30-06-2004

In gesprek met de voorzitter van de Witte Sokkenclub:

Wasbeer: "Ik hebt ontdekt waarom het Nederlands voetbalelftal de laatste wedstrijd heeft gewonnen."
Aukje: "Oh ja?"
Wasbeer: "Ja. Ik heb ontdekt waarom we de vorige vier penaltyreeksen hebben verloren, maar waarom we die van afgelopen zaterdag hebben gewonnen."
Aukje: "Oh. Waarom dan?"
Wasbeer: "Ze droegen witte sokken!"


29-06-2004

Uit eten met loggers:

We hadden geen weblogmeeting. We hadden een www-evenement. Ooit opgezet door Wasbeer, nu georganiseerd door Neneh. Met zo'n 13 man bezochten we de dierentuin in Emmen. Meteen was ik verliefd. Niet op de loggers, hoewel zij ook erg leuk waren, maar op de beesten. Op de Kodiakbeer met zijn hoge knuffelgehalte, op de giraffe die ik mocht aaien, op de pelikanen die voor ons dansten en op de olifant die iets extra's liet zien.
We besloten de dag af te sluiten bij de pizzeria. We praatten over koetjes en kalfjes, over postjes en stukjes en over het weer. Over dat kinderen weigeren een regenpak te dragen omdat het stom staat. Over dat het gevaarlijk is om met een paraplu in de regen te fietsen. "Ja," zei ik, "daar weet ik alles van. Ik fietste ooit in de regen met een paraplu over straat en toen..."
"Ja, dat weten we," zeiden de anderen.
"Huh?" Hoezo 'dat weten we'. Hoe dan? Ik checkte het bij ze. "Jullie weten dat er toen een fietser tegen me aanreed?"
"Ja, daar heb je een keer over gelogd."
"Is dat zo?" vroeg ik verbaasd. Ik kon en kan me geen postje over dit onderwerp herinneren. Maar iedereen knikte of antwoordde bevestigend.
Goh. Voor het volgende www-evenement ga ik eerst maar eens mijn eigen archieven doorlezen geloof ik.


28-06-2004

Naar de haaien:

00:25 uur. Tijd om te slapen. Later meer over dit zeer geslaagde www-evenement.


27-06-2004

Binnen:

Indringend kijkt ze me aan. Haar helblauwe ogen houden een angstige blik gevangen. Waarom weet ik niet. Ik durf het haar niet te vragen. Want ik ken haar niet. Ik kwam haar toevallig tegen op straat. Nou ja, toevallig. Ze volgde me als was ze mijn schaduw. Maar misschien is ze dat ook wel.
Ze is klein. Mensen kijken over haar heen. Lopen haar omver. Ze kijken even om als ze iets tegen zich aan voelen botsen, maar willen niets zien. Een verontschuldiging blijft achterwege. Ze haalt haar schouders op als ik haar vragend aankijk. Ze laat het gaan.
Ze wijkt niet van mijn zijde. Misschien zoekt ze veiligheid. Maar waarom bij mij? Ik ben niet groot. En ook niet sterk. Ik vraag me af wat ik wel ben. Wat ik voor haar kan betekenen.
"Ik hoor bij jou," zegt ze plots. Haar stem klinkt meisjesachtig. Onvolwassen. Ik kijk naar beneden. Naar haar gezicht.
"Waarom hoor je bij mij?" vraag ik verbaasd.
"Ik hoor bij jou omdat jij dat wil," zegt ze vastberaden.
Wat een onzin. "Ik heb jou niet gevraagd om mij te vergezellen," zeg ik bits. Hoewel ze bang is voor de wereld om haar heen, lijkt mijn bitse opmerking weinig indruk te maken.
"Je hebt het niet aan me gevraagd," zegt ze rustig, "maar diep van binnen wil je dat ik bij je ben."
Ik loop verder. Probeer haar van me af te schudden. Begin te rennen. Tot ik niet meer kan. Met kramp in mijn zij sta ik voorovergebogen op straat uit te hijgen.
"Je kan niet van me weglopen," zegt ze laconiek. Hoewel ze met haar kleine beentjes nog harder heeft moeten rennen dan ik is ze niet buiten adem. Ik vind haar vervelend en vervloek haar inwendig.
"Ik wil je niet. Ga weg," snauw ik terug.
"Ik ga pas weg als je onder ogen ziet wie ik ben. Als ik naast je mag lopen zonder dat je je aan me irriteert."
Ik begrijp het niet. "Maar wie ben je dan?"
"Ik ben angst. Jouw angst."


26-06-2004

The day after:

De presentatie van de improvisatieworkshop ging goed. Ik vloog tijdens mijn improvisaties niet uit de bocht en hield de aandacht van het publiek vast.
We zongen om half tien. Daarna was er een sessie waar ik ook een nummer wilde zingen. Eigenlijk twee, maar daar was geen plaats voor. Het was lang wachten op dat ene nummer. De warmte in de zaal zorgde ervoor dat mijn keel droger en droger werd.
Pas twee uur later was het mijn beurt. Ik begon goed en rustig. Ik had geen zenuwen, wel een gezonde spanning. Maar toen ik na het thema ging improviseren, raakte ik van mijn à propos. Ik vloog, al was het maar een klein beetje, uit de bocht. Ik kon het daarna wel weer oppakken, maar bij de variatie op het thema die ik na de improvisatie zong ging het op het eind mis. Mijn stem wiebelde. Mijn techniek liet me in de steek.
Shit.
Mijn nieuwe zangjuf was aanwezig. Zij is klassiek docente en gaat me vanaf augustus elke week drillen tijdens technieklessen. "Nu heb je gehoord waarom ik techniekles wil," zei ik na afloop tegen haar. "Ja, ik hoorde het. Het was te geforceerd," zei ze. Dat gebeurt er dus op een podium met me. Ik geef te veel. Ik belast mijn stem te veel. En dan houdt mijn stem er gewoon mee op. Irritant is het. In ieder geval weet ik nu (waarom nu pas eigenlijk??) waar de oorzaak ligt en kan ik volgende keer proberen om rustiger te zingen en mijn stem minder te forceren. Zingen. Het is één groot leerproces. In ieder geval is het mooi meegenomen dat ik het naar mijn zin heb op een podium. Nu mijn stem nog fiksen.
Bij de weg, ik had u nog niet verteld wat voor cijfer ik heb gehaald op mijn herexamen. Ik scoorde een 9,5. *Glundert van trots.*


