald. Hij (het is een stier) krijgt wat lauw water op zijn hoofd om wakker te worden. Meteen al probeert hij te gaan staan, wat me doet denken aan de theatervoorstelling 'Biks' van Plien & Bianca. Bianca speelt daarin een pasgeboren kalfje dat probeert te staan. Geweldige scène!

Voor degenen die duizelig en misselijk zijn geworden: u mag van geluk spreken dat ik de bloederige plaatjes achterwege heb gelaten.


20-10-2004

Huishoudelijk gemuts:

- wie nog niet gereageerd heeft op mijn mail of wie geen emailadres heeft achtergelaten maar toch een Grote Clubactielot van me wil kopen, kan nog steeds reageren. Stuur dan even een mailtje.

- ik ga even wat daagjes in Fryslân zitten. Voor de vitamine F, zoals Wasbeer gister al wist te melden in mijn comments. Voor de mensen die zich afvragen waarom ik dan niet log in Fryslân: een logvakantie op zijn tijd is ook prettig. Bovendien is de internetverbinding daar verschrikkelijk traag.

- voor de meneer die op de poekies en het huis past: u is geweldig.

- ziek zijn en 's nachts slapen is een ramp. Vannacht heb ik de opgenomen afleveringen van the Gilmore Girls en Sex & the City gezien, onder het genot van een pot thee, een fleecedeken en de kachel. Daarna wilde mijn lichaam gelukkig toegeven dat het slaap nodig had.

- ik wens u alvast een prettig weekend.

- I'll be back.


19-10-2004

Grote mond:

Als je op je werk hardop durft te zeggen dat je toch niet ziek wordt. En dan de volgende dag doodleuk moet constateren dat je ziek bent (terwijl ik nóóit ziek ben!).

Ik loop even op en neer naar de Etos. Keeltabletten en tissues en Nurofen halen enzo. En dan zometeen toch maar naar m'n werk. Hm. Had iemand iets geschreven over signalen negeren?


18-10-2004

Signalen:

Als je lichaam je op allerlei vervelende manieren tracht duidelijk te maken dat het ongesteld is en nurofen niets helpt. Als je je op de bank wilt nestelen met een kruikje, fleecedeken en je katten. Als je de kachel wilt laten branden en niets anders wilt dan thee drinken en zappen. Als dit alles in je hoofd zit maar je er niet aan kan toegeven. Omdat je op zo'n dag eerst moet werken en daarna wil zingen op een sessie.
En hoe ziek ik ook ben, altijd is er een stemmetje dat staat te juichen als ik het café binnenkom. "Jaaaa, we zijn op een sessie, ik wil ook zingen, ach toe, laat me zingen, pleeaase?"
En eigenlijk hoeft dat stemmetje niet te zeuren. Want stiekem heb ik allang besloten dat ik ga zingen. Hoe beroerd ik me ook voel. Op het podium verdwijnen alle kwaaltjes als sneeuw voor de zon. Ook de echte. Sterker nog: hoe beroerder ik me voel, hoe beter ik zing. Omdat van binnen verwachtingen worden bijgesteld en ik waarschijnlijk allang blij ben dat ik überhaupt op dat podium sta. Gister ook weer. Ik was als allerlaatste (twee uur lang zitten wachten), mocht maar één nummer zingen maar genoot weer volop van die paar minuten. En als ik dan dat podium verlaat kan ik mezelf wel voor m'n kop slaan dat ik zo heb geluisterd naar mijn lichaam. Signalen zijn er niet altijd voor om naar geluisterd te worden.


