30-11-2004

Als:

Als stilte woorden vangt.
Als onzichtbaarheid zichtbaar is.
Als verlangen brandt.
Als tijd tijd neemt.

Als adem zucht.
Als even eeuwig duurt.
Als zekerheid twijfelt.
Als onrust rust vindt.

Als een pad is gevonden.
Als een pad is gekozen.

Dan nog kan de meest zinnige gedachte onzinnig zijn.


29-11-2004

Gewoon even knikken:

De sessie was verplaatst. Naar het café erboven. Déjà-vu! Maar dit keer werd de ingang niet versperd door een horde mensen en kon ik gewoon achterin de zaal genieten van de muziek.
De zangeres naast me had zich al aangemeld om te gaan zingen en was bijna aan de beurt. De sessieleider kwam bij haar om haar naam te vragen. Toen keek hij vragend naar mij. Ik knikte en stak een vinger op. Eén. Hij knikte terug. Geregeld.

Een nieuwe sessie. Onbekende muzikanten. Een gevulde zaal. Slecht geluid. Zenuwen die op het podium verdwenen. Ik zong het publiek toe. Ik was relaxed, stond stevig en genoot. Er was zelfs tijd om nog een liedje te zingen. Het applaus nam ik met een kleine buiging in ontvangst. Met een big smile bestelde ik een biertje. En dacht.

Gewoon even knikken. Hoe simpel kan het zijn.


28-11-2004

Gepaste eerlijkheid:

Ik eis het als ik een relatie heb. Eerlijkheid. Gepaste eerlijkheid om eerlijk te zijn. Gepast omdat ik niet alles wens te weten. Eerlijkheid omdat ik het vertik aan het lijntje te worden gehouden. Omdat ik niet wil dat iemand over me twijfelt zonder dat ik het weet.
Maar als ik dat van een ander eis, is het wel zo fair om dat ook van mezelf te eisen. En dat is nu net waar de schoen wringt. Want hoe makkelijk is het om eerlijk te zijn als het een moeilijk te definiëren gevoel betreft?
Ergens begint iets te borrelen. Een gevoel ontstaat. Gaat een eigen leven leiden. Wordt herkend. Krijgt een naam. Gaat in de weg staan. De enige manier om het uit de weg te ruimen is door er over te praten. In eerste instantie probeer ik dat met anderen. Omdat zij me misschien iets kunnen geven waardoor het gevoel weggaat. Soms werkt het. Voor heel even. Even hoef ik de confrontatie niet aan te gaan. Maar helemaal weg gaat het gevoel nooit. Het komt alleen maar sterker terug en eist alle aandacht op. Het moet eruit. Want het blokkeert de boel.

Hoeveel tijd zou er inmiddels zijn verstreken? Dagen? Weken? Maanden? Gevoel heeft tijd en ruimte nodig. Gevoel dient overdacht te worden, want niemand heeft iets aan overhaaste conclusies. Dus kan ik iemand niet verwijten voor wat ik zelf doe. Namelijk tijd nemen om een gevoel te definiëren.

Ik eis het als ik een relatie heb. Eerlijkheid. Gepaste eerlijkheid, die misschien later aan de oppervlakte verschijnt dan ik zou willen, maar wel in een eigen tempo is ontstaan en vormgegeven.


27-11-2004

Op het nachtkastje:

Inmiddels is dit deel 11 van kinderboekenschrijver Darren Shan. De boeken gaan over Darren, een jongen die in deel 1 halfvampier is geworden. De voorkant ziet er luguber uit, de aanbevelingen op de achterzijde zijn overdreven ('Voor lezers die over stalen zenuwen beschikken' en 'Een zinderend avontuur dat je één ruk uitleest... als je durft!'), het enige enge eraan is de verslaving. Voor het slapen gaan lees ik een paar bladzijden (hoe spannender het wordt, hoe meer bladzijden ik lees, hoe later het wordt) en val als vampiersprinsesje in een zoete slaap.
Een meesterlijk zoethoudertje tot het volgende deel van Potter.


26-11-2004

Ingezonden bericht:

Het ministerie van justitie maakt het volgende bekend:

In Amsterdam is een slapende cel van Friese terroristen aanwezig die elk moment actief kan worden. Deze cel bestaat uit Friezen die zich al jaren geleden in de hoofdstad hebben gevestigd en op het oog een onopvallend bestaan leiden. Af en toe reizen zij af naar het Friese platteland voor commando-trainingen, die zich uit het zicht van de buitenwereld afspelen in veeschuren en hooibergen. Deze trainingen duren meestal een week, waarna deze staatsgevaarlijke personen weer energiek en opgeladen voor subversieve activiteiten terugkeren naar Amsterdam.

De spil in dit terroristen-netwerk is een vrouw die actief is onder de codenaam Auk. Volgens geruchten is zij dertig jaar oud, maar de AIVD schat in dat zij er veel jonger uitziet dan 30 (AIVD-agenten zullen ter observatie worden ingezet). Deze Auk houdt contact met de andere terroristen via gecodeerde boodschappen op de website aukje.net. De laatste weken is opvallend veel "flutter" (activiteit) gesignaleerd op deze site, maar de AIVD is er nog niet in geslaagd deze boodschappen te ontcijferen. Het decoderen wordt extra moeilijk gemaakt doordat de laatste weken, behalve Fries, ook gebruik wordt gemaakt van boodschappen in het Chinees, waaronder een dodenlijst (zie onder).