25-06-2004

Zenuwpezen:

Als ik optreed nodig ik het liefst geen bekenden uit. Dat wil niet zeggen dat er geen bekenden zijn als ik optreed. Want vaak zijn ze er juist wel. Maar meestal ken ik ze van school of workshops en zijn we gewend in elkaars bijzijn te zingen.
Ik word zenuwachtig van bekenden. Maar het woord 'bekenden' is breed. Ik ben selectief in het uitnodigen. Als ik op een sessie zing vind ik de aanwezigheid van andere zangeressen voldoende. Zing ik op een leerlingenmiddag van mijn zanglerares, zoals afgelopen zondag, dan mogen er meer mensen komen kijken. Maar toen er tijdens de jamsessie die na afloop van de leerlingenmiddag plaatsvond een collega binnenwandelde werd ik overvallen door zenuwen. Ik moest presteren. Ik moest de sterren van de hemel zingen. Ik moest mezelf bewijzen tegenover hem. Dat heb ik stukken minder in het bijzijn van mensen die me al eens gezien hebben. Want die weten hoe ik zing. Die weten hoe ik op een podium sta. Die zeggen alleen maar dat ik ben gegroeid of dat het vandaag niet zo lekker ging.
Misschien vind ik ooit nog eens een grote portie zelfvertrouwen op mijn weg. En nodig ik u nog eens uit. Maar voorlopig hou ik geheim waar en wanneer ik zing. Ik mag vanavond weer. En over twee weken wordt het helemaal spannend. Dan heb ik mijn eerste optreden met mijn combo. Een uur lang mogen we ouders en leraren vermaken op een lagere school. Het is laagdrempelig, maar toch. Ik zit nu al flink te zenuwpezen. "Voor alles een eerste keer," zei mijn moeder gister nog. Ik weet het. Over een paar jaar lach ik er om. Nu alleen even niet.


23-06-2004

Hoera!

Vandaag is Pixel jarig. Eén jaar is ze geworden. We vieren het thuis. Met ons drietjes, want Pixel heeft het niet zo op bezoek. Pixel is een moederskindje. Verzot op mij en verzot op Scooszi. Andere mensen vindt ze maar eng, vooral als die mensen denken dat zij de uitverkorene zijn om haar angst voor onbekenden weg te nemen. Allemaal denken ze een paardenpoezenfluisteraar te zijn. Ik moet toegeven dat ook ik dat idee had als ik een bange kat zag. Maar nu ik er zelf één heb weet ik wel beter. Geen toenadering zoeken is de beste manier. Speelgoedmuisjes weggooien werkt soms ook. En als bezoek vaker langskomt wil ze nog wel eens aan iemand gaan wennen.
Maar vandaag is het Pixel's dag. Geen bezoek. Wel taartjes. En voetbal. Want hoewel ze bang is voor mensen steekt ze graag een pootje uit naar de voetbalmennekes op tv. Want die mennekes bewegen zo grappig en zijn per slot van rekening een stuk kleiner dan zij. Kijk, dan durft ze wel.
Overigens vertelt Pixel me net dat virtuele knuffels wel zijn toegestaan. Maar ja, die zijn dan ook een stuk minder eng dan echte. Dus mocht u zich willen uitleven in mijn reactieding, dan kan dat. Haar de poot schudden kan natuurlijk ook:


22-06-2004

Conditionering:

Ik kijk nooit voetbal. De Nederlandse competitie interesseert me niks. Aan de schreeuwerige begintune van Studio Sport heb ik nog steeds een hekel. Omdat het vroeger betekende dat ik mijn mond moest houden en geen andere tv-programma's mocht kijken.
Maar een EK vind ik best geinig. Vanwege de commotie eromheen. Ik glimlach om de mensen die in de overvolle kroegen 'oeh' en 'ah' roepen. Ik geniet van de stilte op straat als ik na m'n werk tijdens een wedstrijd van Nederland naar huis fiets. Ik heb een prachtig Italië-shirt op de kop getikt voor het luttele bedrag van 5 euro. Ik voel de spanning van het spel, voornamelijk omdat ik meespeel met twee voetbalpoules. Overigens sta ik in beide poules bijna onderaan. En bij elke voetbalwedstrijd die ik kijk verorber ik een grote gele zak M&M's. Een wedstrijd zonder M&M's is geen goeie wedstrijd. Ook niet als de favoriet wint. Dan mist er iets. Het is conditionering. Voetbal = M&M's. M&M's = voetbal. Wel oppassen dat ik niet teveel wedstrijden kijk. Anders kan tonnetje Auk na het EK op doel gezet worden. En dan komt er geen bal meer langs.