17-10-2004

Besef:

Het was zoiets als 'wij tegen de wereld' of 'samen staan we sterk'. Misschien omdat we vonden dat de wereld tegen ons was. In ieder geval leek het alsof we constant in gevecht met de dingen om ons heen. Mensen. Gevoelens. Gebeurtenissen. Daarom hadden we de handen ineen geslagen. Als twee musketiers. Allen voor één en één voor allen.
Maar het pact hield niet stand. De wereld drong naar binnen en liet een diep litteken achter. We stonden perplex. Hoe had het zover kunnen komen? Het spel was gespeeld. We waren geschiedenis. Exit.
Allebei vonden we een andere uitgang. En kwamen elkaar niet meer tegen. We namen plaats in een ander deel van de wereld en werden teruggeworpen op onszelf. Ontredderd en somber. Maar we zetten onszelf weer op de rails. Elk een andere kant op. En hoewel het litteken nog steeds voelbaar was, had ik het naar mijn zin. En merkte iets op. Ik vocht niet meer. Er kwam rust. En een besef. Dat de wereld lang zo eng niet was als we toen dachten.


16-10-2004

Geluk vind je bij de HEMA:

Ik had nieuwe potloden nodig. Met zo'n gummetje erop. Ik had nog wel een potlood. Die was niet aan vervanging toe. Maar het gummetje erop wel. En ik wilde een puntenslijper want die was kwijt. En zonder puntenslijper krijg je stompe potloden. Daar schiet je niks mee op.
The place to be voor potloden is de HEMA. Daar had ik mijn vorige potlood ook gekocht. Die was grijs met glitters. De lijm plakte een beetje als ik 'm vasthield, maar dat was niet erg. Hij viel anderen op. Ze pakten hem vast en bekeken hem van dichtbij. Zozo, zeiden ze dan, da's een mooie. En dan knikte ik.
Maar ik ging dus naar de HEMA. Toen ik binnenkwam lukte het me bijna om in één keer naar het schap met pennen en potloden te lopen. In één keer naar een bepaald artikel in de HEMA lopen is nogal lastig. Omdat je onderweg duizend-en-één dingen tegenkomt die opvallen. Die moeten opgepakt en bekeken worden. En dan moet er nagedacht worden. Het eerste dat ik tegenkwam was vulling voor mijn agenda. Blaadjes voor 2005. Hoppakee mee. Toen in één keer door naar het schap met potloden. Daar aangekomen maakte ik een vreugdesprongetje. In gedachten dan. Want daar lagen twee paar potloden op mij te wachten. In de kleuren geel en roze. Met glitters. En met gummetjes erop. Mine! Mine! Mine! In het vakje links van de potloden lagen de gummen. Grote en kleine. Gekleurde en saaie. Ik koos een gekleurde natuurlijk. Roze. Kon niet missen. In het vakje rechts naast de potloden lagen de puntenslijpers. Ik nam er twee. Voor als de ene kwijt raakte. Een gewone zilveren. En hoe verrassend, een roze. Door naar de shawls, hoeden en petten. Passen. Ondergoed. Paarse string. Hop, mee. Sokken. Maillots (die kindermaillots zijn zó leuk). Panty's. Batterijen voor mijn fietslichtje. Ook mee. Kassa.
En nu staan mijn potloden in mijn supersonische pennenhouder met ingebouwde klok en temperatuurmeter (niet bij de HEMA, maar voor een zacht prijsje bij de Dirk op de kop getikt) en mijn vingers JEUKEN om ze te gebruiken.

Daarom ga ik nú een arrangement voor een muziekstuk maken. Veel potloodgebruik! Veel gummen! Auk blij!


15-10-2004

Vandaag niet:

De horizon vervaagt door opzettende mist. Het is stil hier verzucht ze. Met haar handen in haar zakken torent ze boven de zee uit. Op de pier. Het voelt machtig. Maar ook alleen. Hier is ze onbereikbaar. Voor de golven. Voor haar gedachten. Voor de wereld. De zee gromt dreigend. Ik hoor je wel, denkt ze, maar ik luister niet. Vandaag niet. En ze voelt hoe de wind haar voorzichtig omhelst.


14-10-2004

Doorgeknipt:

Plots is het moment daar. Onaangekondigd en overrompelend. Alsof iemand een touwtje heeft doorgeknipt zonder dat ik het zag. Knip. Even is het onwennig. Bijna saai. Geen kriebels meer als ik je zie. Geen verlangens. Al heb ik je nog wel lief. Maar dan anders. Geen zucht naar aandacht als ik bij je ben. Niet meer de jouwe willen zijn. Een ander aan je zijde kunnen dulden.