Het openbaar ministerie vermoedt dat met "bakabana" een toekomstig slachtoffer wordt aangeduid.

Er zijn aanwijzingen dat er voorbereidingen worden getroffen voor een aanslag op Geert Dales, die zich respectloos zou hebben uitgelaten over Friese tradities en levensstijl. Hij is inmiddels overgebracht naar een safe house.

De AIVD is er nog niet in geslaagd te infiltreren in deze organisatie, omdat het geen Friestalige undercover-agenten heeft. Niet-Friestalige agenten zouden snel door de mand vallen bij direct contact.

Oproep aan de bevolking: Ziet u in uw omgeving personen die zich bij het dalen van de buitentemperatuur plotseling vreemd gaan gedragen (de zogenoemde Elfstedenkoorts) en zich in traditionele Friese kledij hullen, meld dit dan zo spoedig mogelijk bij de politie. Vooral de gewapende kern van de Friese terroristen bestaat uit geharde commando's, die de beruchte kaatstraining hebben gevolgd. Wellicht houden zij in Amsterdam hun conditie op peil met zwemtraining. Maak zelf geen contact, het is zeer goed mogelijk dat deze personen gewapend zijn met dubbele messen, ingenieus verstopt in een klapschaats. 


25-11-2004

Peeping Aukje:

Ik zat in zijn tas. Of in zijn jas. Of misschien wel in zijn broekzak. Maar waar ik ook zat, zonder het te weten was een aantal knopjes ingedrukt en een telefoonverbinding tot stand gekomen. Ik was verrast toen ik zijn naam op het scherm zag staan. We spreken elkaar nauwelijks en ik vond het niet een tijdstip voor hem om te bellen.
Ik nam op, hoorde gestommel. Niemand reageerde toen ik mijn naam zei. Ik schreeuwde. "Hé! Hééhéé!" Maar niemand 'hé-de' terug. Het leek me beter om op te hangen. Maar plots hoorde ik een stem. Een stem die zuchtte en steunde. "Eh, hallo?" riep ik aarzelend. Geen reactie. Ik trok een vies gezicht. Ik zou toch niet... "Hallo?" hoorde ik aan de andere kant van de lijn. Het was de zwaar hijgende stem van P.
"Eh hoi, P., met Aukje, je belde me net, ik denk per ongeluk."
P. verontschuldigde zich en hielp me uit de droom door te vertellen waar hij mee bezig was. Sportoefeningen. Opgelucht haalde ik adem. "Zeg, je dacht toch niet dat je als Peeping Aukje in een heftige sekspartij was beland hè?" grapte hij. "Nee hoor," zei ik en lachte hard. Met het schaamrood op mijn kaken.


24-11-2004

Genegeerd:

Muziek die lijkt op een carnavalskraker schalt door de straat. Een paar raar opgedirkte types huppelen voor een camera (videoclip?) en proberen nietsvermoedende voorbijgangers mee te laten doen. De meesten vinden het prachtig en huppelen een poosje mee. Als ik met mijn neus tegen het raam sta gedrukt zie ik de 'huiszwerver' op ze af komen. De zwerver die altijd staat te lallen en te schreeuwen met een pilsje in zijn hand, maar nooit gehoord wordt. Hij ziet zijn kans schoon. De opgedirkte dame pakt zijn vieze hand vast en samen dansen ze in de rondte. Dan laat de zwerver los en steelt de show. De rare types doen mee en lijken het geweldig te vinden. De camera loopt, omstanders lachen.

Als de opgedirkte types zijn verdwenen en de zwerver nog een dansje doet wordt hij als vanouds genegeerd.


23-11-2004

Zeuren:

De sessie waar ik heenging was verplaatst. Van het café naar het piepkleine theatertje erboven. Ik ging bij het café naar binnen, liep de trap op en strandde bij de ingang van het theater. Dicht op elkaar gepakt publiek versperde de weg. Ik had geen zin om me er doorheen te wurmen, dus ging ik in het cafégedeelte bij andere gestrande zangeressen zitten.

We baalden. We hadden ons verheugd (jawel, verheugd!) op het zingen, en nu was het zó druk dat er geen doorkomen aan was. Toen het boven pauze was en het publiek naar beneden kwam voor wat frisse lucht, een drankje en een sigaret, trok de zangeres naast me de stoute schoenen aan en zocht de sessieleidster op. Beteuterd kwam ze terug. Ze mocht wel zingen, maar dan wel als laatste. En laatste zijn betekende twee uur lang wachten. Als het tenminste niet uitliep.

Ze bedankte voor de eer. We dronken nog wat en spraken af voor een andere sessie, die nog niet zo druk bezocht werd. Toen we uitgedronken waren en zij naar huis ging, waagde ik nog een poging. Ik wurmde me dit keer door de mensenmassa heen en vond een stoel. Stikheet was het er, maar de sfeer zat er goed in. En hoewel het me in eerste instantie doodeng leek om hier te zingen, was ik er nu wel voor in. Ik gebaarde naar de sessieleidster. Ze schudde nee. Vol.