21-06-2004

Flash mobben:

"Flash mobben is voor losers," schreef weblog Volkomenkut. Aangezien ik mezelf na de toelatingen tot loser had gebombardeerd kwam dat goed uit. Dus stond ik afgelopen zaterdag om 16.00 uur samen met Wasbeer (waarvan ik toch even moet zeggen dat ik niet vind dat hij een loser is) bij de AH achter het Paleis op de Dam uit te kijken naar een persoon met een lolly.
Wasbeer had via de mail summiere instructies ontvangen. Dat we een oranje AH-tas mee moesten nemen bijvoorbeeld. Precies om 16.00 uur kregen we de resterende instructies op een blaadje. De AH-tas moest aan de zijkanten opengescheurd worden. In het midden kwam een gat et voilà, we hadden een voetbalshirt.
We stopten het 'shirt' weg en fietsten langzaam naar de locatie van de flashmob, de Nieuwmarkt. Om 16.25 uur meldden we ons op de afgesproken plek. Om 16.28 uur trokken we ons 'shirt' aan en zongen uit volle borst het Wilhelmus. Daarna riepen we 'Aanvallen' en probeerden we te voetballen. De oranje AH-shirts tegen de rode Dirk van den Broek-shirts. Het werd een krioelende massa. Er werd gerend, gegild, geschopt en gelachen.

Om 16.31 uur hield het gekrioel op, ontdeden we ons van het 'shirt' en liepen weg alsof er niets aan de hand was. Mijn eerste flash mob was een feit. En was het cool? Ja, het was eigenlijk best wel cool. Volgende keer weer stiekem ondeugend doen? Ja, ik denk het wel. :-)

Webwereld deed er overigens verslag van.


18-06-2004

Werk aan de winkel:

Er is een pittig herexamen. Er is een improvisatieworkshop. Er is een jamsessie en een leerlingenmiddag waar ik nieuwe nummers voor moet instuderen. Allemaal zaken die de nodige voorbereiding eisen. En dan is er natuurlijk nog mijn werk. En voetbal. En er is een log. Aukje.net, dat de komende dagen niet geupdate zal worden. Dat u het even weet.


17-06-2004

Net als Idols: de prijsvraag

En natuurlijk was daar nog de prijsvraag. Hoe liep het verhaal met Vriend af? U heeft mijn versie kunnen lezen, maar de verzonnen versies van Kikkertje, Jan-Edward en Pinksoup mogen er zijn! Omdat alledrie de inzenders hun best hebben gedaan om een prachtig verhaal te schrijven krijgen ze van mij allemaal een cd. De verhalen zijn ietsiepietsie te lang om hier te plaatsen, vandaar dat u hier kunt klikken om hun versie te lezen (klik!). Daar kunt u ook uw reactie achterlaten.


16-06-2004

Net als Idols (X):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier
deel V klik hier
deel VI klik hier
deel VII klik hier
deel VIII klik hier
deel IX klik hier

In deel negen van de boekenreeks van Darren Shan lees ik hoe zijn vriend op het nippertje wordt gered van de dood. De vijand wordt de pan ingehakt en Darren grijnst. Als ik de bladzijde omsla staat er 'Nee. Zo gebeurde het niet. Ik wenste dat het wel zo was.'
Ik wens dat ik u in geuren en kleuren kan vertellen dat ik ben aangenomen. Dat de commissie lovende woorden sprak en me graag wilde opleiden. Maar zo ging het niet. Helaas.

Ze hadden nog over me getwijfeld. Want ik deed leuke dingen. Maar het ontwikkelingsperspectief was vanwege mijn leeftijd niet optimaal. De theorie was goed genoeg voor het eerste jaar. Ik had zelfs evenveel punten gescoord als vier jaar geleden. En net als toen wilden ze me op de wachtlijst zetten, maar dat had geen zin zeiden ze. Het zou uitstel van executie zijn.

Dit was mijn laatste kans om aan het conservatorium van Amsterdam te kunnen studeren. Ze laten geen mensen toe die ouder zijn dan 30. Het is jammer maar helaas.

Als ik vriendin G. opbel om het nieuws te vertellen vraagt ze me wie er in de commissie zaten. Ik ken de namen van de personen niet en geef een beschrijving. Een aantal aha-erlebnissen volgen. Bij de vierde meneer twijfelt ze. "Donker haar en een grappige man?" vraagt ze. "Hm, dat moet Gé zijn."
"Gé wie?" vraag ik.
"Gé Titulaer," antwoordt ze.
"Waarom klinkt die naam me zo bekend in mijn oren?" vraag ik peinzend.
"Vast omdat hij de vader van Boris is," zegt ze.

Ik slaak een gil. Ha! Boris! Boris kennen we! Boris is een idol! En zijn vader is Gé. Gé geeft les aan het conservatorium van Amsterdam. Voor hem mocht ik voorzingen. Hij heeft naar me geluisterd. Cool!

Vandaag ga ik naar het conservatorium om het eindexamen jazz-zang van vriendin G. bij te wonen. Misschien kom ik meneer Titulaer wel tegen. Misschien kan ik een beetje slijmen en aanpappen en met mijn liefste stemmetje zeggen:

"Meneer Titulaer, mocht u nog een Idol nodig hebben dan weet u me te vinden." ;-)

(einde)


15-06-2004

Net als Idols (IX):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier
deel V klik hier
deel VI klik hier
deel VII klik hier
deel VIII klik hier

Precies een week voor mijn toelating in Den Haag doe ik toelating in Amsterdam. Amsterdam hanteert qua aanmelding dezelfde procedure als Den Haag. Naar aanleiding van mijn, overigens te laat ingeleverde, cd mag ik komen voorzingen. "Je had nú al taart mee moeten nemen," roept mijn zanglerares uit als ik haar van de uitnodiging vertel. Want uitgenodigd worden op mijn 30e terwijl ik ook nog te laat was met mijn aanmelding is al een hele prestatie op zich.