Plots is het moment daar.

Ik heb je losgelaten.


13-10-2004

Dansen met Mick Jagger:

Ze pakt mijn arm vast en buigt voorover. "Ik heb vroeger met Mick Jagger gedanst," zegt ze zonder overdreven trots.
Ik ken haar niet, maar heb een paar minuten geleden haar drankje vastgehouden toen ze naar de wc moest. Verbaasd als ik ben, ik kom tenslotte niet iedere dag iemand tegen die met Mick Jagger heeft gedanst, vraag ik haar meteen naar haar verhaal.
"Artiesten gingen steevast naar de zeedijk om wiet te roken. En ze gingen natuurlijk naar het Red Light District. The Rolling Stones waren op die bewuste avond in een nachtclub in de Warmoesstraat, en van daaruit gingen ze naar de Zeedijk. 'The Rolling Stones komen eraan,' fluisterde iedereen opgewonden. Ze belandden in Casablanca, waar ik werkte. Mick had een wit pak aan en zag er goed uit. Ik bood hem een flesje piccolo aan, maar oh, oh, wat was dat stom van me." Het kleine slanke vrouwtje gooit haar armen in de lucht en kijkt even naar boven. "Dat flesje was wel dertig gulden, hartstikke duur!" Mick Jagger betaalde er niets voor, en bood haar ook geen drankje aan. Wél vroeg hij haar te dansen. En daar stond ze dan. Dertig jaar geleden. Met Mick Jagger op de dansvloer in Casablanca.
"Nog steeds wil ik hem zeggen dat ik een drankje van hem tegoed heb. Maar tegenwoordig zijn ze zo zwaar bewaakt, je komt er niet meer bij in de buurt."
Ze heeft het verhaal al vaak op de radio verteld, zegt ze. En als ik haar zo zie denk ik dat dat kleine vrouwtje nog wel meer mooie verhalen over het Amsterdamse uitgaansleven van dertig jaar geleden weet te vertellen.


12-10-2004

Smetteloos:

Kwetsen is inherent aan leven. Geen leven zonder te kwetsen. Geen leven zonder gekwetst te worden. Vooral in de liefde lijken we er niet aan te kunnen ontkomen, hoe graag we dat ook willen. Maar hoe zou het zijn als we die pijn weg zouden kunnen nemen? Een nacht lang slapen met een apparaat op je hoofd dat alle herinneringen aan een bepaald persoon wist en klaar is kees. Weer een stap dichter bij perfectie. De volgende ochtend open je je ogen en is alle pijn foetsie. De persoon is uit je gedachten gewist. Om nooit meer terug te komen. Om nooit meer de pijn te voelen die de persoon oproept. De film 'Eternal sunshine of the spotless mind' gaat hierover. Eigenlijk zat ik niet te wachten op een film met Jim Carrey en Kate Winslet in de hoofdrol, ik heb een beetje een hekel aan de typetjes van Jim en het trieste Titanic-gezicht van Kate, maar ik moet toegeven dat ze erg boeiend zijn om naar te kijken. Omdat ze er anders uitzien. Dat is hoe ik acteurs graag zie. Anders dan anders.
Kate en Jim krijgen een relatie. Als het niet meer gaat tussen hen laat Kate haar herinneringen aan Jim wissen. Dus ook de mooie. U mag zelf kijken hoe het afloopt. Overigens is het een film met een sterk einde. Ook wel eens prettig.
Het onderwerp past pijnlijk goed in deze tijd. Vooral in Amerika wordt er nogal makkelijk met anti-depressiva omgesprongen. Voel je je niet goed? Slik een pilletje! Gisteravond was ik bij een masterclass van jazz-zangeres Lils Mackintosh (niet meegedaan, alleen gekeken). Onderwerp van de avond: vertel al zingend het verhaal van een liedje. En wat helpt je om een verhaal te vertellen? Een eigen en verwerkt levensverhaal. Plak het aan het liedje vast en de emotie van het nummer is makkelijker op te roepen.
Herinneringen wissen? Dacht het niet. Ik heb ze veel te hard nodig.


