31-03-2004

Trillll:

Een kat met trilfunctie, is dat normaal?


30-03-2004

Rijmen:

Een vrolijk deuntje uit een radio. Eentonig getimmer. Het felle schijnsel van een lamp. Een bulderende lach. Luidruchtige stemmen. De bouwvakkers maken me wakker met hun lawaai en doen me afvragen waarom zij werken op de dag dat prinses Juliana op een paar honderd meter afstand van hun bouwput wordt bijgezet in de graftombe.
Rond elven begeven mijn gezelschap en ik ons onder de toeschouwers bij de Nieuwe Kerk. Het is er druk. Na lang wachten vangen we tussen de toeschouwers en de vele camera's een glimp op van de gasten en de lijkkoets. Als de lijkkoets voor de ingang van de kerk stilstaat zijn we stil. Om ons heen is het stil. Alle 4000 toeschouwers tonen respect en zijn stil. Het enige dat we horen is een blaffende hond en het geklik van fototoestellen om ons heen. Even vraag ik me af waar de drang om alles vast te leggen vandaan komt.
Nadat de kist naar binnen is gedragen wandelen we in de zon naar huis. Daar luisteren we via de televisie naar de muzikale omlijsting van de uitvaartdienst, de bouwvakkers luisteren naar Xander van Volumia. En terwijl ik een traan wegpink op het moment dat de kist naar de graftombe wordt gedragen, hoor ik de bouwvakkers een ander deuntje fluiten. De vrolijkheid buiten rijmt niet met de bedroefdheid binnen, maar kunnen klaarblijkelijk wel zonder moeite en zonder zich aan elkaar te storen naast elkander bestaan.


29-03-2004

Slachtoffers:

Het is vroeg in de ochtend. Ik rek me uit, gaap daarbij ongegeneerd en sla het dekbed van me af. Met zware oogleden en warrig haar zet ik de kachel en de computer aan. Ik slof naar de keuken, vul de waterkoker met water, slof terug naar mijn bureau en ga zitten. Vragen spoken door mijn hoofd, slachtoffers doemen op in mijn gedachten. Ik breng mijn vingers boven het toetsenbord en laat ze zoeken naar de juiste toetsen. Eén voor één verschijnen letters op het beeldscherm. Vragen. Tikkerdetik. Slachtoffers. Ratelderatel. Klaar. U mag zelf ook voor slachtoffer spelen en onderstaande vragen in mijn commentding beantwoorden. Als u wilt. Dan zet ik ondertussen een kopje thee.

Voor Edwin en Pascal:
1. Wat is je favoriete televisieserie, welk personage uit die serie zou je willen zijn en waarom?
2. Stel dat je bent opgegroeid op een veeboerderij in een gehucht in Friesland. Het huis rook naar koeien, schapen en geiten. Af en toe werd je overmand door de geur van de varkensboerderij van de buurman links en de kippenboerderij van de buurman rechts. Van elk dierengeurtje is een aftershave gemaakt. Welke zou je kiezen? En van welke boerderij zou je graag boer willen zijn? Motiveer je antwoord.
3. Je mag op bezoek komen bij Aukje, het orakel van Amsterdam. Welke vraag zou je haar willen stellen en wat hoop je dat ze je antwoordt of voor advies meegeeft?

Voor Menno (alle antwoorden in één cartoon!) en Wasbeer:
1. Welk instrument zou je graag willen bespelen en welk instrument zou je graag willen zijn? Motiveer je antwoord.
2. Als je een (strip)boek uit zou mogen geven, waar zou het over gaan en waarom?
3. Bepaalt het aantal reacties en bezoekers op je site je humeur en zo ja / nee, waarom?


28-03-2004

Stokkies:

De patat oorlog onder de loggers (vertrouwd, veilig en spannend, oftewel Brian) vond het nodig mij te bestoken met een aantal 'luchtige' vragen, de zogenaamde levensvragen:

1. Hoe zet men de bordjes "niet op het gras lopen" op het gazon?

Zolang het bordje nog niet op het gazon staat, mag je er op lopen. Je loopt met je hamer naar een geschikte plek, timmert het bord in de grond en maakt dat je wegkomt.