Vier jaar geleden deed ik ook auditie in Amsterdam. Destijds werd ik 'toelaatbaar' verklaard. "Gefeliciteerd, je bent aangenomen," zei het commissielid toen en schudde me de hand. Maar plaatsen konden ze me niet. Ze zetten me op de wachtlijst zodat ik wekenlang moest afwachten of er misschien een plaats vrijkwam. Ik had geen geluk en werd niet geplaatst.

Vier jaar later. Tijd voor revanche. De dagen voor de toelating ben ik bloednerveus. Ik focus me op de toelating en sluit mijn wereld af voor zaken die niets met de toelating te maken hebben. Werken doe ik wel. Het is een welkome afleiding.

Op woensdag leg ik de theorietest af. Het gaat best goed. Het belangrijkste is dat ik kan ontspannen. Het lukt me om ontspannen te blijven zodat ik op donderdag redelijk kalm bij het inspeellokaal sta te wachten op de jongens van het conservatorium die me gaan begeleiden. Ze komen een kwartier te laat omdat ze een andere toelating moesten begeleiden. Ik vind het niet erg. Ik ken de nummers door en door en we hebben nog tijd genoeg om de arrangementen door te nemen.

Na tien minuten word ik door de voorzitter van de commissie opgehaald. De ruimte waar ik toelating doe is knus. Aan een tafel zitten vier commissieleden waarvan ik er één van gezicht ken. "Volgens mij heb ik je eerder gezien," zegt ze even later als ze me begeleidt tijdens het klassieke stuk. Ik zeg dat dat goed mogelijk is omdat ik regelmatig kom kijken bij voorzingavonden en workshops. Ook noem ik de naam van een vriendin die binnenkort afstudeert aan het conservatorium van Amsterdam. Wie weet helpt het.

Het zingen gaat voor mijn doen goed. Ik ben vooral erg tevreden over hoe ik het klassieke stuk zing. Zenuwachtig ben ik wel, maar zenuwen horen erbij. Na het klassieke stuk mag ik op de gang op de uitslag wachten. De jongens die me begeleidden hebben er vertrouwen in. Zelf heb ik geen idee. Vijf minuten later gaat de deur open. Ik mag naar binnen.

(wordt vervolgd)


14-06-2004

Net als Idols (VIII):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier
deel V klik hier
deel VI klik hier
deel VII klik hier

Terneergeslagen kijkt hij me aan. De grond lijkt onder zijn voeten te zijn weggeslagen. "Dat was de directeur van de jazz-afdeling," zegt hij dan. Zijn stem klinkt gebroken.
"Wat wilde hij?" vraag ik ongerust.
"Hij wil het niet hebben. Hij wil geen mondharmonicaspeler toelaten tot het conservatorium." De teleurstelling druipt van zijn gezicht.
"Maar ze hebben je toch toegelaten?" reageer ik verontwaardigd.
"Jawel, maar hij staat het niet toe."

De zenuwen, de inspanning en de blijdschap. Het is allemaal voor niets geweest. Waarom hebben ze Vriend toelating laten doen terwijl ze wisten dat er geen plaats is voor een mondharmonicastudent? Dit is wederom een bewijs dat het een zooitje is op het conservatorium.

Vriend besluit een bedankmailtje naar één van de commissieleden te sturen. Al snel krijgt hij antwoord. Het commissielid vertelt niet op de hoogte te zijn van het besluit van de directeur en belooft het uit te zoeken. De volgende dag krijgt Vriend een tweede mail. Daarin staan de argumenten waarom hij niet is aangenomen. Bijvoorbeeld omdat er geen mondharmonica-arrangementen voor handen zijn, zodat hij geen volwaardige plek kan innemen in de ensembles en de bigband. De argumenten zijn duidelijk. Veel duidelijker dan het stompzinnige verhaal dat de directeur een dag eerder over de telefoon afstak.

Vriend kan er mee leven en is meer dan ooit gemotiveerd om door te gaan. Als hij 's avonds gaat oefenen hoort hij via via dat zijn toelating het gesprek van de dag is op het conservatorium van Rotterdam. De volgende dag mailt hij zijn verhaal naar een mondharmonicaforum en wordt prompt uitgenodigd om mee te spelen op een cd van een bekende jazzmusicus. Door de afwijzing is de eerste stap richting beroemdzijn gezet. We kijken al uit naar de speech die Vriend zal houden als hij in de toekomst een belangrijke prijs in ontvangst mag nemen. "En als laatste wil ik graag de directeur van de jazzafdeling van het conservatorium van Rotterdam bedanken. Als u me had aangenomen had ik hier niet gestaan. Bedankt voor de afwijzing." Gnagna.

(wordt vervolgd)


12-06-2004

Net als Idols (intermezzo):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier
deel V klik hier
deel VI klik hier
deel VII klik hier

Doe ook mee aan 'Net als Idols' en schrijf úw versie van deel VIII! Verzin een huiveringwekkende thriller, een ontroerend drama, een romantische komedie, een muzikale slapstick of iets heel anders! Kies voor een cliffhanger, een unhappy of happy end, kies voor kort of lang, het maakt niet uit. De mooiste, leukste, ontroerendste, lolligste en origineelste inzending krijgt een heuse cd met een opname van Vriend en een opname van mij. De verhalen kunt u naar me mailen of in het reageerding achterlaten. Kikkertje en Jan-Edward gingen u al voor. Wie volgt en durft zich in het Idolsavontuur vol roem en mislukking te storten?