Op sessies zingen is verdomd lastig, hoorde ik die avond. Je moet jezelf opdringen, zeuren om een liedje te mogen zingen, je eigen plek veroveren. Als het zo druk is, is dat niet gemakkelijk. Ik ondervond het die avond. Ik haalde bij het zien van de drukte mijn schouders op en mompelde 'laat maar'. Net als een handjevol andere zangeressen.

De romantiek van 'even' naar een sessie gaan en het podium opstappen was verdwenen. Wilde ik volgende maand wél zingen dan moest ik me opdringen. Dus gaf ik me na afloop, toen ik met de sessieleidster bitterballen at en een drankje dronk, op voor de volgende maand. Ze vond het grappig en moest hard lachen, maar ik kwam er niet mee weg. Dus voor de volgende maand: ruim op tijd komen en zeuren! Heel veel zeuren!


22-11-2004

Cadeautje:

"Liefde is een cadeautje," zegt mijn collega altijd. Ik ben het met haar eens, maar eigenlijk vind ik liefde boel ingewikkeld. Verwachtingen, teleurstellingen, rekening houden met elkaar, in elkaars leven duiken zonder té afhankelijk te worden, imperfectheden en verschillen accepteren, je eigen leven niet onder laten sneeuwen. Het gaat me allemaal niet even gemakkelijk af. En hoe meer liefde ik in mijn leven voorbij zie komen, hoe meer ik daarbij stilsta. Omdat ik niet meer dezelfde 'fouten' wil maken. Maar dat betekent ook dat ik er te krampachtig mee bezig kan zijn. Dan analyseer ik me suf. Terwijl liefde zich niet aan wetten en regels houdt en in het leven is geroepen om van te genieten. Maar hoe ouder ik word, hoe lastiger ik dat vind. De drempel die ik over moet is in de loop der jaren veranderd in een torenhoge berg. Eenmaal aan de top is er rust, veiligheid zelfs. Het uitzicht ademloos. Maar de weg ernaartoe is verradelijk, op z'n tijd onbegaanbaar, gevaarlijk, kwetsbaar. Het is niet dat ik daarom bewust vrijgezel ben. Maar genieten van mijn leven als vrijgezel gaat me veel makkelijker af dan genieten van de liefde. Geen gedoe, geen sores, geen gezeur, geen confrontaties, geen pijn. Tenminste, niet van of door een wederhelft. "Liefde is een cadeautje," zegt mijn collega altijd. "Het vrijgezellenleven ook," zeg ik dan.


21-11-2004

Zoals het is:

Soms kloppen dingen gewoon. Dan komen ze op het juiste moment langs. Alles valt als vanzelf op z'n plek. Je omhelst het moment. Om het vast te houden. Te koesteren. Je geniet zoals je nog nooit genoten hebt. En dan weet je. Dan voel je. Dat het goed is zoals het is.


20-11-2004

Uit zwemmen:

Hij vertelt dat hij zwemt. "Hé, ik ook!" roep ik enthousiast. Waarop hij voorstelt om samen te gaan zwemmen. Ieks! Sámen zwemmen? Mijn enthousiasme verdwijnt als hagel voor de zon (voor de mensen die het gister niet gezien hebben: het hagelde zo hevig dat de stad onder een dik pak hagel lag, tot de zon ging schijnen).
"Ik zie er niet uit in het zwembad," vertel ik, "ik draag een badmuts en dat staat echt voor geen meter." Hij haalt zijn schouders op en lijkt niet onder de indruk. "Ik heb ook nog een zwembril op," probeer ik, "ik lijk wel een alien!"
"Ik draag ook een zwembril," antwoordt hij kalm.
Het is duidelijk. Ik moet grover geschut inzetten. "Ik heb ook nog een geel oordopje in mijn linkeroor. Hééél raar." Zo. Dat lijkt me overtuigend genoeg.
"Zaterdag tien uur?"
Doemscenario's zwemmen door mijn hoofd. Hij in een miniscuul zwembroekje waarvan de achterkant versleten is, ik een snotje in m'n neus als ik boven water komt en hij voor me staat (zwemmen maakt snotterig), afknappen op borsthaar, vetrollen, rare tenen. Nee nee nee! Ik wil niet zwemmen met iemand die ik net heb ontmoet en op het eerste gezicht best leuk lijkt! Het is tijd om over te stappen naar nog grover geschut. Eerlijkheid. Ik vertel, hij luistert. Als ik klaar ben schudt hij het hoofd. Ik hoor hem denken: "Vrouwen!"
Maar mijn eerlijkheid leidt hem naar de juiste vraag. "Volgende week dan maar, same time same place?" Ik knik gretig. Mission accomplished.


19-11-2004

Sarah:

Mijn broer was vroeger lid van OOR. Ik heb ze allemaal nog. Keurig opgeborgen in een la in het groene kastje van hout, op mijn kamer op de boerderij. Van onschatbare waarde, omdat ze grote invloed hadden op mijn muzieksmaak.

