30-06-2005

Dooie mussen:

"Komen jullie voor de douche?" vroeg ik de twee meneren op leeftijd die voor me stonden in de gang. Ik had nog gevloekt toen ze aanbelden, omdat ik dacht dat ze onaangekondigd langskwamen en mijn huis op dat moment een puinhoop was.
"Douche? Nee, we komen voor de lekkage. Had u daarvoor gebeld?"
Nee, dat had ik niet. De lekkage in de gang beneden was mij niet opgevallen, al vond ik het wel verdacht nat daar. Maar nu de huisbaas toch voor me stond, kon ik meteen mijn doucheprobleem aankaarten.
"Een douche? Die moet je zelf erin zetten, dat ga ik niet voor je doen." Ik ben gekke Henkie niet.
"Maar een douche is toch verplicht?" probeerde ik.
Beide heren schudden hun hoofd. En als ze beide gelijktijdig onafhankelijk van elkaar met hun hoofd schudden dan zou het wel zo zijn. Een douche is niet verplicht.

Ik voelde de woede in me opkomen. Ik wil verdomme alleen maar een douche. Is zoiets normaals nou echt teveel gevraagd?

Ik hoorde hem nog uit over zijn renovatieplannen. Daar had ik ook niks aan, aangezien hij alleen zou renoveren als er twee personen van één verdieping zouden verhuizen, iets waar hij eeuwen op kan wachten als je het mij vraagt. Dus ben ik nog geen stap verder. Twee keer blijgemaakt met een dooie mus. Bah.

Waar vind ik een huis met een douche met mijn zes een half jaar woonduur? De Bijlmer?

28-06-2005

Leeg gezongen:

Ik had wel eens eerder in een studio gestaan. Een keer in 1993 en meerdere keren in 2001. Dus een beetje ervaring had ik wel. Maar toen ik gister weer in de studio stond viel het me tegen. Een hele dag lang zeven nummers opnemen is wel even wat anders dan een paar uur lang over één of twee nummers doen merkte ik.

We waren al vroeg op de dag aanwezig. Daar zat ik al over in, want met een ochtendstem zingen is geen pretje. Natuurlijk had ik ingezongen en mijn stem warmgedraaid door te praten, maar hij stribbelde nog heftig tegen toen ik de eerste nummers zong. Ik baalde enorm. Zat ik eindelijk in een professionele studio, deed mijn stem het niet. En natuurlijk was er ook spanning. Als we een nummer oefenden ging het goed. Maar zodra ik over de koptelefoon de woorden 'de band loopt' hoorde schoot mijn spanningsgehalte omhoog. Want kun je live nog wat foutjes maken zonder dat iemand het hoort, een cd-opname is genadeloos. Elk foutje wordt geregistreerd. Toen we de opnames van de ochtend terugluisterden vond ik dat ik maar beter kon stoppen met zingen. "Ik was even bang dat je een inzinking zou krijgen," zei de saxofonist later tegen me. "Ik ook," zei ik.

Helemaal relaxt ben ik niet geweest in de studio. Maar na verloop van tijd ging het beter. Het was hard werken. Concentreren, presteren, en dat een hele dag lang. Aan het eind van de dag waren we leeg gespeeld, leeg gezongen en bleek iedereen een zelfde soort gevoel te hebben over de opnames. We haalden een quote aan van een muzikant: 'De beste cd is degene die ik nog ga maken.' Want op die volgende cd krijg je dan kans om fouten te verbeteren. Alleen zullen er altijd fouten blijven die verbeterd moeten worden...

27-06-2005

Dit nooit meer!

'Stem tegen! Steun de kleine hond in de strijd tegen de grote Wehkamp gids. Talloze kleine hondjes in Nederland worden regelmatig geconfronteerd met een enorme gids van bijvoorbeeld Wehkamp die met een grote dreun op hun hoofd valt. Wij denken dat het ook anders kan. Ook u kunt hier iets aan doen!'

Bovenstaande tekst kreeg ik in mijn mailbox. Ik dacht eerst dat het een grapje was, maar ze menen het echt! Ze hebben zelfs een heuse website: www.wijkrijgenwehkampklein.nl.

Sorry guys, maar ik moet alleen maar heel hard lachen om jullie actie!