Het verhaal van de winnaar wordt gepubliceerd op dit log. Insturen kan tot dinsdag 18.00 uur. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd. ;-)

(en natuurlijk wordt dit ook vervolgd maar pas na het weekend zodat u alle tijd heeft om een verhaal te schrijven)


11-06-2004

Net als Idols (VII):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier
deel V klik hier
deel VI klik hier

Voor het conservatorium in Rotterdam zit ik in de zinderende zon op een bankje te wachten. Mijn mobiel houd ik vastgeklemd in mijn hand. Ik wacht. En wacht. Zenuwen gieren door mijn keel. Het is twaalf uur. Als alles volgens schema verloopt krijgt Vriend nu de uitslag van zijn toelating. Maar natuurlijk loopt het uit. Pas een half uur later rinkelt mijn mobiel. "En?" vraag ik gretig als ik opneem.
"Waar ben je?" antwoordt hij. Hij wil de uitslag nog niet vertellen. Ik vertel hem waar ik uithang. Gelukkig vindt hij me snel. Ik zie zijn ogen glimmen. Hij draait er nog even omheen, maar zegt dan het verlossende woord.

"Toegelaten."

We zijn blij en ontroerd. Vriend is namelijk de eerste diatonische mondharmonicaspeler die op een conservatorium is aangenomen. Dat is geweldig! Ik hoor u denken: Toots! We hebben een nieuwe Toots Thielemans! Ik zal u uit de droom helpen: Vriend en Toots spelen niet hetzelfde instrument. Toots speelt namelijk op een chromatische mondharmonica. En dat is net effe anders.

We gaan naar huis. Vriend belt iedereen die hij wil bellen om het goede nieuws te vertellen. Vriend kan nog niet helemaal geloven dat hij is aangenomen. Hij is nog niet op aarde geland.

Ik daarentegen wel. Hoe blij ik ook voor Vriend ben, ik voel me een loser. In elf jaar tijd heb ik vier keer toelating gedaan. Niet één keer ben ik aangenomen. Dat besef hakt erin. Het rare is dat ik er nooit voor heb willen werken. Thuis zing ik niet. En niet alleen omdat alle muren oren hebben. Luiheid is ook een boosdoener. Maar ik red het niet als ik alleen maar zing tijdens repetities met mijn combo of op sessies. Wil ik iets bereiken, dan moet ik aan mijn techniek gaan werken. Dan moet ik met regelmaat veel aandacht besteden aan mijn stem. Nu ben ik gemotiveerd om dat te gaan doen. De vraag is of ik dat straks ook nog ben. Maar de hamvraag is of ik het wel zo graag wil, studeren aan het conservatorium. Het is voor mij een droom. Maar als ik het zo graag wil, waarom werk ik er dan niet voor? Is de droom misschien vervlogen?

Dan gaat de telefoon. Vriend neemt op. Als hij de muziek uitzet weet ik dat degene die belt iets belangrijks te vertellen heeft. Vriend zegt weinig. De stem aan de andere kant van de lijn steekt zo te horen een heel verhaal af. Plots zie ik Vriend wit wegtrekken en 'shit' stamelen. Als hij heeft opgehangen kijk ik hem vragend aan.

(wordt vervolgd)


10-06-2004

Net als Idols (VI):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier
deel V klik hier

"Wat kijk je triest, is er iets gebeurd?" De vrouw die ik tijdens de eerste workshopopdracht al improviserend 'ontmoet' kijkt me vragend aan. Haar vraag verrast me. Ik weet dat mijn gezicht boekdelen spreekt, maar dat het iemand opvalt die ik nog maar een paar keer heb ontmoet vind ik bijzonder. En ik deed nog zo mijn best om vrolijk over te komen. Ik onderbreek mijn improvisatie om haar te vertellen dat ik ben afgewezen voor het conservatorium. De gebruikelijke oooh's en aaah's volgen.

Naast mijn best om vrolijk te doen probeer ik ook onzichtbaar te zijn tijdens de workshop. Meteen krijg ik een opmerking dat ik mijn lijf niet betrek bij het zingen. Het klopt.
Tijdens het tweede gedeelte van de workshop gebeurt er iets opmerkelijks. Ik zet mijn prestatieknop uit. "Ik mag dan wel toelating hebben gedaan, ik heb geen zin om me hier te gaan bewijzen," denk ik bij mezelf. Ik spreek met mezelf af dat ik alleen maar ga zingen wat ik wíl zingen. Ongeacht of het mooi is of niet. Als ik de beurt neem (die krijg je niet altijd, maar moet je 'nemen') gebeurt er iets met me. Ik improviseer vanuit gevoel. Natuurlijk hou ik me vast aan alles wat ik heb geleerd. Maar er is iets extra's. Ik laat de prestatiedrang los. Ik oefen geen druk uit op mezelf. Ik 'moet' niets. Alles wat ik doe is goed. Als ik klaar ben klappen de andere deelnemers enthousiast. Het meisje naast me grijpt me bij de arm. "Meis, de rillingen liepen over mijn rug." De zanglerares die de workshop geeft knipoogt naar me. Ik glimlach.