09-10-2004

Allesmoetophet.net:

In het Museum van de Herinnering (o.a. een initiatief van Dante) worden herinneringen aan weggegooide spullen bewaard. Voor mij een uitkomst, want ik bewaar veel te veel. Zoals spullen die ik van vakantie mee heb genomen. Ik ga niet zo vaak op vakantie, maar als ik ga neem ik steevast een paar onbenullige dingen mee naar huis. Een leeg waterflesje. Zeep. Shampoo uit de badkamer van het hotel. Eenmaal thuis zet ik de spullen in de kast en kijk er niet meer naar om. Net als de spullen op onderstaande foto. Ik heb ze meegenomen uit Parijs, waar ik in maart mijn 30e verjaardag vierde. De trip was in alle opzichten bijzonder. Ik werd 30. Ik ging samen met mijn kersverse vriend. Ik ontdekte opnieuw de moderne kunst. Ik ging terug naar de plek op de Eiffeltoren waar ik vijftien jaar geleden had gestaan. We sliepen in een kamer op de zesde verdieping in een goedkoop hotel zonder lift waar een verbouwing plaatsvond. Als we onze hoofden uit het zolderraam staken hadden we uitzicht op een klein stukje Sacré Coeur.
Al deze herinneringen, en meer, kleven aan onderstaande spullen. Maar ik kan de spullen niet inplakken. En gebruiken doe ik ze ook niet. Dus verdwijnen ze in de vuilniszak. Maar niet voordat ik ze op de foto heb gezet en ze gemaild heb naar het Museum van de Herinnering. Waar ze inmiddels een mooi plekje hebben gekregen.

Scooszi vindt de spullen maar wat interessant.


08-10-2004

Winter:

Het viel me gisteravond op, toen ik de supermarkt verliet en naar mijn fiets liep. De winter hangt in de lucht. Maar toen vroeg ik me af hoe het kan dat ik dat ervaar. Proef ik het? Voel ik het? Ruik ik het? Weet u het?

(jaja, ter compensatie van gister krijgt u vandaag van mij een superkort interactief logje)


07-10-2004

Kaatsen:

OK. Voordat ik daadwerkelijk overga tot verkoop van de Clubactie-loten, ga ik u uitleggen wat kaatsen is. Een kleine waarschuwing vooraf: de spelregels zijn nogal ingewikkeld. U mag in de comments aangeven of u:
a) er de (kaatse)ballen van snapte
b) dacht het te snappen maar als u het navertelt plotseling over Jeu de Boules lult
c) het appeltje eitje vindt want u kaatst elke dag de bal terug

Kaatsen is een volkssport, maar wordt wereldwijd bedreven. Weliswaar niet in de vorm zoals wij die kennen in Nederland, maar dat staat een WK kaatsen (het WK kaatsen 2006 is in Columbia) niet in de weg (helaas wilde Erica er geen Olympische Sport van maken).

Wedstrijden worden vooral gespeeld in het weekend tijdens de zomermaanden. Hiervoor geven mensen zich individueel (de zogenaamde door elkaar loten-wedstrijden), per team (vrije formatie-wedstrijd) of per afdeling (afdelingswedstrijd, een team bestaat uit spelers van één kaatsvereniging) op. Er zijn dames- en herenwedstrijden, met verschillende leeftijdscategorieën.

We nemen een 'door elkaar loten-wedstrijd' voor dames onder de loep. Laten we zeggen dat 18 dames zich hebben aangemeld. Een partuur, een ander woord voor team, bestaat uit drie 'maten' (drie personen die een team vormen), dus er zullen met 18 aanmeldingen 6 parturen gevormd worden. Dit gebeurt via loting. Vaak wordt er een onderverdeling gemaakt in sterkte. Een A-maat is een goede kaatser, een B-maat een gemiddeld goede kaatser en een C-maat en minder goede kaatser. Eén partuur bestaat, als het tenminste goed uitkomt, uit een A-, en B- en een C-maat.