OOR liet me kennis maken met onbekende zangeressen, die amper naam hadden gemaakt in Nederland. Het werd een sport. Ik las recensies, schreef namen op en stapte een platenzaak of bieb binnen. Ik luisterde naar de stemmen en kocht wat me aansprak. Eerlijk is eerlijk, ik kickte erop dat ik zangeressen in huis had die niemand kende.

Zo kocht ik cd's van Heather Nova. Tori Amos. En Sarah McLachlan. Ik bleef cd's kopen tot ze 'beroemd' werden. Ik strandde bij Oyster (Heather), Under the Pink (Tori) en Fumbling Towards Ecstasy (Sarah). Als beroemdheid leken ze allemaal een muzikale weg in te slaan die mij niet kon bekoren. Ik verloor interesse. Maar ze live zien spelen, dát wilde ik nog wel. Vooral omdat ik destijds niet altijd in de gelegenheid was om naar hun optredens te gaan.

In 1995 was ik bij Heather en kreeg een herkansing in 2003. Tori zag ik pas in 2001. Sarah zag ik in 1999 in Paradiso. Het was een showcase, een optreden om meer bekendheid te verwerven. Met haar korte koppie zat ze achter de piano en maakte indruk. Ik was toen al enigszins afgehaakt, maar wilde haar nog graag een keer mét band zien optreden. Dus zat ik gisteravond samen met een echte Sarah-fan in de Pepsi Stage. Op rij vijf in het midden. Geweldige plaatsen!

Maar jee, wat zag ze er anders uit. En wat keek dat standbeeld die achtergrondzangeres chagarijnig. En... en... wat speelde iedereen individualistisch. En jemig, wat waren de gitaarmannen aan het egotrippen. En waar was het plezier! Nou goed, ze lachten af en toe naar elkaar, maar iedereen bleef keurig op zijn eilandje zitten. En waarom hoorde ik de stem van Sarah wegvallen in de muziek? Ik vind echt niets vervelender als naar een zangeres komen luisteren wiens stem wegvalt.

Toegegeven, het was een goed concert. Retegoed zelfs. Zeer professioneel. Ze zong zelfs veel van mijn favoriete nummers. Maar het kwam niet binnen. Ze raakte me niet.
Een tikkeltje teleurgesteld ging ik naar huis. De Sarah van nu is niet meer de Sarah van vroeger. Thuis luisterde ik naar 'Fumbling Towards Ecstasy'. Een zweem van herinneringen kwam opzetten. Toen pas raakte ze me. Toen pas kwam ze binnen.


18-11-2004

Overtuiging:

Hij kan goed zingen. Marcel heet 'ie (als ik het goed heb onthouden). Hij doet mee aan Avro's Sterrenjacht, een programma dat op zoek is naar hét multi-talent op gebied van zang en dans. Een verademing na het schreeuwerige Idols en Popstars - The Rivals. De kandidaten zijn talentvol en krijgen opbouwende kritiek. Als ze worden afgewezen is het vaak alleen omdat ze er nog niet klaar voor zijn, niet omdat ze niet kunnen zingen (ik heb de kandidaten overigens nog niet zien dansen). De kritiek die ze krijgen helpt hen op weg en boort ze geenszins de grond in.
Maar ik wilde het hebben over Marcel. Marcel is een man en mannen zijn schaars bij audities. Alleen daarom al heeft 'ie een goede kans denk ik. Qua stem moet het wel lukken. Maar aan het eind van het programma krijgt hij te horen dat hij niet door mag. Niet vanwege zijn kwaliteiten. Maar omdat hij niet in zichzelf gelooft. En dat fiks je niet even.
Ik zie het in zijn ogen tijdens het zingen. De onzekerheid. De vraagtekens. De angst. Ik schrik ervan dat ik het zo duidelijk kan zien. Want dat betekent dat het publiek dat ook bij mij ziet. Vooral als ik in de clinch lig met noten.
"Jouw eigen overtuiging zorgt ervoor dat je stem volgt," zegt mijn zangjuf wijs. Zo simpel is het. Is de overtuiging weg, dan is de stem ook weg. Was het ook maar zo simpel om het geloof op te roepen. Eén keer met de vingers knippen en klaar is kees. Maar dat is het niet. Het is erin groeien. Om op een dag te beseffen dat het er is.


17-11-2004

Structuur:

De man met de hamer kwam vanochtend langs. Ik probeerde hem van me af te schudden door Nurofen als ontbijt te nemen. Het mocht niet baten, hij blijft maar hameren op het feit dat ik mijn structuur kwijt ben door de latertjes van de afgelopen weken. Ik luister en weet. Ik moet beter naar mijn lichaam luisteren. Om zo de structuur terug te krijgen.