Na de workshop komt de vrouw die me aan het begin van de workshop aansprak bij me staan. "Ik begrijp niet dat je bent afgewezen. Ik vind je zo goed! Ik zou wel zangles van je willen!" Ik ben overrompeld door haar enthousiasme en voel me een beetje opgelaten. Haar prachtige compliment steek ik in mijn zak. Ze gaat verder. "Jij doet dingen die ik ook graag wil kunnen. En ik kan aan je stem horen dat je veel met zingen bezig bent." Ik schiet meteen in de verdediging en vertel haar dat ik de helft van de tijd ook niet weet wat ik doe. En dat mijn techniek helemaal niet goed is omdat ik er nooit aan werk. Het maakt haar niet uit. Voor het conservatorium is het niet goed genoeg. Voor haar wel.

Thuis bel ik Vriend. "Hoe gaat het?" vraag ik hem.
"Aaaarggh," hoor ik aan de andere kant van de lijn. "Aaaaaaarrrrgghhh." Het is duidelijk. Hij is zenuwachtig. Zenuwachtig voor wat komen gaat. Zenuwachtig voor zijn toelating voor het conservatorium in Rotterdam.

(wordt vervolgd)


09-06-2004

Net als Idols (V):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier
deel IV klik hier

Sunna krijgt niet de kans om ons te vertellen of ze wel of niet is aangenomen. Als ze de deur openzwaait wordt ze meteen aangesproken door een commissielid dat haar achterna is gerend. Sunna keert de rug naar ons toe en luistert naar wat het commissielid heeft te zeggen. Dan slaat het lid een arm om haar heen en neemt haar mee naar een ander gedeelte van de gang waar ze rustig kunnen praten. Ik zie de schouders van Sunna schokken. Ze huilt.

Even later voegt Sunna zich met een betraand gezicht bij ons. Nog nasnikkend vertelt ze wat er is gebeurd. "He said to me: you're acting like a singer but you're not." Zo. Meneer de voorzitter vond het nodig om een respectloze opmerking te plaatsen. Maar Sunna is nuchter. Door haar 'screw them'-instelling ging de opmerking haar ene oor in en het andere oor uit. Tot het andere commissielid haar op de gang aansprak en zich verontschuldigde voor wat de voorzitter had gezegd. En 'I disagree with him' zei. Op dat moment barstte Sunna in tranen uit. Ze heeft overigens weinig aan de steun van het commissielid. Want ook zij is afgewezen.

Nu ze nergens is toegelaten en niet aan de muziekopleiding van IJsland kan studeren omdat het daar nog moeilijker is om binnen te komen, vertelt ze ons dat ze naar Denemarken zal gaan om privélessen te nemen. Dan pakt ze haar mobiel en verdwijnt. Als ik even later naar de wc ga zie ik haar al bellend op een toilet zitten. Gesnik en IJslandse woorden galmen door de ruimte.

Amber is de eerste die blij naar buiten komt. Ze is toegelaten tot de voor-vooropleiding. De commissie wil haar graag opleiden maar haar theorie was ver beneden de maat. Ze scoorde maar liefst 0 punten. In de voor-vooropleiding zal ze theorieles krijgen van een conservatoriumstudent en mag ze workshops volgen bij Fay Claassen.

Dan arriveert Naomi. Ik ken haar van de Djam, de particuliere opleiding voor jazz en lichte muziek die we allebei volgen. Ik geef haar een goede kans om aangenomen te worden. Even hoort ze de perikelen omtrent de toelatingen aan. Dan sluit ze zich op in de inzingruimte.

Jutta is aan de beurt. Het klinkt allemaal goed wat ze doet, maar het is niet genoeg. Ze wordt afgewezen omdat ze niet 'jazzy' genoeg is. Dan mag Naomi. Ze is vreselijk zenuwachtig maar presteert goed. Heel goed zelfs. Sunna is inmiddels weer bij ons komen zitten en allebei weten we zeker dat Naomi wordt aangenomen. We krijgen gelijk. Naomi wordt toegelaten tot de vooropleiding en springt een gat in de lucht. We feliciteren haar en verlaten met z'n allen het pand.

Hoe graag ik het ook zou willen, er is geen commissielid dat achter me aan komt rennen en hijgend vertelt dat ze zich hebben bedacht. De uitslag blijft staan. Ik ben afgewezen. Als ik in de trein naar Vriend zit dringt het nieuws eindelijk tot me door. Ik schiet vol. Het liefst wil ik mijn tranen laten stromen, maar de trein is geen handige plek om uit te huilen. Ik ben opgelucht als ik mag uitstappen. Vriend staat al te wachten. Ik begraaf me diep in zijn armen. En huil.

(wordt vervolgd)


08-06-2004

Net als Idols (IV):

deel I klik hier
deel II klik hier
deel III klik hier

Ik lach. Ik babbel er lustig op los. Het is niet aan me te zien of te merken dat ik ben afgewezen. Natuurlijk ben ik teleurgesteld, maar ik ben er op dat moment niet rouwig om. Toen ik een dag eerder het gebouw voor het eerst binnenwandelde had ik het gevoel bij een afhaalchinees te zijn beland. Het zag er zwart van de mensen. Aan de lopende band werden er in de foyer, veelal Chinese, namen omgeroepen. Het gebouw was groot en onhandig ingedeeld zodat ik verdwaalde. Ik voelde me er niet thuis. Maar als je ergens wilt studeren telt dat niet mee. Het draait om het lespakket. En dat stond me aan.

Er waren praktische redenen die een studie in Den Haag zouden bemoeilijken. Redenen die ik van tevoren in overweging had genomen, maar waardoor ik me niet had laten weerhouden om toelating te doen. Aanmelden was namelijk heel makkelijk. Ik vulde een formulier in, schreef een uitgebreide motivatiebrief en brandde een ceedeetje waarop ik een aantal jazznummers zong. Als Den Haag me zou uitnodigen was er nog tijd genoeg om na te denken over praktische zaken.