2. Als niets in een teflonpan plakt, hoe zit teflon dan vast aan de pan?

Teflon is de merknaam van poly-tetra-fluoro-ethyleen of PTFE, een chemische verbinding die ontdekt is door Roy Plunkett (1910-1994) van de firma DuPont in 1938 en als commercieel product geïntroduceerd in 1949. DuPont weet het antwoord op bovenstaande vraag, maar houdt het strikt geheim. Duidelijk is dat het bedrijf het harsachtige PTFE-poeder mengt met water, zodat een soort vernis ontstaat. Het oppervlak van de pan is ruw gemaakt en de vernislaag kruipt daartussen. Het water verdampt en de korreltjes PTFE plakken door verhitting aan elkaar. De enige manier om het laagje te verwijderen is deze met een metalen voorwerp weg te krassen. Niet alleen het teflon verdwijnt dan, maar ook een klein deel van de metalen ondergrond.

3. Hoe komt de bestuurder van de zoutstrooiwagen op z'n werk?

Hij neemt de zoutstrooiwagen mee naar huis natuurlijk!

Bedankt Brian voor deze pittige nadenkers!

Ik kreeg nóg een stokje toegeworpen, dit keer door Rob:

1. Als de periodes die je op internet vertoeft steeds langer worden, merk jij dat dan? Of moet iemand je erop wijzen?

Mensen die weinig met internet op hebben wijzen me er wel eens op dat ik wel erg veel tijd aan de computer spendeer. Ik luister niet naar ze, de computer is nu eenmaal een belangrijk onderdeel van mijn leven. Maar er is een periode geweest dat ik veel te lang op internet zat. Toen was de wereld buiten maar vreemd en zat mijn hoofd vol bytes watten. Aangezien ik daar niet gelukkig van werd en mijn lichaam overigens ook niet, ben ik meer tijd gaan besteden aan andere dingen, zodat nu alles weer in balans is. En dat surft een stuk prettiger.

2. Wat heb je meestal naast je computer nog meer aan staan en waarom?

Afgezien van mijn koelkast, wel heel belangrijk maar niet interessant, mijn stereo. Een huis zonder muziek is een huis zonder warmte. De muziekkeus hangt af van mijn humeur, het huiswerk van de muziekstudie die ik volg en van mensen / dingen die me hebben geïnspireerd.

3. Wat zou je nou echt nooit van ze levensdagen doen en waarom niet?

Zeg nooit nooit, maar dit is denk ik een echte nooit: ik zou nooit in een oorlogsgebied willen werken als verpleegster. Een vriend van me vervult een soortgelijke functie. Hoewel ik zijn werk erg waardeer, zie ik ook hoe hij lijdt onder zijn werk. Wellicht sluit je je af voor alle nare gebeurtenissen, maar op den duur dringen al je ervaringen bij je naar binnen en moet je een weg vinden om er mee om te gaan. Ik betwijfel of ik dat zou kunnen. Ik zou het in ieder geval niet uit willen proberen.

Bedankt Rob voor deze interessante vragen!

Nu aan mij de eer om vragen te bedenken en slachtoffers te zoeken. Daar ga eerst eens een nachtje over slapen.


27-03-2004

Afgelopen, over en uit:

De maat is vol. Ik pik het niet langer. Ik heb er genoeg van dat je me elke dag voor schut zet. Mensen staren ons na en lachen ons uit. Ik heb er genoeg van dat je me elke dag hard laat werken terwijl jij alleen maar tegengas geeft. Als je denkt dat dit de manier is om met mij om te gaan, dan heb je het fout. Besef je wel dat jouw gedragingen mij niet alleen voor schut zetten, maar ook gevaarlijk zijn? Ik schaam me voor je. Kijk geïrriteerd als we samen buiten zijn. De mensen om me heen geven me vaak ongevraagd advies. "Probeer het nog even," zeggen ze dan. Met een mokkend gezicht luister ik naar ze. Want ik besef dat ik je nodig heb. En dat het ook fijn is als we samen zijn. Maar er zijn ook mensen die vinden dat ik je aan de kant moet zetten. Omdat je me niet met respect behandelt. Na lang twijfelen heb ik vandaag besloten dat ik naar ze ga luisteren. Met pijn in mijn hart ga ik je straks vertellen dat je bij me weg moet gaan. Dat als je morgen wakker wordt ik er niet zal zijn. Ik vraag me af of je me zal missen. Wellicht merk je niet eens dat ik er niet ben. Maar laten we één ding afspreken. Ik kom maandag bij je langs. En als ik zie dat je veranderd bent, neem ik je terug. Dan wil ik weer van je genieten en me door jou overal naar toe laten rijden. Stilletjes hoop ik dat het de fietsenmaker lukt. Dat hij jou kan helpen. Ons kan helpen. Want anders is het afgelopen, over en uit.