26-06-2005

Aukje Ingalls:

Vorig jaar wilde ik al een stukje schrijven over 'Little house on the prairie'. Het kwam er alleen niet van. Maar toen de foto van mijn boots enkele van jullie herinnerde aan de serie, dacht ik ja, laat ik dat stukje toch nog maar even schrijven. Ik was namelijk zwaar fan van 'Little house on the prairie'. Ik confisqueerde de afstandsbediening en hing de hele aflevering lang in de lekker zittende stoel voor de tv. Natuurlijk is het een serie die doorspekt is met moraal en zo christelijk als ik weet niet wat, maar het maakte niet uit. Ik was fan. Van de familie Ingalls zag ik het liefst Laura over het scherm huppelen. Omdat ze in mijn ogen vrij leefde in een fantastisch uitziende omgeving (ik heb een zwak voor bos, meertjes, heuvels en hoog gras waar je je makkelijk kan verstoppen). Ik kwijlde ook nog eens bij het zien van de laarzen die de meisjes Ingalls droegen. Geweldig vond ik ze. Ik wilde ze ook. Nou, sinds eind vorig jaar heb ik ze. Niet dat ze me toen al herinnerden aan de meisjes Ingalls. Dat kwam pas toen ik er een tweedrok en een zwarte poncho bij droeg. Ik draaide rondjes voor de spiegel en dacht verdomd, ik lijk Mary Ingalls wel. Niet helemaal mijn stijl, maar best leuk voor af en toe.
Naarmate ik ouder werd en de serie zijn laatste afleveringen uitzond, nam mijn enthousiasme af. De meisjes waren gegroeid, trouwden en kregen kinderen. Laura huppelde niet meer de heuvel af. Het kleine meisje was groot geworden en leidde niet meer het leven wat ik zou willen leiden. Later zag ik haar nog wel eens op het scherm, als volwassene, in tearjerkers die te slecht voor woorden waren. Ze was goed in huilen voor de camera, in acteren niet. Wat dat betreft had ze het bij Laura moeten houden. Maar de kleine Laura is nog altijd goed voor een brok jeugdsentiment. Mét passende boots.

25-06-2005

Dat u het even weet:

24-06-2005

Aukje on stage:

22-06-2005

Niet dat ik al klaar ben...

...maar ik wilde 'm toch alvast laten zien. Een nieuwe Aukje-cartoon van de hand van huistekenaar Menno Kooistra en natuurlijk hoort daar een nieuwe lay bij, want ik wilde niet weer mijn eigen cartoon in tweeën knippen. Nog niet alles staat online, maar ik ben ermee bezig. Aan u de eer om in mijn comments te spugen wat u ervan vindt.

De kunst van het frisbeeën:

Het was in eerste instantie best handig om te frisbeeën op het Museumplein met de nieuwe vleugel van het Van Gogh Museum aan mijn rechterhand. Ik heb namelijk een afwijking naar rechts (soms ook naar links trouwens) zodat de grote grijze muur de vlucht van de frisbee tijdig onderbrak en de andere partij niet zo ver hoefde te lopen.
Het was gezellig op het Museumplein. Er was politie, ME (ze frisbeeden nog even mee), brandweer en ambulancepersoneel. De brandweer had het echt druk, ze bouwden mee aan het reuzenrad naast de vijver. De politie had alleen maar oog voor de luchtballon die werd opgeblazen op het Museumplein. De PH-NYN. Groen met Nijntjes erop, want Nijntje bestaat 50 jaar en dat moet natuurlijk gevierd worden. Ik geloof dat het de eerste keer was dat ik een luchtballon de lucht in zag gaan. Wat een gevaarte, wat een mooi gezicht. Vooral toen alle toeschouwers moesten rennen omdat de ballon, nadat het een stukje de lucht in was gegaan, weer omlaag kwam en ze dreigde te pletten. Wij frisbeeden nog wat. De ME vond mij beter dan mijn tegenspeler. Het was maar goed dat ze niet al te lang bleven kijken. Vooral niet op het moment dat mijn afwijking naar rechts té ver naar rechts afweek en ín de nieuwe vleugel van het Van Gogh Museum verdween. Daar waar het water stroomt.

Voor de oranje letters van het museum ligt nu mijn oranje frisbee. We belden B. Want B. werkt in het Van Gogh Museum. Wie weet lukt het haar om mijn frisbee te confisqueren. Maar als u vandaag door het Van Gogh Museum wandelt en denkt, goh, is dat nou kunst? Dan weet u nu: ja, dat is kunst. Aukje's kunst.