16-11-2004

Gemakzuchtig:

Vriend A. zegt altijd dat ik veel te veel aangebroken potjes in de koelkast bewaar. Zelf valt het me niet zo op. Ik open een potje en als er nog iets in zit dump ik het in de koelkast. Om er vervolgens nooit meer naar om te kijken.
Gister was mijn koelkast toe aan een ontdooibeurt. Ik ontdeed hem van zijn inhoud en telde. Tien potten appelmoes. Zeven potten pesto. Twee potten snijboontjes. Eigenlijk staan die potten daar alleen maar omdat ik te lui ben ze schoon te maken. Dus zet ik ze uit zicht. Om het later op mijn bordje te krijgen. En A. gelijk te geven.
De koelkast ontdooien is op z'n zachtst gezegd een rotklus. Handdoeken worden ingezet om het overtollige water op te vangen. Etenswaren bederven (want zo koud was het niet vannacht). En 's nachts schrik ik me de pleuris omdat er brokken ijs naar beneden vallen.
Maar vanochtend zag het vriesvak er weer groot uit en kon het brood er weer in. De koelkast ging aan. Nu staan er op mijn aanrecht nog 19 potjes te wachten op de grote schoonmaak. Zou ik hier iets van leren? Een volgende keer de potjes meteen schoonmaken? Ik betwijfel het. De gemakzucht zal een volgende keer wederom winnen. Zonder moeite.


15-11-2004

Ochtend:

Ik heb het de afgelopen dagen geprobeerd. Avondmens zijn. Laat slapen. Laat opstaan. Pas aan het eind van de middag op gang komen. Om dan de werkzaamheden (lees: huiswerk) af te kappen wegens verplichtingen buiten de deur. Heel even ging het goed. Donderdagnacht: half drie. Vrijdagnacht: half twee. Toen ik zaterdag vroeg opstond (laat opstaan wilde nog niet zo lukken) voelde ik me fris en fruitig. 's Avonds werd ik culinair verwend door vrienden en ook dát hield ik vol. Maar eenmaal thuis verlangde ik meer dan ooit naar mijn bed. Twaalf uur viel ik als een blok in slaap.
De volgende dag begon ik wederom fris maar iets minder vrolijk. De latertjes hadden hun sporen achtergelaten. Ik raakte geïrriteerd. Wilde rust aan mijn kop. Maar de hele dag zat vol afspraken. Werk. Jazz-sessie. Eter. Ik worstelde me door de dag. Hoofdpijn. Ongedurig. Liet de sessie voor wat het was. Ruimde mijn huis niet op voor de eter. Die daar gelukkig geen problemen mee had.
We aten aardappelen, speklapjes en rode bieten met appelmoes. Keken naar het nieuws over de illegale houseparty die bruut werd verstoord door een fel woedende brand. 's Ochtends had ik op mijn werk de rook over de stad zien trekken. Vreselijk. We bleven hangen voor de tv. Keken bij gebrek aan beter naar Miss Nederland. Lagen beide versuft voor de buis. Uitgeteld.
Ik ging die avond om elf uur naar bed. En stond vanochtend vroeg op. Ik schreef een stukje en ging naar het zwembad. En bedacht dat ik gewoon weer ochtendmens wil zijn. Omdat het heerlijk is om 's ochtends wakker te worden. Om je ogen te openen en de zon te zien schijnen. Om de vogels te horen fluiten en de markt opgebouwd te horen worden. Om erbij te zijn als de dag ontwaakt.


14-11-2004

Genaaid:

De mededeling werd niet officieel aangekondigd. In plaats daarvan werd het gewoon verteld alsof het de doornormaalste zaak van de wereld was. Ik zie mezelf nog staan in de keuken. Mijn zus bij de kachel, mijn moeder bij de tafel. Toen de woorden die me door de grond deden zakken.

"Sinterklaas bestaat niet."

Ik weet niet meer hoe oud ik was. Ik gok een jaar of acht. Jarenlang had ik mijn schoen bij de kachel gezet. 's Ochtends rende ik naar beneden om te kijken of Sinterklaas me niet was vergeten. Dat was hij nooit. Na een aantal jaar verruilde ik mijn schoen voor mijn klomp. Want daar kon hooi in, en een grote winterpeen. Voor Americo. En zo te zien vond Americo het lekker, want er bleef geen sprietje hooi achter. Achteraf was het natuurlijk mams die het hooi terugbracht naar de hooizolder. En de boel stofzuigde.

Ik kon het niet geloven dat de liefste mensen ter wereld me jarenlang hadden voorgelogen. Ze hadden een spelletje met me gespeeld en ik was er met open ogen ingetrapt. Maar er vielen ook dingen op zijn plaats. De grote doos met cadeau's die we naast de schuur vonden terwijl er een auto het erf afreed. En Sinterklaas rijdt toch echt geen auto! Nee. Pake en beppe wel.

Eigenlijk vind ik het van de zotte om al die goedgelovige kindekes in iemand te laten geloven die niet bestaat. Maar tegenwoordig maak ik me er zelf ook schuldig aan. En moet ik eerlijk toegeven: het is best leuk om ze voor de gek te houden. Om ze te laten zoeken naar de zak met cadeautjes die de Sint heeft verstopt. Ik hoop alleen dat mijn nichtje en neefjes zich niet zo genaaid zullen voelen als ik destijds wanneer ze te horen krijgen dat die meneer met de baard en de rare jalaba nep is.