26-03-2004

Verknipt:

In Parijs en in Amsterdam, op elk metrostation, in elke gang van het gangenstelsel van de metro, op elke hoek van de straat, in bushokjes, bij de Etos in de etalage, gèk word ik van de mevrouw die me constant aan zit te staren met een verknipte push-up bh op haar neus. Je zou toch spontaan een actiecomité oprichten om die posters van de muur te rukken!


25-03-2004

Fryske oranjekoeke:

Vroeger kreeg ik op verjaardagen dikwijls een stukje oranjekoek toegeschoven. Bah en vies vond ik het, maar uit beleefdheid at ik het op. Naarmate ik ouder werd kon ik de smaak van oranjekoek steeds meer waarderen. Ook ontdekte ik dat eenmaal buiten de Friese contreien er geen oranjekoek werd geserveerd omdat oranjekoek alleen in Friesland wordt gemaakt. Dat was een rare gewaarwording, aangezien ik altijd heb gedacht dat de hele wereld oranjekoek at. Maar goed, het heet niet voor niets 'Fryske oranjekoeke'.
Ik wilde u graag iets vertellen over de geschiedenis van onze oranjekoek en waarom het in de rest van Nederland niet wordt gemaakt, maar het enige wat ik op internet vond waren recepten. En nu staat er al de hele ochtend zo'n lekker stukje oranjekoek voor mijn neus. Ik kreeg het gister in een plastic bakje mee na afloop van een verjaardagsfeest waar de jarige de oranjekoek was vergeten uit te delen. Het verjaardagsfeest was in Amsterdam, maar de ouders van de jarige hadden uit Friesland de traditionele lekkernij meegenomen. Dus als u mij wilt excuseren, ik ga even genieten van een stukje Friesland. En mocht u wél meer weten over deze lekkernij dan lees ik het graag terug in mijn commentding.


24-03-2004

Extreem:

"Hoi Aukje." Ik hoor het hem nog zeggen. Als vanuit het niets stond hij plots naast me. Ik typeerde hem als 'raar' en zocht nooit uit mezelf contact met hem. Op school was hij een einzelgänger, hij leefde in zijn eigen wereld en bemoeide zich niet met anderen. Na school, in de bus naar huis kwam hij soms naast me zitten. Twintig minuten lang deed ik gemaakt aardig en mijn best om het gesprek te onderhouden. De opluchting was groot als de bus de halte had bereikt waar ik kon uitstappen. Bij het wegrijden zag ik nog net hoe hij op 'zijn' plek in de bus ging zitten. Achterin, in het hoekje. Op die plek zat hij vorige week weer, toen ik met de bus naar mijn ouders ging. Misschien zag of herkende hij me niet, maar de stoel naast me bleef onbezet. Stiekem bekeek ik hem in de weerspiegeling van het glas. Hij leek niets veranderd, maar voor mij was er wel degelijk een verschil met dertien jaar geleden, aangezien zijn leven een voor mij onverwachte wending had genomen. Oudbekenden hadden me al eens toegefluisterd dat hij de 'verkeerde' kant op was gegaan. Ik raadpleegde internet. De geruchten bleken tot mijn grote verbazing waar te zijn. Lid van een extreemrechtse partij sinds 1992, actief lid sinds 1994. Op dit moment is hij een van de belangrijkste figuren binnen de extreemrechtse partij waar hij lid van is. Op een klasgenoot die iets heeft bereikt in zijn leven kan ik trots zijn, maar bij hem is dat geenszins het geval. Ik kan alleen maar hopen dat zijn carrière snel in duigen zal vallen.


23-03-2004

Speculoos:

Een speculaasje zonder specu?


22-03-2004

Nega versus posi:

"Ik ga vanavond niet zingen op de sessie hoor. (...) Nee, ik ben niet bij stem en ik heb niets voorbereid, dus ik sta daar niet relaxed op het podium. En van het nummer dat ik wil zingen weet ik de tekst niet uit mijn hoofd." Ik voelde me schuldig toen ik het zei, want ik had mezelf beloofd dat ik wél zou gaan zingen. En op het moment dat ik de verbinding verbrak met de stem aan de andere kant van de lijn, dacht ik aan hoe het zou zijn als ik wel naar de sessie zou gaan, maar niet zou zingen. En hoe ik me de volgende dag daarover zou voelen. Ik gokte dat ik het minder goed zou voelen dan wanneer ik wel zou zingen. Dus pakte ik de benodigde bladmuziek en sprong op de fiets. Zonder in te zingen, zonder me voor te bereiden en een tikkeltje nerveus beklom ik even later het podium. Hoewel de begeleiding wederom subliem was, vergat ik de tekst, verbaasde ik mezelf over hoe slecht ik die ene hoge noot eruit gooide en verbaasde mezelf nog meer dat ik de volgende hoge noot, die ook nog van gelijke hoogte was wél goed zong. Daarbij stond ik te suffen bij het einde zodat ik niet gebruik maakte van de ruimte die de muzikanten me gaven om het nummer af te sluiten en uiteindelijk verliet ik hoofdschuddend het podium. Lange tijd baalde ik van mijn performance. De negatieve dingen vergrootte ik uit en ik vergat daarbij te kijken naar de positieve dingen. "Maar ben je dan niet trots dat je toch weer op dat podium hebt gestaan?" vroeg hij me. Ik moest er even over nadenken. "Ja, ik geloof van wel. En dit keer had ik de ruimte in mijn hoofd om te spelen met de timing in het stuk. Die ruimte miste ik de vorige keren." Ik lachte. Ik was zo bezig geweest met de negatieve kanten van mijn optreden dat ik de pluspunten was vergeten. Wellicht is het beter om mijn vergrootglas voortaan thuis te laten en gewoon te genieten van het zingen voor publiek, zonder mezelf onderuit te halen en zonder mezelf te kleineren. Een lastige opgave, die ik volgende maand ga uitproberen. U mag alvast beginnen met duimen...


20-03-2004

Morgen weer een dag:

Gistermiddag borstcrawlde ik heen en rugcrawlde ik terug. Ik probeerde extra hard te zwemmen om me niet in te laten halen door de mannelijke borstcrawlers. Mijn fiets stond bij de fietsenmaker. Naast een lelijke lekke band waarmee ik de avond ervoor door de stad was wezen fietsen, trapte ze door. Vanochtend werd ik wakker met een pijnlijke bovenrug. Te hard gecrawld. Mijn kies deed pijn. En dat terwijl ik van de tandarts pas aan het eind van dit jaar terug hoefde te komen. Ik slikte nurofen en liep naar mijn werk. Het woei hard. Juliana overleed. Ik pakte een kopje thee. De ramen op het werk veerden mee met de windstoten. Om half vier waaide ik terug naar huis. Onderweg nam ik mijn gerepareerde fiets mee. Ik kocht een boek en ontving het boekenweekgeschenk. Ik kwam thuis, hing mijn jas aan de kapstok en gaf de poezen een knuffel. Ik zette mijn computer aan om een stukje te schrijven maar belde eerst mijn collega omdat ik iets was vergeten op het werk. Wat? Crisis? Geen stukje vanmiddag. Misschien vanavond. Ik nam nog een nurofen en fietste terug naar mijn werk. Ik bleef. Het werd later. En nog later. "Moet je niet naar huis?" "Ja." Ik bleef even staan bij de vijver op het Museumplein, waar de wind het water onstuimig liet golven. Het Journaal toonde beelden van Juliana. Half negen. Er staat een stukje. Tijd om eten te koken.


19-03-2004

Lammeke:

Van Frankrijk ging ik naar Friesland. Ik zei gedag tegen het Prinsesje in Parijs, kleedde me om en verscheen als Boerenhulp op de Boerderij van mijn ouders. Ze kwamen handen tekort in de schuur waar schapen en lammetjes alle aandacht opeisten. Vliezen braken, bloed vloeide, er werd gemekkerd en geblaat, schapen werden gevloerd en opgerekt, er werd met water en kuil en biks heen en weer gesjouwd, hokken werden verschoond en lammetjes kregen de fles als ze ondervoed dreigden te raken. In de schuur werd gewerkt. Hard gewerkt.
Op het moment dat ik een gevloerd schaap belemmerde om op te staan en mijn vader zijn best deed om een lammetje eruit te halen, werd ik gebeld op mijn mobiel. Ik nam tegen beter weten in het telefoontje aan. "Nog gefeliciteerd met je verjaardag!" hoorde ik iemand aan de andere kant van de lijn zeggen. "Dank je wel," antwoordde ik, "leuk dat je belt, maar eh, ik zit net bovenop een schaap, zal ik je straks terugbellen?"
Hm. Die zin moest ik op verzoek van de andere kant van de lijn nader verklaren. Gelukkig begreep hij het. "Maar vind je het na al die jaren dan nog steeds leuk om bij de geboorte van een lammetje te zijn?" Zijn vraag verraste me. Ik had er nog nooit bij stilgestaan, maar riep meteen dat de geboorte van een lammetje nooit en te nimmer verveelde. En om hem en wellicht u van dit feit te overtuigen volgt hier een korte fotoreportage van de geboorte van een schattig klein lammeke:
foto 1: klik - nadat het schaap is opgerekt (auw) wordt het lam er aan de pootjes uitgetrokken
foto 2: klik - het tongetje hangt eruit en het gehele koppie zit nog in het vlies
foto 3: klik - het vlies is handmatig verwijderd en voorzichtig wordt er verder getrokken
foto 4: klik - et hopla, een lammetje is geboren