21-06-2005

Even bellen met het vastgoedmanagement:

"Geen douche? U heeft helemaal geen badkamer?"
"Nee."
"U heeft toch wel een toilet hoop ik?"
"Ja," grinnikte ik.
"Goed, ik ga de huisbaas bellen om hem op de hoogte te stellen, dan een begroting maken en dan komen er aannemers bij u kijken. Want een huis zonder douche, dat kan niet."

Koel! Ik krijg een douche!

18-06-2005

Meest gehoorde zin tijdens Oerol:

...en dit is NIET voor op je log!

17-06-2005

En toen:

Om half acht 's ochtends vertrok ik met de Koegelwieck van Terschelling naar Harlingen. Drie en een half uur later was ik eindelijk in Amsterdam. Ik was moe. Dat zag ik als een voordeel, omdat ik te moe was om heel erg zenuwachtig te zijn over het zingen die avond. Maar wat ik niet had kunnen voorzien, is dat ik ook te moe was om me te concentreren op het nummer. Dus hadden de zenuwen invloed op mijn zingen, en wel zo erg dat ik in het begin van het nummer een fijne valse noot produceerde.

Toen ik begon aan het laatste stuk van het nummer, kon ik een knop omzetten en ging ik uit mijn dak. Waarschijnlijk omdat ik iets goed wilde maken, of omdat ik er simpelweg vertrouwen in had dat ik het kon. Een optreden van vijf minuten met twee uitersten. Ik had voor mijn doen heel slecht gezongen, maar ook heel goed.

Dit optreden was een uitdaging. Omdat ik niet voor de veilige weg had gekozen. Maar dat het op deze manier zou verlopen had ik niet kunnen bedenken. De reacties die ik kreeg waren verschillend. Van 'niet overtuigend genoeg' en 'nou, dat heb je tenminste achter de rug' tot 'goed gezongen'.

Voor nu is het sessieseizoen voorbij. Misschien dat ik eind juni of juli nog een sessie ga doen. En misschien een optreden (besloten). In ieder geval staat er nog een studiodag gepland. Maar voor nu ga ik relaxen en uitrusten. Dat zingen, vertrouwen kweken, stemoefeningen doen, pfff, daar ga ik me over een paar maanden wel weer mee bezig houden.

16-06-2005

Oerol-impressie:

"Mooie lucht hè," zei de conducteur in de trein naar Friesland. Dat was het zeker.

Een Nederlandse primeur: een draaimolen met sprookjesachtige dieren en vreemde bouwsels

Het festivalterrein Westerkeyn waar ik optredens van Ysis en Roosbeef en de voorstelling Auw!To zag

Het konijn van vriendin J. was ook gezellig mee

Leuk straattheater in Midsland

Errug leuk straattheater in West-Terschelling

Uitzicht bij festivallocatie Het Groene Strand

Het Groene Strand met gratis muziekoptredens

Het was warm, het was rustig en zo'n broek zit toch alleen maar in de weg als je de handstand wilt oefenen. Dus uit die broek, maar ja, dan zet Aukje je wel op de foto!

In de verte is Harlingen te zien

Verder zag ik de voorstellingen Kooiboys van Vis à Vis (vermakelijk) en Atlas van Compagnie Barrevoet (te abstract). Het verblijf was luxe (huisje en auto van vriendin J.), relaxt en gezellig (hoewel de groep elkaar niet kende klikte het). De combinatie van theater en muziek in een zee-, strand-, duin- en bosomgeving was perfect. Oerol heeft me nooit getrokken, maar ik ben tot inkeer gekomen. Oerol is te gek.

11-06-2005

AFFF:

"HOERRRRR" klinkt het door de zaal. Het is duidelijk. We zitten bij het AFFF, Aukje's Fantastische Film Festival Amsterdam Fantastic Film Festival. Al bij de eerste film die ik zie wordt er HOERRRRR geroepen bij de eerste de beste vrouw die in beeld komt. Een traditie die nog niet zo leeft bij het AFFF (gezien de stiltes daarna) maar wel bij The Night of Terror laat ik me vertellen.

Vanuit de hoek waar HOERRRR vandaan komt, komen nog meer opmerkingen tijdens de film 'White Skin'. En dat is maar goed ook, want White Skin zelf is te saai voor woorden. Ik ben op een horrorfilmfestival, en wat krijg ik? Een paar ingewanden in een bad, wat bloed en vrouwelijke opperwezens die zichzelf sterk houden door mannen te verslinden. Letterlijk. Met opeten enzo. Het is niet dat ik een film wil waarin elke minuut een kop wordt afgehakt, maar een beetje horror verwacht ik wel op zo'n festival.