13-11-2004

Beretrots:

Eigenlijk had ik geen flauw idee van wat er precies ging gebeuren. Wasbeer ook niet. De redactie van het programma evenmin. En of het doorging was nog maar de vraag. Eén terroristische actie en het onderwerp zou van de tafel worden geveegd.
Maar een terroristische actie bleef, gelukkig, uit en zo kwam het dat Wasbeer als genodigde in het publiek bij het programma B&W zat. Om te praten over de ziekte ME. Dit naar aanleiding van de uitlatingen van professor Buunk, die ME als 'modeziekte' bestempelde.
Samen met Edwin woonde ik de live-uitzending bij. Hanneke Groenteman (jee, het leek wel een weblogmeeting) leidde de discussie tussen professor Buunk en ME-patiënte Christine van Reeuwijk, schrijfster van het boek 'Wie weet morgen'. Buunk had veel woorden nodig om zijn punt te maken, maar overtuigde allerminst. Christine haalde fel naar hem uit en verwoordde haar argumenten luid en duidelijk. Een internist en een reumatoloog mochten het nog even proberen, maar de sterkste woordkeus kwam naar mijn mening van Wasbeer, oftewel Eelco van Tuyll. Samen met Christine snoerde hij professor Buunk terecht de mond.

Het moge duidelijk zijn dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de ziekte ME. En dat er nog veel moet gebeuren om begrip te kweken. Dit programma heeft in ieder geval een steen(tje) bijgedragen.

Herhaling: maandag 13.15 uur op Nederland 1 of klik hier om de uitzending online te bekijken (voor de nieuwsgierigen onder ons, ik heb een roze t-shirt aan ;-).


12-11-2004

Even passen:

Ik zocht in het kledingrek naar de goede maat en nam het shirt waar ik mijn oog op had laten vallen mee naar de paskamer. In de winkel was verder niemand. De verkoopster zette thee in het keukentje dat zich achter de toonbank bevond.
Ik verdween in een aftands hokje dat zich pashokje mocht noemen en trok het armoedige gordijn achter me dicht. Verdorie. Geen spiegel. Ik trok het shirt aan en gluurde langs het gordijn de winkel in. Niemand te zien. Ik snelde naar de spiegel. Kijkend naar mijn beeltenis ontspanden mijn spieren zich. Het shirt stond goed.
Tevreden liep ik terug naar de paskamer. Maar op het moment dat ik het gordijn opzij wilde schuiven liet de verkoopster haar schelle stem horen. "Ben je aan het passen?" Ik draaide me om. Daar stond ze. Voor de toonbank. Haar armen in de zij. Een geïrriteerde blik in haar ogen. "Eh ja?" antwoordde ik. "Dat moet je eerst wel even vragen hoor!"

Maar mevrouw de verkoopster. Dit is toch een kle-ding-win-kel. Met pas-hok-jes. En in een kle-ding-wink-el met pas-hok-jes is het toch lo-gisch dat klan-ten hun kle-ding wil-len pas-sen al-vo-rens tot koop over te gaan?

Ik zou willen dat ik dat gezegd had. Maar, beduusd als ik was, kwam er niet meer uit mijn mond dan een nauwelijks verstaanbaar 'oh sorry'. Deemoedig trok ik me terug in het pashokje, kleedde me om, betaalde het shirt, schonk haar een verkrampte glimlach en liep verbolgen de winkel uit. Zonder gedag te zeggen.


11-11-2004

Ani & Robtheblob:

Hij mailt me een korte beschrijving van zichzelf. Inclusief outfit. Zodat ik hem kan herkennen als hij me ophaalt van mijn werk. Ik mail hem een nog kortere beschrijving van mezelf. Aangeven wat voor kleding ik zal dragen is zinloos. Mijn keuze zal nog tig keer veranderen voor ik naar mijn werk ga.

Een kwartier voor het afgesproken tijdstip belt een collega, die net het pand heeft verlaten, me op. "Er staat een smoezelig type voor de deur. Hij heeft een witte broek aan en een petje op." Ze giechelt. "Ik hoop niet voor je dat dát hem is!" Ik ben vergeten wat hij had gezegd over zijn kleding en hou mijn hart vast als ik een kwartier later met andere collega's naar buiten ga. Maar de jongen met de witte broek en het petje is in geen velden of wegen te bekennen. Gelukkig. Maar verder is er ook niemand te zien. "Hij is fashionably late," roept mijn collega. Oh, noem je dat tegenwoordig zo.
We wachten samen. Bestuderen elke man die we zien. Zou dat hem... Nee... Of misschien... Nee... Toch? Ik verwacht dat mijn mobiel elk moment zal afgaan omdat de mannen die we bestuderen voortdurend naar hun mobiel grijpen. Maar er gebeurt niks. Dus stuur ik een sms-je. Hij belt terug en vertelt waar hij staat. Ik draai me om en zwaai naar hem. Aan de overkant van de straat zwaait hij terug.