Mocht u niet vertederd zijn door dit bloederige en pijnlijke tafereel of bent u tijdens het bekijken van de foto's flauwgevallen, geen paniek. U houdt vast van andere beesten. Of dingen. Ofzo.


18-03-2004

Parijs:

Ik slaak een diepe zucht en sla mijn ogen ten hemel als ik vertel waar ik mijn dertigste verjaardag heb gevierd. Pariiiis! Dan volgen woorden als magnifiek, subliem en buitengewoon. Drie dagen lang werd ik overweldigd door de pracht en praal die de stad mij toonde. Daar deed de boze taxichauffeur die van mening was dat ik te langzaam over het zebrapad liep, het hoge aantal irritante straatventers, de mevrouw die begon te schelden omdat ik al dralend tegen haar opbotste en het ietwat tegenvallende hotel (geen lift, kamer op zes hoog, verbouwing op andere etages, een te klein bed en een douchestraal die amper straalde) niets aan af. Taart en croissantjes waren duur maar verrukkelijk, de milkshake die ik in Palais de Tokyo nuttigde de lekkerste ooit en de tosti van een etenskar bij Centre Pompidou zalig. De gangenstelsels van de overvolle metro waren imponerend, de lange en vermoeiende wandeling langs de Seine romantisch, de trappen naar de tweede verdieping van de Eiffeltoren angstaanjagend maar goed voor een heldendaadgevoel vanwege mijn hoogtevrees en de wandeling door Montmartre die eindigde bij de rustige achterzijde van de Sacré Coeur deed me verlangen naar een eigen appartement in de lichtstad. En dan was er natuurlijk nog de kunst. Al die prachtige gebouwen herbergden wonderschone schilderijen en ornamenten. Ik sprong van heden naar verleden, viel van de ene verbazing in de andere en bewonderde en verwonderde me. Mijn lessen kunstgeschiedenis spoedden zich naar boven en ik herkende en ontdekte. Zoals deze oogverblindende klok in Musée d'Orsay:

L'Opéra en het warenhuis Lafayette waren goed voor een bliksembezoek, de Thalys stond al te trappelen van ongeduld om ons naar huis te brengen. Eenmaal in Amsterdam zweefde ik in gedachten verder door de straten van Parijs, om een paar dagen later voorzichtig te landen op de natgeregende stoeptegels van Amsterdam. Het werd tijd besefte ik. Tijd om me over te geven aan het dagelijkse leven. Au revoir Paris. Het was fijn u na al die jaren weer eens te zien.


14-03-2004

Aujourd'hui j'ai 30 ans:

Cartoon getekend door Menno Kooistra (klik).


13-03-2004

December 1989:

(morgen meer)


12-03-2004

Voetbalsokken:

"Mam." Een klein jongetje leunt tegen de benen van zijn moeder en kijkt me met grote ogen aan. Ze is echter druk bezig met afrekenen en reageert niet. "Maham," klinkt het jengelend, "zij heeft wél voetbalsokken!" Het jongetje wijst naar de rode voetbalsokken in mijn hand. Zijn moeder kijkt niet op of om en stopt het wisselgeld dat haar wordt overhandigd in haar portemonnee. "Mooi zijn ze hè," probeer ik te zeggen, maar word halverwege in de rede gevallen door zijn moeder. "Ja schat, als ze in jouw maat waren had ik ze voor je gekocht, maar ze zijn er niet," klinkt het enigszins geïrriteerd. Als de kassajuffrouw haar aankoop in een plastic tas heeft gestopt pakt ze de hand van het jongetje en loopt naar buiten. De grote ogen van het jongetje kijken herhaaldelijk achterom. Hij werpt me niet-begrijpende en jaloerse blikken toe. Ik besef dat de huidige mode verwarrend voor hem moet zijn. Want voetbalsokken die alleen verkocht worden in grote maten voor grote meisjes die niet eens voetballen, dat is toch ook van de zotte?