We pauzeren even. Zet u gerust even thee. Of koffie. Of wat sterkers, wat u wilt.

De parturen worden genummerd. Nummer 1 speelt tegen nummer 2, nummer 3 tegen nummer 4, enz. We kijken naar de wedstrijd van partuur 1 tegen partuur 2. De personen in de parturen bepalen zelf wie welke functie gaat vervullen. Er zijn twee personen die de opslagfunctie vervullen en twee personen die in het perk staan en uitslaan. Eén persoon heeft dus altijd een dubbelfunctie, opslaan en uitslaan. Van de twee personen die gaan opslaan is er één die 'voor best' opslaat (de beste opslager) en 'voor minst' opslaat (de iets minder goede opslager). Bij het uitslaan staat één iemand 'achterin' (de betere uitslager) en 'voorin' (de minder goede uitslager).

het kaatsveld

Partuur 1 (witte rondjes) begint met opslaan. Partuur 2 (rode rondjes) begint met uitslaan. De 'voor best' opslager van partuur 1 neemt een aanloop en slaat met blote hand vanachter de middelste lijn van het opslagvak naar het perk. De bal móet terechtkomen binnen de witte lijnen waar de twee rode rondjes staan. Is dit niet het geval, dan gaat er direct een punt naar partuur 2. De twee uitslagers van partuur 2, die in het perk staan, moeten de bal terugslaan als deze binnen de witte lijnen valt (jaja, wie kaatst kan de bal verwachten). Dit doet óf de voorinse, óf de achterinse, afhankelijk van waar de bal terechtkomt. De bal mag zonder te stuiten of met één stuit uitgeslagen worden.

OK. Uw koffie of thee is inmiddels wel klaar. Zet een kopje voor u neer, leun even achterover en neem een slok. En geniet. Dan kunnen we daarna weer verder.

kaatswant met kaatsbal

Een uitslager slaat de bal terug (uitslagers dragen een kaatswant van leer, die hun hand beschermt tegen de leren bal). Indien deze over de 'bovenlijn' geslagen wordt (de lijn achter het opslagvak) krijgt partuur 2 direct een punt. Wordt de bal in één keer, dus zonder een stuit, over de zijlijn geslagen, krijgt partuur 1 direct een punt. Als de bal niet zo ver komt, dan komt de bal terecht in het speelveld (dit is het veld vanaf de voorlijn van het perk tot de bovenlijn). De drie spelers van partuur 1 moeten proberen de afstand tussen de bal en het perk zo klein mogelijk te houden. Ze mogen de bal terugslaan richting het perk indien de bal niet of één keer gestuit heeft. Blijft de bal liggen achter de voorlijn van het perk, dan krijgt partuur 1 direct een punt. Partuur 2 mag proberen om de bal wéér terug te slaan richting bovenlijn onder dezelfde voorwaarden (geen of één stuit). Het kan zijn dat de bal dan alsnog over de bovenlijn rolt, zodat partuur 2 direct een punt krijgt. Als de bal in het speelveld stil komt te liggen wordt de plaats gemarkeerd met een wit houten blokje.

Moet u naar de wc van al die thee en koffie? Prima, ik wacht even.

De bal wordt opgepakt en, afhankelijk van de stand, slaat de 'voor minst' speler van partuur 1 op. Als de bal stil komt te leggen in het speelveld wordt de plaats aangemerkt met een tweede blokje dat rood van kleur is. Als er twee blokjes in het veld liggen wisselen de parturen en moet de 'voor minst' opslager van partuur 2 opslaan. Twee spelers van partuur 1 staan in het perk en krijgen een punt als ze de bal voorbij het witte blokje slaan. Partuur 2 krijgt een punt als de bal niet voorbij het witte blokje komt. Na het witte blokje is het rode blokje aan de beurt. Het is de beurt aan de 'voor best' opslager om een zo moeilijk mogelijke slaanbare bal naar het perk op te slaan. Komt de bal niet voorbij het rode blokje dan heeft partuur 2 een punt, komt de bal voorbij het rode blokje dan heeft partuur 1 een punt.