We laten de kou achter ons en laten ons opslokken door de zwetende mensenmassa in de Melkweg. Ani DiFranco treedt op. Ik ken haar niet, hij heeft een paar cd's van haar, maar vindt ze niet allemaal even overtuigend. We drinken een biertje en luisteren naar het voorprogramma Gail Ann Dorsey. Hoe leuk, stoer en goed ze ook is, wij willen Ani! Ons wachten wordt echter ruimschoots beloond. Als ze opkomt spatten de vonken van haar af. Wat een te gek wijf! Ze speelt vurig, overtuigend en met lef. Het publiek is zo te horen dol op haar. Ze joelen. Wij niet, hoe leuk we Ani ook vinden. Wij drinken bier en kletsen tussen de nummers door met elkaar. Soms ook tijdens een nummer. Maar we worden vermanend toegesproken door het meisje achter ons. Oh. Ssst.

We verlaten het concert voor het afgelopen is, want de trein naar het noorden des lands wacht niet. We spreken af om een volgende keer naar de kroeg te gaan. Zonder al te harde muziek. Waar we kunnen kletsen zonder op de vingers getikt te worden. Met bier dat hopelijk in een langzamer tempo genuttigd wordt. En gelukkig voor hem stijgt het bier pas op de weg naar huis naar mijn hoofd.


10-11-2004

Zwart:


09-11-2004

Neef:

Mag ik u even voorstellen, dit is mijn neef. Mijn neef trekt zich niets aan van de kou of van het feit dat het november is. Hij vindt het zo gezellig om mij te bezoeken dat hij blijft komen. Gisteravond maakte ik een foto van hem. Om hem voor eeuwig op de gevoelige plaat vast te leggen. Zodat hij voor altijd bij me is. Hij bleef keurig netjes zitten. Waste zijn pootjes, zijn vleugels en zijn steekinstrument. Ik had een vermoeden wat hij ermee wilde doen vannacht, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hem de deur te wijzen.
Maar vannacht, om kwart voor vijf, werd ik wakker van zijn gezoem. Ik dacht nog dat hij met me wilde kletsen. Maar toen gebeurde er iets naars. Hij stak me. Ik wist dat het kon gebeuren, maar had niet verwacht dat hij daadwerkelijk tot deze gruwelijke daad zou overgaan. Na de daad ging hij naast me zitten. Zonder schaamte begon hij zijn steekinstrument te wassen, dat onder het bloed zat.
Opeens had ik genoeg van mijn neef. Ik werd verblind door woede en pakte het dichtsbijzijnde voorwerp. BENG. Daar lag neef. Dood. In een plasje bloed. Míjn bloed. Ik zei 'dag neef' en begroef hem in de vuilnisbak. Knipte het licht uit en legde mijn hoofd op het kussen. Voor ik in slaap viel dacht ik aan al mijn andere neven die me vroeger of later zouden komen opzoeken. "Alsof ik zo'n leuke tante ben," prevelde ik. Toen vertrok ik naar dromenland. Daar waar het vrij was van neven.


08-11-2004

Ruimte:

Het is altijd spannend om naar een feestje te gaan waar je, op het feestvarken na, niemand kent. Maar voor het feest van vriendin J. had ik me opmerkelijk genoeg niet zenuwachtig gemaakt. Behalve op de fiets ernaar toe zette ik vraagtekens bij mijn actie. Maar ik fietste zo hard dat ik de vraagtekens al snel van me afschudde. En ik dacht, zo voelen mensen zich dus die geen angst voor feestjes hebben. Die gáán gewoon.

Er zijn genoeg vreselijke programma's op tv. Eén daarvan wordt gepresenteerd door Angela Groothuizen. Ik ben de titel vergeten, maar in dat programma ondergaat een vrijwillig slachtoffer live een therapiesessie. Ik herinner me een meisje, dat geen vrienden had omdat ze te verlegen was om contact te maken met mensen. "Je bent gewoon niet geïnteresseerd in andere mensen behalve je vriend en je oom!" riep de huispsycholoog. Haar ogen spuwden vuur, inwendig ontplofte ze. Maar vooruit, ze ging erover nadenken.

Ik stelde me voor aan de mensen op het feestje. Ik wilde alles van ze weten. Hoe ze heetten, waar ze J. van kenden, waar ze woonden, wat ze deden in het dagelijkse leven, waar ze zich naast hun werk mee bezig hielden. J. sprong daar perfect op in door iedereen uitgebreid voor te stellen. Dat klinkt misschien suf, maar het werkte fantastisch. De aandacht is op één persoon gericht, die, ook als diegene wat stiller is, gehóórd wordt. Ik heb vaak genoeg feestjes meegemaakt waar één iemand alle aandacht opeiste. Vreselijk irritant. En er ontstaan per persoon discussies, die niet de hele avond duren omdat iedereen weet dat de andere mensen in de kamer ook nog aan bod komen.

Ik was, met die huispsycholoog in mijn achterhoofd, bijna opgelucht dat ik oprechte interesse toonde. Maar ik zag ook dat die interesse ontstond door de openheid van de anderen, die mij niet de mond snoerden door het hoogste woord te hebben. Een verademing. En erg geruststellend voor mijn vrees voor feestjes met onbekenden.

Opgelucht als ik was had ik de uitspraak van de huispsycholoog met de grond gelijk gemaakt. Want ergens van binnen was ik bang was dat zijn woorden op mij van toepassing waren (des te meer reden om nooit meer naar zulke programma's te kijken, voor je het weet heb je je tig problemen aan laten praten). Interesse heeft ruimte nodig. Ruimte die je sámen creëert.