11-03-2004

Zeboe:

"Wat is in vredesnaam een zeboe?" vraag ik mijn gastheer terwijl ik door het prachtige fotoboek van Yann Arthus-Bertrand blader. In zijn boek '365 dagen de aarde vanuit de hemel' ben ik gestuit op een luchtfoto met een kudde zeboes. "Wat zeg je, een zeekoe?" vraagt hij. "Nee, er staat toch echt zeboe. Misschien is het een kruising tussen een zebra en een koe," bedenk ik. Hij lacht.
Via het www is een antwoord echter snel te vinden. Ik kruip achter de computer en typ bij google het woord zeboe in. Tot mijn grote verbazing verschijnt er een koe op het scherm. Een koe? Goed, ik ben dan wel opgegroeid tussen zwartbonte koeien, maar van iemand die 18 jaar van haar leven tussen de koeien heeft doorgebracht zou je mogen verwachten dat ze het woord zeboe kent. Niet dus. Mijn verbazing is nog groter als ik zie dat er een zeboe wordt aangeboden op marktplaza.nl. Tsk. Er lopen dus ook een aantal exemplaren in Nederland rond. Het moet niet gekker worden. Zelfs de Van Dale kent het woord zeboe en vertelt me dat het een rund is met een vetbult tussen de schouders, en dat ze voorkomen in Zuid-Azië en Noordoost-Afrika. En eigenlijk zien ze er best gewoontjes uit. Toegegeven, de vetbult ziet er gek uit en de horens (mits deze niet zijn verwijderd) zijn imposant, maar verders is het dus gewoon een koe. Boe.


10-03-2004

Gevonden:

Ik zie lange knikkerbanen op het schoolplein, kuiltjeknikkeren, tientallen knikkers die over het schoolplein rollen omdat het zakje waarin ze zaten stukging, furieuze blikken van klasgenoten wanneer ze verloren en een emmer vol knikkers die ik tijdens mijn lagere schooltijd won en kocht.
Bovenstaande knikker noemden we geloof ik een basknikker. Die was aardig wat knikkers waard. Zouden er vandaag de dag nog steeds knikkers over het schoolplein rollen of heeft de computer de overhand genomen?


09-03-2004

Pingpong:

Twijfel slaat zichzelf met het tafeltennisbatje over het net. Niet Zeuren staat aan de andere kant met opgeheven hoofd te wachten. "Wát nou," lijkt hij uit de hoogte te zeggen. Hij pakt zijn batje en mept terug. Keihard. Twijfel valt met een smak achter het net neer, maar krabbelt snel op. Samen maken ze een potje van mijn gedachten. Zal ik wel? Ping. Zal ik niet? Pong. Met dank aan hun strijd kronkelen mijn gedachten om elkaar heen, zijn het oneens met elkaar, banen zich een weg naar voren, worden weer naar achteren verdreven en schreeuwen uit alle macht om aandacht. Er moet en zal naar ze geluisterd worden. Dus ga ik zitten. En probeer naar ze te luisteren. Ik verbied Twijfel en Niet Zeuren om door elkaar heen te schreeuwen. Als ze beide stil zijn, vraag ik rustig aan Twijfel wat er aan de hand is. Waarom Twijfel twijfel zaait. Ping. Ik luister naar wat Niet Zeuren zegt. Waarom hij vindt dat Twijfel zeurt. Pong. Natuurlijk zijn ze het niet met elkaar eens. Ik zucht eens diep, niet wetend wat ik met ze aanmoet. Zonder dat ik het in de gaten heb sluipen ze weg en hervatten hun strijd, waar geen eind aan lijkt te komen. Maar als ik in hun ogen kijk zie ik ze genieten. Want diep van binnen beseffen ze maar al te goed dat ze niet zonder elkaar kunnen. Wordt de één verslagen, dan heeft de ander geen bestaansrecht meer.


08-03-2004

Vliegend tapijt:

Hij springt bij me in bed, kruipt tegen me aan, legt zijn hoofd in mijn nek en begint bijna onhoorbaar te spinnen. Ik vouw mijn armen om hem heen en voel de uiteinden van zijn hoektanden zachtjes in mijn nek prikken. Samen vallen we in slaap.
Al snel worden we wreed gestoord door het monster in huis dat de naam Pixel draagt. Ze is bovenop ons gesprongen en probeert onvoorzichtig een plekje in mijn nek te bemachtigen. Ik duw haar weg. Ze is alleen welkom als ze netjes naast Scooszi gaat liggen en haar hevig ronkende motor uitzet. In eerste instantie luistert ze niet, maar na een paar keer duwen heeft ze het begrepen en zoekt haar heil elders.
Als ik opsta en de kastdeur open is zij er als de kippen bij om haar neus in mijn prullenmand te steken, op zoek naar interessante speledingetjes. Ik pak haar beet, sleur haar uit de mand en zet haar neer. Eerst voorzichtig, maar hoe vaker dit tafereel zich herhaalt, hoe hardhandiger ik word.
Ze gooit een beker met water om, springt op mijn ontbijtbord omdat ik een speelgoedmuisje weg moet gooien, krabt vrolijk aan mijn behang en weet altijd de voor haar verstopte pennen en potloden te vinden die zij op haar beurt kwijtmaakt.
Aan de manier waarop ik 's ochtends reageer op Pixel kan ik merken hoe het gesteld is met mijn humeur. De afgelopen week was dat niet al te best, Pixel vloog geregeld door de kamer als was ze een vliegend tapijt. Maar vandaag zette ik haar weer zachtjes met beide pootjes op de grond. Ik was blij verrast. Mijn goede humeur is terug.


07-03-2004

Zelfportret:

Je gaat naar de markt, koopt een paar bosjes bloemen, je smeert wat make-up op je gezicht (getverdemme), je klikt vrolijk in het rond (het liefst met jezelf midden en scherp in beeld), pielt met een beetje hulp in photoshop et voilà, je hebt een zelfportret:


06-03-2004

Vijf:

De laatste keer dat ik fulltime werkte was zes jaar geleden. Van maandag t/m vrijdag zat ik van negen tot zes op het werk. Dat ging prima. Daarna kreeg ik een parttime baan. Ik koos niet bewust voor parttime werken, maar rolde erin omdat het voorhanden was.
Ik werk nog steeds parttime, maar de laatste tijd is het op mijn werk zo druk dat ik heb aangeboden om de komende weken vijf dagen te gaan werken. "Pas je wel op dat het niet teveel voor je wordt?" waarschuwde mijn collega me nog. "Ja hoor," zei ik lichtelijk geïrriteerd. Vijf dagen per week werken, pfff, dat zou geen probleem zijn.
Maar natuurlijk viel het tegen. Niet alleen vanwege de drukte op het werk, maar ook vanwege die paar nachten waarop ik doorhaalde en geen kans zag om bij te slapen.
Nu heb ik het geluk dat er vandaag niets op het programma staat. He-le-maal niets. Vandaag slaap ik uit, koop ik een krantje dat ik op mijn gemak ga lezen, surf een beetje, doe de afwas (er moet toch ergens een nadeel aan deze dag zitten), vertroetel mijn katten, luister naar ambient, blijf de hele dag in pyjama rondlopen (behalve als ik de krant koop), schrap het woord 'moeten' uit mijn woordenboek en kijk uit naar de weken waarin ik weer gewoon vier dagen werk. Oh ja, en stiekem geniet ik nog eens extra van mijn 29-zijn. Tenslotte duurt het niet lang meer voordat ik de 30 bereik. Bah. Ik voel me oud.


05-03-2004

Ja!

Oeh! Ja! Fijn! Mmmm! Aaaaaaaah! Heerlijk! Wat een onvoorstelbaar genot! Dit heb ik zó ontzettend gemist! Ik heb veel en veel te lang zonder gezeten. Kunt u zich voorstellen hoe een crime, hoe een misère dat is geweest voor mij? Na veel te lang wachten, na lange dagen gevuld te hebben met krampachtig ingehouden ongeduld, na vele kleine en grote irritaties kan ik eindelijk weer relaxed achterover leunen in mijn stoel zonder me druk te maken over de centen. Gesprekken worden niet meer afgekapt en ik ben weer de hele dag available. Het duurde even, maar het resultaat is er dan ook naar. Mijn eigen ethernetmodem. Hoe fijn. Het zij hem verboden stuk te gaan zoals zijn USB-voorganger. Wist u overigens dat USB-modems eruit gaan? Ze gaan te vaak stuk.