Nee, dan de film Hellbent. Een stelletje gladde gay guys wordt onthoofd door een gay slasher. Niet dat je er iets van ziet, behalve veel bloed en onthoofde lichamen, maar reden genoeg voor mij om aan het eind van de film regelmatig achter mijn eigen handen weg te duiken. Mijn gezelschap lachte erom. "Dat was nog niks hoor," grijnsde hij. Dat kan dan wel zo zijn, voor mij was het in ieder geval bloederig en eng genoeg. Alleen jammer dat de acteerprestaties niet beter waren als in GTST, de kwaliteit van beeld en geluid nogal te wensen overliet en de ondertiteling ontbrak.

Straks krijg ik nog een herkansing met Night Watch, een soort van Lord of the Rings, maar dan met heksen, vampiers en zombies. Een film die iets meer in mijn straatje ligt omdat ik nogal fan ben van de boeken van Darren Shan die gaan over de bloederige strijd tussen vampiers en vampanezen. Maar over bloederige tafarelen lezen is één, ze ook echt zien is twee.

Mocht ik niet tijdens de film niet zijn flauwgevallen of na afloop kotsend over de toiletpot hangen, dan reis ik af naar een iets rustigere en vriendelijkere omgeving: Oerol. En dan zie ik u allen volgende week wel weer.

09-06-2005

Reactie op reacties:

Wasbeer reageerde als volgt op mijn vorige stukje:

'Volgens mij heb ik dit stukje eerder gelezen...
Het komt om de zoveel tijd terug, allen telkens iets anders verwoord...
Waarom moeten we toch keer op keer weer dezelfde lessen leren?'

Wasbeer heeft gelijk. Mijn gevoel valt in herhaling en daarmee mijn stukjes ook, al giet ik ze elke keer in een andere vorm. Maar dit keer is er wel een wezenlijk verschil met de vorige keren. Ik ben niet moe omdat ik mezelf voorbij ben gelopen, ik ben moe van wat komen gaat.

Ten eerste is er Oerol. Ik ga een paar dagen naar Terschelling in een huisje met een goeie vriendin, maar ook met mensen die ik amper ken. Sommigen zullen dat geweldig vinden, ik raak er een beetje van in paniek. Gelukkig is er de ruimte om mijn eigen gang te gaan, mocht ik daar behoefte aan hebben.
Maar op de dag dat ik terugkom van Terschelling mag ik meteen door naar het theater om een liedje te zingen op een feestelijke sessie. En deze keer kies ik niet voor de veilige weg, nee, ik daag mezelf uit. Ook daar raak ik van in paniek, maar ik weet dat ik niet meer van mezelf accepteer om veilige nummers uit te kiezen. Dus zing ik The nearness of you, met hoge noten. Ik kan ze makkelijk zingen. In de les tenminste. En ook tijdens de repetities met mijn combo. Maar op het podium knijpt de angst mijn keel dicht en hebben de hoge noten niet de vrijheid die ze nodig hebben.

Als ik op mijn site over mijn podiumangst schrijf, zeggen sommige dat het zonde is om die angst te hebben. Dat is het ook. Ik lees nu een boek over podiumangst, en het is een feest der herkenning:

Chopin schreef eens aan Liszt: 'Ik ben helemaal niet geschikt om concerten te geven. De menigte intimideert me. Ik heb het gevoel dat die snelle ademhaling van mensen me verstikt en hun nieuwsgierige blikken me verlammen.'

Maria Callas is ook een sprekend voorbeeld. Applaus reduceerde haar podiumangst niet. Jacques Brel kotste altijd. Elke avond... In elk theater stond er weer een emmer voor hem klaar. Net als bij Henk Westbroek. Barbara Streisand wilde alleen nog concerten in haar eigen tuin geven, en is op een gegeven moment zelfs helemaal gestopt met optreden.

Podiumangst is bij zoveel mensen aanwezig. Eigenlijk is het heel normaal om die angst te hebben. Het enige nadeel is dat het mij verlamt. Maar door vaak op te treden, kan ik de podiumangst omzetten in positieve energie, en wel op de manier die ik ook in het boek las:

'Dezelfde concentratie opbrengen, zoals je die thuis in je repetitieruimte had, dat vind ik echt de beste manier. Het is heel opvallend om thuis niet de angst te hebben. Je moet je leren concentreren.'