07-11-2004

Fructis:

Hartstikke goedkoop, deze Fructis (3 stuks voor 5 euro op de markt). Ik moest alleen bij de marktkoopman wel even navragen voor welk haar deze crèmespoeling is.


06-11-2004

Ons kent ons:

Het is een feest der herkenning als ik bij haar ben. Omdat we honderduit kunnen kletsen over 'ons' stukje Friesland. Niet dat we elkaar kenden toen we daar nog woonden. Maar ergens moeten we elkaar zijn tegengekomen. In de stampvolle kroeg op vrijdagmiddag, vaste prik na (of tijdens) school. Of in de discotheek op zaterdagavond, waar we al voor negenen acte de présence gaven (vrij entree voor negenen).
Maar als ze vertelt op welke jongen uit haar klas ze een oogje had kom ik niet meer bij. "Zat HIJ bij JOU in de klas?" roep ik uit.
"Ja, hoezo, wat dan, ken je hem?"
"Ik heb met hem gezoend!!"
Schaterend van het lachen liggen we onder de tafel, die duidelijk te klein is voor ons kent ons.


05-11-2004

Afhaalchinees:

Ze kan nooit onthouden of ik wel of geen pindasaus bij de bakabana wil. De kroepoek kan er nog net mee door, maar is nooit vers. De groente smaakt heel af en toe naar schimmel. Maar het geeft niet. Want ze zijn goedkoop. En ze zitten om de hoek. En over het algemeen genomen smaakt het eten prima. Het bonnetje neem ik altijd mee naar huis. Zodat ik thuis nog even kan puzzelen op welke tekens voor welke gerechten staan:

1 gebakken rijst
1 kipfilet met ananas in zoetzure saus
2 bakabana
1 cassava kroepoek
(over de volgorde kan gecorrespondeerd worden)


04-11-2004

Naannn:

"Mag ik wat vragen, waar ligt het naanbrood?"
"Graanbrood ligt bij het brood mevrouw."
"Nee, ik bedoel NaaNbrood."
(tegen collega) "Maanbrood, weet jij waar dat ligt?" (collega haalt schouders op) "Nee, mevrouw, we weten het niet, u kunt het beter aan mijn andere collega vragen."
"Meneer, weet u waar het naanbrood ligt?"
"Hier ligt al het brood, dus daar zou maniebrood bij moeten liggen."
(kleine zucht) "Nee, het is naannnbrood en dat ligt niet bij de broden."
"Wacht, ik vraag mijn collega van het brood even." (ik huppel achter hem aan) "Deze mevrouw wil malibrood, verkoop jij dat?"
"Het is naanbrood, N-A-A-N."
"Nee, mevrouw, dat bak ik niet vers, dat ligt niet bij de broden."
(diepe zucht) "Dat weet ik! Het ligt meestal bij de macaroni enzo, maar nu zie ik het niet liggen. Het zijn van die platte stukjes brood."
"Ooh, nu weet ik wat u bedoelt. Loopt u maar even mee."
(voor het schap met pasta e.d. loopt hij heen en weer) "Oh, sorry mevrouw. Het is op."


03-11-2004

De Plek:


02-11-2004

Luguber 1:

Wakker worden en dan horen en lezen dat Theo van Gogh is vermoord. Sprakeloos. Onthutst. Kwaad. Machteloos. Kut. Héél erg kut.

Luguber:

info


01-11-2004

Ambitie:

Ze ziet er mooi uit. Arrogant, zelfverzekerd, maar mooi. Als ze klaar is met zingen legt ze haar lange haren over haar linkerschouder en zet haar handen in haar zij. Ze kijkt naar Mathilde Santing. Open voor kritiek. Niet bang om het te ontvangen. Ze straalt een sterk geloof in zichzelf uit.
Zestien jaar is ze nog maar. Vanaf haar vijfde wist ze dat ze musicalster wilde worden. En zo te horen en te zien heeft ze al hard gewerkt om haar doel te bereiken. Ik weet niet hoe het zat met uw ambitie op uw vijfde, maar ik geloof dat ik nog op mijn fietsje door de stal reed en riep dat ik boerin wilde worden zonder er verdere aandacht aan te besteden. Maar op je vijfde weten dat je musicalster wilt worden en er vanaf dat moment aan gaan werken, dát is ambitie.
Gelukkig voor haar heeft ze alles mee. Een fabuleuze stem en een aantrekkelijk uiterlijk. Ze is zestien, maar oogt volwassen. Ze heeft lef. Staat stevig in haar schoenen. Kan de wereld aan.
Ze volgt de aanwijzigingen van Mathilde zonder morren op. Doet wat haar gevraagd wordt en gaat nog overtuigender zingen. Ik vind het retegoed, maar tegelijkertijd irriteert het me. Omdat ik een hekel heb aan musicalzang. Dat gaat alleen maar om hard-harder-hardst. Climax op climax. Ook haar arrogantie irriteert me, maar die portie is wél nodig om de top te bereiken. Een gouden toekomst als musicalster ligt binnen haar bereik. En dat weet ze.


2003

2004

2005

2006