Den Haag nodigde me uit, luisterde naar me en nam uiteindelijk de beslissing vóór mij. Ik hoefde niets met mijn werk te regelen. Ik hoefde me niet blauw te betalen aan treinkaartjes omdat ik perse in Amsterdam wilde blijven wonen. Ik hoefde me geen zorgen te maken of ik de studie en alles eromheen zou aankunnen. Den Haag had de zorgen weggenomen. Daarbij was ik vrolijk gestemd omdat ik me in mijn handen mocht knijpen dat ik was uitgenodigd. Uit de ruim 150 aanmeldingen voor jazz-zang waren er tien tot twintig personen uitgenodigd om toelating te doen. Ik mocht trots zijn op mezelf.

Ik besluit om te blijven wachten op de beoordelingen van Sunna, Amber en Jutta. Als Sunna na haar beoordeling naar buiten komt gebeurt er iets raars.

(wordt vervolgd)


07-06-2004

Net als Idols (III):

deel I klik hier
deel II klik hier

Sunna, de IJslandse, is als volgende aan de beurt. Ze neemt de bladmuziek door met de begeleiders. Sunna is niet zenuwachtig. Dat is ze nooit als ze moet optreden. Ik babbel ondertussen met Amber die net is gearriveerd. Ik heb haar de vorige dag ontmoet bij het theoretische gedeelte van het toelatingsexamen. Ook zij is 30 en ik vermoed dat ze een goede kans maakt om aangenomen te worden.

Na een paar minuten gaat de deur open. De voorzitter steekt zijn hoofd om de deur en roept me naar binnen. Ik volg hem, loop wederom de trap af en neem plaats op de stoel die recht tegenover hem staat.

"Ja Aukje," begint hij. Door de toon van zijn stem weet ik al genoeg. "Helaas is het niet gelukt en hebben we besloten je af te wijzen."
Ik knik en zeg oké en jammer. Hij gaat verder.
"Je hebt een mooie stem, daar waren we in eerste instantie voor gevallen, maar je stem is onderontwikkeld. En we wijzen geen mensen op leeftijd af, we hebben zelfs mensen aangenomen die ouder zijn dan jij, maar gezien de ontwikkeling die je nog moet ondergaan in combinatie met je leeftijd zien we het niet zitten. Daarbij vonden we je timing niet goed."
Ik knik en merk dat ik nog steeds zenuwachtig ben.
"Je had alles goed voorbereid. Je aanmelding, je improvisatie, de vocalise. Dat is allemaal in orde. Ook je theorie was goed. Maar als je zingt dan moet je er 'staan'. Dat deed je niet. En om een studie aan het conservatorium van Den Haag te beginnen moet je toch al veel kunnen."

Hij bedankt me en geeft me mijn ingestuurde cd terug. Ik bedank de commissie dat ze me hebben uitgenodigd en verlaat de zaal. Als ik de deur open schud ik mijn hoofd. Er klinkt een veelstemmig "oooh" door de gang. Dan mag Sunna naar binnen. Ik wens haar veel succes en ga bij Anna en Jutta zitten. Ik pak mijn mobiel om een paar mensen op de hoogte te brengen van mijn afwijzing. Daarna luister ik naar Sunna. Ze zingt een klassieke riedel over een jazznummer. Ze heeft lef. Ik ben benieuwd of ze het gaat redden.

(wordt vervolgd)


06-06-2004

Net als Idols (II):

deel I klik hier

De zaal waar ik auditie mag doen is indrukwekkend groot. Als ik de trap afdaal begroet ik de commissieleden. Het zijn er vijf. Ze zitten in groepjes aan de tegen elkaar aangeschoven tafels. Fay Claassen zie ik aan de rechterkant zitten. De voorzitter van de commissie, de enige heer in het gezelschap, zit in zijn eentje in het midden. De commissieleden kijken op en zeggen gedag. Sommige glimlachen, anderen kijken verveeld.
Ik overhandig hen een lijst met de nummers die ik voor ze ga zingen. Dan neem ik mijn plek in. Midden in de ruimte. Ik pak de microfoon en tel af.

Ik begin met 'It could happen to you'. Het gaat zoals verwacht. Mijn stem wiebelt in de hoogte, maar ik laat me er niet door afleiden. Door extra aandacht te geven aan de ademsteun lukken sommige hoge noten wel. Maar ik blijf teveel bezig met de mensen die tegenover me zitten. Ik zie ze naar beneden kijken, schrijven, soms fluisteren. Ik wend mijn blik af en kijk naar buiten. Door de roes waar ik in zit zie ik echter maar weinig. Ik kijk naar de pianist. Hij lacht naar me. Ik lach terug. Dan draai ik mijn hoofd naar de commissieleden. Ik vind dat ik het niet kan maken om ze te negeren. Maar bij de improvisatie sluit ik mijn ogen om me optimaal te kunnen concentreren.

Ik ga verder met 'You'd be so nice to come home to'. Hoewel ik nog steeds zenuwachtig ben vind ik het geweldig om hier te staan. Ik heb er lol in.
Gelukkig hebben de commissieleden na dit nummer genoeg jazz van me gehoord. Ik mag het derde nummer overslaan en doorgaan met de vocalise, een kort klassiek stuk. Omdat ik me tijdens de vocalise niet bezig hoef te houden met jazztiming en interpretatie kan ik me optimaal concentreren op mijn ademsteun. Hierdoor komen de hoge noten er perfect uit. Een opmerkelijk feit dat ik bij toekomstige optredens moet gaan toepassen op jazznummers.