En dat is kaatsen in het kort (al vind ik dit best een lang verhaal). Ik kan nog veel meer dingen vertellen, maar ik laat het hier even bij. Al wil ik nog wel ingaan op de puntentelling.

De puntentelling lijkt op de puntentelling van tennis. Eén punt wordt in tennis aangegeven met het getal 15, bij het kaatsen met het getal 2. We krijgen: 2 - 4 - 6 (15 - 30 - 40). Bij de stand 6-6 krijgt degene die het volgende punt scoort een 'eerst' (een game in tennis). Bij het kaatsen wordt er dus niet gedaan aan deuce en advantage. Degene die het eerst zes eersten (zes games, oftewel 1 set bij tennis) scoort heeft de partij gewonnen. Overigens wordt die zes nooit opgeschreven. De stand zoals we die schrijven eindigt altijd met 5 eersten en zes punten.

Bent u er nog?


06-10-2004

Clubactie:

Eens per jaar ben ik de klos. Omdat ik lid ben van een kaatsclub. Dus wordt er eens per jaar van me verwacht dat ik langs de deuren ga om geld op te halen voor de club. Ik heb het vroeger vaak moeten doen voor de gymnastiek- en handbalvereniging. Dan verkochten we mandarijntjes, of koeken. Later werd dit professioneler aangepakt en verkochten we loten voor de Grote Clubactie. Niet alleen de club scoorde, maar ook de mensen die geld doneerden konden scoren door het winnen van prijzen.
Maar sinds ik in Amsterdam woon heb ik het af laten weten. Omdat geen hond hier weet wat kaatsen is. Maar nu kreeg ik weer een clubactie-formulier toegezonden. En in plaats van het in de oud-papierbak te gooien, heb ik het maar even doorgelezen. Prijs per lot is 2,50, waarvan 2,- voor de vereniging. Met het lot kun je 100.000 euro belastingvrij winnen. Of een 8-daagse wintervakantie naar Oostenrijk. Of een supermoderne digitale fotocamera, ook niet verkeerd.
Dus toen dacht ik, misschien bent u wel geïnteresseerd in een lot. Daarmee steunt u de kaatsclub Amsterdam. Het hoeft niet hoor.
Maar het mag wel.


05-10-2004

Aardappelzak:

De winkel was eigenlijk te klein voor het aantal mensen dat er liep en de kleding die er hing. Het was passen en meten, en opletten dat je niet op iemands tenen ging staan. Ik eiste mijn plek bij de lange winterjassen op, voorin de winkel. Ik zocht er één uit die me op het eerste gezicht beviel en baande me een weg naar achter.
Tegen de achterwand hing een grote spiegel. Ik trok mijn eigen jas uit en de jas van de winkel aan. En wachtte. Twee jonge meiden stonden voor de spiegel te dralen. Ze hadden allebei dezelfde jas uit het rek gehaald. Wit, kort en een capuchon met nepbont. Ze hadden lange haren, die ik op afstand rook. Ze bekritiseerden elkaars look en draaiden in de rondte. Zetten de capuchon op en schoten in de lach. Toen weer bedenkelijk kijkend en afvragend of ze de jas zouden kopen. "Je kan maar beter een korte winterjas kopen," vond het ene meisje, "want zo'n lange jas hangt als een zak om je heen, dat is echt heel lelijk." Ze bekeken zichzelf nog eens goed en maakten toen plaats voor mijn spiegelbeeld.
De jas hing tot op mijn enkels. Hij was zwaar en zwart en mooi. En eigenlijk vond ik dat die jas me best wel goed stond. Maar de zin van het meisje weerklonk nog in mijn hoofd. Ik deed de jas uit en hing 'm terug in het rek. Het meisje had gelijk. Deze keer dan. Ik was net een aardappelzak.