Ik merkte het tijdens een sessie in maart en op de leerlingenavond van mijn zangjuf een paar weken geleden. Ik was zo geconcentreerd dat ik, ondanks de zenuwen, goed zong. Dat is mijn missie, mijn uitdaging voor de laatste sessie dit seizoen: me concentreren op het lied. En niet op de zenuwen.

Alsof dit nog niet genoeg was, flipte ik ook nog 'es van de mededeling dat ik met mijn combo een demo ga opnemen in een studio. Een dag lang zes nummers opnemen. Ik was verheugd toen ik het hoorde, maar schoot meteen in de stress. Ik moet honderden zanglessen nemen wil het er een beetje leuk en goed uitkomen! Aan de andere kant was ik door deze mededeling tijdens de repetitie zo geconcentreerd bezig, dat het er best goed uitkwam. Kijk, daar was weer die concentratie. Het helpt echt.

Door alle drukmakerij ging ik me niet lekker voelen. Nog meer stress! Maar inmiddels is de paniek gezakt en begin ik er zelfs een beetje zin in te krijgen. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik dit stukje typ omdat ik niet kon slapen. In mijn hoofd zong ik namelijk constant The nearness of you...

07-06-2005

Ik kan, ik kan niet:

Soms denk ik dat ik de hele wereld aankan. Dan is er niets om bang voor te zijn. Ik denk niet. Ik doe. Niets wijst erop dat dit gevoel overgaat. Dit is geen fase. Dit ben ik. Sterk en stevig.

Ik plan dingen. Zeg volmondig ja op alle afspraken. Leuk! Gezellig! Ja natuurlijk ben ik er! Geen probleem!

Geen. Probleem. Logisch dat ik dat dacht. Ik kon de wereld immers aan? Maar drie belangrijke afspraken in een tijdsbestek van twee weken is iets te veel van het goede. Een besef dat altijd te laat komt. Het ik-kan-de-wereld-aan-gevoel is verdwenen. Ik paniek.

Verdomme. Waar ging het mis? Wanneer gingen die gedachten malen? En waarom maak ik me eigenlijk druk om leuke dingen?

"Het komt goed," fluistert hij in mijn oor en omhelst me stevig. Natuurlijk komt het goed. Het komt altijd goed. Alleen lukt het me maar niet om daar vantevoren op te vertrouwen.

06-06-2005

Ontbijtfestijn:

03-06-2005

Pearle rules:

Hij is paars en klein. Mijn zonnebril. Vorig jaar raakte ik de schroefjes kwijt waarmee de glazen vastzitten. Het glas dat door het verlies van de schroefjes eruit was gevallen had ik bewaard. Met in mijn achterhoofd de gedachte om 'm ooit eens te laten maken.

Nu de zon zo stralend scheen vond ik het hoog tijd worden om mijn zonnebril te laten repareren, ook omdat ik nergens een leuke andere kon vinden. Dus toog ik naar Pearle. "Een kutwinkel," beweerde een collega, "36 wachtenden voor je en maar twee verkopers beschikbaar."

Ik liet me er niet door weerhouden. Maar door die 36 wachtenden kon ik niet meteen geholpen worden. Ik gaf mijn zonnebril af aan de verkoper, zodat ik 'm de dag erna kon ophalen. Ik had niet gevraagd hoeveel de reparatie zou kosten, maar ik verwachtte dat het wel eens hoger kon uitvallen dan het aankoopbedrag van 5 euro.

De volgende dag haalde ik mijn bril op. De verkoper haalde het uiteinde van de schroefjes er nog even af, dat was de andere verkoper namelijk vergeten, en poetste de glazen. Daarna overhandigde hij mij de bril, wenste me veel plezier ermee en liep weg.

"Maar, hoef ik er niets voor te betalen?" vroeg ik verbaasd.
"Nee hoor!" zei de verkoper.

We leven in een welvaartsmaatschappij waarin elke handeling geld kost. Twee verkopers hebben aan mijn zonnebril gewerkt. Het was inderdaad een kleine moeite, maar er is tijd ingestoken. En tijd kost geld tegenwoordig.

Ik zette mijn zonnebril op. Hij zat als gegoten. "Dank jullie wel," riep ik en liep als een kind zo blij de winkel uit.

Pearle rules. Big time.

01-06-2005

Handen in kattenoog:

2003

2004

2005

2006

2007

2008