Na de vocalise speelt de pianist een akkoordenprogressie. Over de verschillende akkoorden moet ik mooie melodielijnen bedenken. Af en toe zie ik de pianist fronsen. Ik weet het. Ik zing soms 'rare' noten. Ik probeer de lijnen simpeler te maken zodat ik niet 'uit de bocht' vlieg. Het helpt, al wordt het er niet mooier op.

Dan zit mijn toelating er op. Ik word verzocht buiten te wachten, zodat de commissie kan overleggen. Als ik de deur open en de vragende blikken van de andere meiden zie haal ik mijn schouders op. "Het ging best goed," zeg ik en ga zitten op een tafel. Het wachten op de uitslag is begonnen.

(wordt vervolgd)


05-06-2004

Net als Idols (I):

Met grote passen komt ze haastig aanlopen. Ze is buiten adem en haar wangen zijn rood van de inspanning. Ze dendert door naar de inzingruimte. Nog net voordat ze de deur kan openen roep ik dat de ruimte bezet is. Ze verstaat me niet. "The room is occupied at the moment," probeer ik. Ze laat de deurkruk los en loopt naar me toe. Ik leg haar uit dat het allemaal uitloopt en dat ze nog tijd zat heeft voordat ze zich in het hol van de leeuw mag begeven. Ze ploft naast me neer. "My feet are killing me!" Ze trekt haar schoenen uit en stelt zich voor als Sunna. Uit haar handtasje haalt ze een stapeltje opgevouwen bladmuziek. Ze vraagt of er kopieën nodig zijn voor de begeleiders. Ik knik. Ze zucht. "Watch my things," beveelt ze me en weg is ze. Op blote voeten, op zoek naar een kopieerapparaat. Als ze terugkomt vertelt ze dat ze uit IJsland komt en zich heeft aangemeld voor drie conservatoria in Nederland: Amsterdam, Den Haag en Arnhem. In Amsterdam en Arnhem is ze afgewezen. Den Haag is voor de 21-jarige de laatste kans.

Tegenover ons zitten twee Duitse meisjes. Anna en Jutta. Ze hebben elkaar die ochtend leren kennen bij het theoriegedeelte van het toelatingsexamen. Ze zijn allebei 25 en kletsen elkaar de oren van het hoofd. Anna is zenuwachtig, Jutta is er nogal rustig onder.
Dan komt Vivienne naar buiten. Vragend kijken we haar aan. "Afgewezen," zegt ze, "te jong en te poppy." Ze gaat het nog proberen in Utrecht. Als ze daar ook wordt afgewezen gaat ze psychologie studeren. Mogelijkheden zat. Maar ze is dan ook nog maar 17.

De Spaanse Raquel komt te voorschijn uit de inzingruimte. Ze wordt door de voorzitter van de commissie mee naar binnen genomen. Raquel heeft de vooropleiding van klassiek zang in Amsterdam gevolgd en wil nu verder met jazz. Raquel is net als ik 30 en heeft een grappig accent als ze engels spreekt. Na twintig minuten komt ze naar buiten. Afgewezen.

Anna is aan de beurt. Als we onze oren spitsen en voor de deur gaan staan kunnen we haar horen zingen. Ze zingt goed. Eigenlijk zingt iedereen goed. Anders zouden we niet uitgenodigd zijn voor de auditie. Even later komt ze hoofdschuddend en met een rood hoofd naar buiten. Nu moet ze nog vijf minuten wachten voor ze weer naar binnen wordt geroepen voor de uitslag. Ik neem ondertussen met de begeleiders de bladmuziek door. Ik zie Anna weer naar binnen gaan. Daar krijgt ze te horen dat ze is afgewezen. Door de zenuwen is ze vergeten waarom.

Dan opent de voorzitter van de commissie de deur en roept mijn naam. Ik mag naar binnen.

(wordt vervolgd)


01-06-2004

Geraden!

Jwl typte gisterochtend in mijn reageerding:

'Was de eerste foto misschien het oude postkantoor bij het Amsterdam CS wat tijdelijk ook als museum dient? En ben je bij deze foto even naar Nemo geweest.
Denk 't niet, maar het kwam in mij op.'

Applaus voor jwl, de gok die hij waagde was goed! Nemo had er niets mee te maken, maar de foto's heb ik inderdaad genomen in het oude postkantoor bij Amsterdam CS, waar het Stedelijk Museum sinds 16 mei een nieuw onderkomen heeft. Van mij mogen ze zich daar permanent vestigen, wat een geweldig gebouw om doorheen te dwalen. Het deed me denken aan Palais de Tokyo in Parijs, waar kunst wordt tentoongesteld in een grote oude loods. Palais de Tokyo wil hiermee de kunst toegankelijker maken voor het publiek. Hun opzet maakte vele tongen los. Nu hebben we ons eigen Palais de Tokyo. Met doorgebroken muren, onbetrouwbare liften en een oude sportzaal op de 11e verdieping waar een café-restaurant huist. Al met al een geweldige plek om te vertoeven.
Overigens verdient Pinksoup een eervolle vermelding, zij wist gisteravond te melden welk museum zich in het oude postkantoor bevindt.
Ik laat u nog even de foto's zien die ik wilde plaatsen:

tentoonstelling Kramer vs Rietveld

draaiende spiegels

het uitzicht vanaf de 11e verdieping


2003

2004

2005

2006