04-10-2004

Anno 2004:

Als ik veertien jaar jonger was geweest, en hij ook, dan had ik het wel geweten. Dan had ik mijn charmes in de strijd gegooid en hem veroverd. Maar we leven anno 2004. En ik ben niet meer zo'n held als vroeger. Dus blijf ik naast hem zitten en bestel nog een biertje en een wijn. Ik probeer hem te laten merken dat ik geïnteresseerd ben, maar verder niets wil. Vroeger had ik hem uitgedaagd. Hem diep in de ogen gekeken om te laten merken dat ik hem wilde. Maar ik ben voorzichtig geworden. Durf niet veel meer dan mijn glimlach prijs te geven. De durf van vroeger is verdwenen. Of is het de naïviteit die verdwenen is?


03-10-2004

Demonstratie:

Vrijdagavond 19 september 1997. Ik brandde een kaars tijdens een protestbijeenkomst bij de Waag in Leeuwarden voor Meindert Tjoelker. Een week eerder was hij omgekomen door zinloos geweld. Op de dag dat hij zou trouwen, werd hij begraven. De sfeer van de bijeenkomst was indrukwekkend. De menigte sprak fluisterend. Of was stil.
Ik had, geloof ik, nog nooit eerder gedemonstreerd. Of mijn stem laten horen. Ik wist me echter geen houding te geven in de massa. Voelde me niet op mijn gemak tussen al dat verdriet. En begreep niet helemaal waarom het en masse getoond moest worden.

Zaterdagmiddag 2 oktober 2004. Ik loop over de trambaan op het Rokin, tegen de stroom demonstranten in, die op weg zijn naar het Museumplein. Ik ontmoet hem en haar op de Dam en samen lopen we mee in de protestmars. Voetje voor voetje schuifelen we over de Rozengracht. Onze linkse ballonnen sneuvelen in het gedrang. Halverwege de Rozengracht is er gelukkig meer ruimte om te ademen en kunnen we lopen in plaats van slenteren. Ter hoogte van het Leidseplein stranden we. Het Museumplein is overvol en er is geen doorkomen aan. Maar via het Leidseplein en de Hobbemakade weten we de zijkant van het plein te bereiken. We luisteren naar toespraken en klappen enthousiast wanneer dat van ons verlangd wordt.
Het is geweldig dat 200.000 mensen een gevoel van saamhorigheid weten te creëren. En mij weten te overtuigen dat het goed is om erbij te zijn. Net zoals het goed was om op 19 september 1997 erbij te zijn. En mijn stem te laten horen.

Maar of het nut heeft is een ander verhaal.


02-10-2004

Opgeruimd:

Soms is het leven overzichtelijk. Niets kost moeite. Niets is ingewikkeld. Een potje wordt al zingend gekookt. De vuilnis fluitend buiten gezet. Kijken naar Grease bezorgt me spasmodermie. En blijkt verhelderend te zijn. Want nu pas besef ik wat ik zong toen ik deelnam aan een playbackshow in het dorp waar ik woonde. Maar dat terzijde.
Ik maak mijn leven overzichtelijk. Door in etappes mijn huis op te ruimen. Kast voor kast. Legplank voor legplank. Nieuwe oplossingen zoekend om spullen zo efficiënt mogelijk op te bergen. Ik overhaast niets. Eén legplank per dag. Of per week, als het zo uitkomt. Het resultaat is verbluffend. Voor mijn hoofd welteverstaan. Want hoe meer ik opruim, hoe meer ruimte ik in mijn hoofd creëer. Onderhuidse irritaties maken plaats voor tevredenheid. Want als ik een kastdeur opendoe schreeuwt de rommel me niet meer toe. "Ruim ons op, ruim ons op!" Na al die jaren zwijgt ze eindelijk.
Mijn humeur is opgeruimd. En blijft opgeruimd. Kopzorgen verdwijnen. Fitheid verschijnt. Het is lang geleden dat ik me zó goed heb gevoeld.


01-10-2004

Linkdump:

Klik!

(Kijk Michiel, ik leef me in!)

14


2003

2004

2005

2006