04-03-2004

Lift:

Zeven. Ik liet de deur achter me in het slot vallen en drukte op het knopje. "Ga je met de lift?" hoorde ik iemand van boven roepen. Acht. De zin galmde even na in de gang. Verbaasd keek ik om me heen, niet zeker wetend of ik degene was die zich aangesproken moest voelen. Maar ik ging met de lift, dus schreeuwde ik 'ja' naar boven. Ik hoorde gestommel op de trap en binnen no-time stond mijn collega voor mijn neus.
Zeven. We wachtten even op de lift en stapten toen in. De lift gleed langzaam langs de verdiepingen. Zes. Vijf. "Ben jij eigenlijk een blij mens?" Vier. Zijn vraag verraste me. "Eh ja. Ik ben een blij mens." "Ik zie het aan je," zei hij. Drie. "En jij?" vroeg ik. "Gaat wel." Zijn antwoord verraste me nog meer dan zijn vraag. Twee. De lift stopte en hij opende de deur. "Ik moet er iets te veel moeite voor doen." "Oh, da's minder," zei ik terwijl ik tegen de grote spiegel in de lift bleef aanleunen. De deur viel dicht. "Sterkte ermee!" riep ik hem na. De lift zette zich weer in beweging. Eén. "Dank je," hoorde ik hem roepen. Begane grond. Ik opende de deur en vroeg me af hoeveel mensen iemand een vraag stellen omdat ze verwachten dat dezelfde vraag aan hen wordt gesteld, zodat ze legitiem en ongegeneerd over hun eigen sores of blijdschap kunnen vertellen. Buitendeur. Een blik op de lift. Hij verroerde zich niet. Er was niemand die naar hem vroeg.


03-03-2004

Bonusaanbieding AH:

Twee voor de prijs van één. Zucht. Het zou verboden moeten worden.


02-03-2004

Knocking:

Ik hoorde de deur van de coupé opengaan. Ik keek niet op naar wie er binnenkwam, maar de muziek die me ter ore kwam zei genoeg. Het geluid van een valse oude gitaar en een hese stem vulde de ruimte. "Zelfs híer word ik lastiggevallen door zwervers," dacht ik onvriendelijk. Terwijl hij bij enkele passagiers bleef staan en voor hen zong, besloot ik hem te negeren. De muziek kwam stapje voor stapje dichterbij en werd luider en duidelijker. Ik bleef uit het raam staren, ook toen de zwerver bij mij en enkele andere passagiers naast me bleef stilstaan. Maar ik moest toegeven dat zijn deuntje perfect aansloot op mijn humeur. Het verblijf in de coupé werd een stuk aangenamer en stiekem genoot ik van de warmte die de zwerver door middel van zijn muziek gaf.
Veel te snel stopte hij met spelen en hield de passagiers zijn pet voor. "Een beetje geld voor een arme zwerver alstublieft," schreeuwde hij met een veel te luide stem door de coupé. "Ach, waarom ook niet," dacht ik, en viste een euromunt uit mijn portemonnee. Tenslotte had ik genoten van zijn muziek. Hij bedankte me en liep verder met zijn pet in zijn hand. Ik was inmiddels aangekomen waar ik moest zijn en stapte uit. "Dag schoonheid!" riep hij me na. Ik keek om, zag hoe hij zijn rotte tanden bloot lachte en zei vriendelijk gedag tegen hem. Toen pakte hij zijn gitaar en begon met spelen. "Knock knock knocking on a heaven's door." De klanken stierven langzaam weg, maar zachtjes zong ik met hem mee tot de trein uit zicht verdween.


01-03-2004

Waar is ze:

Haar dag was vermoeiend, het werk druk. Haar volle tas met veelal onnodige maar geruststellende dingen stond naast haar te wachten. Ongeduldig was ze. Gretig ook. Maar bovenal nieuwsgierig.
Ze hield de klok nauwgezet in de gaten. Haar vingers tikten af en toe mee op het ritme van de wijzer. Ze stond pas op toen beide wijzers na lang wachten op de juiste plek waren aanbeland. Eindelijk had ze permissie om te gaan.
In de trein las ze een paar bladzijden uit een saai boek dat ze in haar tas had gestopt. Het viel haar mee dat ze voldoende concentratie kon opbrengen om de zinnen te interpreteren en het verhaal te volgen. Soms keek ze op van haar boek, in een poging te weten te komen waar ze was op deze onbekende route. Een vage weerspiegeling in het raam keek naar haar, maar zweeg. Er was niets te vertellen, de weg was omgeven door een deken van duisternis en daarmee onzichtbaar. Maar na een poosje verdween de zwarte deken en kwamen tientallen lichtjes haar tegemoet. Net als hij. Ze was aanbeland op de plaats der bestemming en liet zich meenemen door twee veilige armen. Daarna een zoen op haar wang. Een hand door haar haar. Een innige zoen op de mond. Een fijn gevoel in haar buik. En een plek om nooit meer weg te gaan.


2003

2004

2005

2006