30-09-2004

Full-colour:

De winter komt eraan en ik neem mee: de zomer. Huh? De zomer? Jazeker, de zomer! Hm, het klinkt als de reclame van de hypotheker, maar ik was gewoon bij Vero Moda. De Vero Moda-winkels schieten als paddestoelen uit de grond. Dat is mooi, want ik koop graag Vero Moda-kleding zolang mijn portemonnee dat toelaat. Ik liep binnen, keek rond, paste en kocht. Een paarse ribrok. Blij huppelde ik naar huis, naar mijn paarse laarzen die vast en zeker bij mijn rok zouden passen. Maar ik was vergeten dat paars en paars niet matcht. In ieder geval niet het paars van mijn laarzen met het paars van mijn rok. Er zat maar één ding op. De rok terugbrengen. Nieuwe laarzen kopen! Ik zocht en liet mijn oog vallen op de schattigste snoezigste roze laarsjes die ik ooit had gezien:

Ik trok ze aan, voelde hoe ze aan mijn voeten voelden, zong 'get my new boots on' uit het liedje 'Winter' van Tori Amos, en was verkocht. Ik leek een beetje op een eskimo-meisje (de vlechten ontbraken er nog net aan), maar dapper als ik was trok ik mijn nieuwe outfit aan en stapte met kordate stevige passen door de straten van Amsterdam. Aukje in full-colour. Pink - paars - pink.
Het viel me op dat passanten alleen maar oog hadden voor het roze aan mijn voeten. Maar ik liet me niet kisten en stak in gedachten mijn tong uit. Naar hun zwarte broek, hun bruine schoenen en hun grijze jas. Mijn duim stak ik op naar kleurige mede-passanten. Het is herfst, de winter komt eraan, maar waarom laten we toch de kleuren die we in de zomer droegen thuis? Ik ga in ieder geval tijdens de donkere maanden van het jaar voor veel kleur. Ik heb zelfs een roze winterjas. Visgraat, dat wel, dus ik licht nog net niet op in het donker. En misschien vroeg u het zich al af. Roze - roze. Nee, mijn roze jas en roze laarzen matchen ook al niet met elkaar. Hoe een simpele rok een hele garderobe kan veranderen (want natuurlijk heb ik nu een nieuwe winterjas nodig).


29-09-2004

Vingers:

Ik ga op mijn buik liggen. In gedachten zeg ik hem dat ik last heb van mijn rug en dat ik het heerlijk zou vinden als hij me zou behandelen. Als op commando zet hij zijn vingertoppen in mijn nek, op mijn kaak en op mijn wang en drukt voorzichtig. De druk verdwijnt even, maar is later weer merkbaar. Ik weet niet precies hoe of wat hij doet, maar het lijkt helend te werken. Na een tijdje loopt hij om me heen en behandelt de andere zijde van mijn hoofd en nek op dezelfde manier. Zijn energie lijkt via zijn vingertoppen mijn lichaam binnen te dringen. Ik ben compleet van de wereld, verlamd, overgeven is het enige dat ik kan. Soms doet het pijn, maar ik laat hem begaan. Omdat ik me er ergens van binnen beter door voel.
Als zijn behandeling erop zit open ik mijn ogen. Ik lig op mijn rug. Langzaam dringt de omgeving tot me door. Ik kom weer tot leven.

Ik speel met de gedachte dat hij mijn lichaam zou kunnen helen als ik dit nachtelijks zou dromen. Want als ik opsta zijn mijn rugklachten daadwerkelijk verdwenen. Voor heel even dan.


28-09-2004

Schijn bedriegt:

Het publiek schaarde zich bijeen onder een provisorisch opgezette tent om te schuilen voor de regen. Een man, waarvan ik vermoedde dat het bier rijkelijk door zijn aderen vloeide, hield zijn hoofd schuin en zijn ogen gesloten. Hij wiegde zijn heupen heen en weer en zong zachtjes mee. Een kind keek me vragend aan voordat het onder het podium kroop. Even later rende het weg, op de vlucht voor een ander kind. Ik glimlachte, zette de microfoon aan mijn mond en liet de klanken van mijn stem door de wind meevoeren.
Tot mijn grote vreugde ontdekte ik bekenden in het publiek. Zangers en zangeressen die ik kende van school, en een vriendin. Allemaal hadden ze onthouden waar en wanneer ik moest optreden. En allemaal hadden ze de moeite genomen om, ondanks het slechte weer, langs te komen. Mijn vriendin, die haar handen diep in haar jaszak had weggestopt, kreeg gezelschap van een onbekende vrouw. "Goh, dat meisje heeft helemaal geen last van podiumvrees," fluisterde de onbekende in haar oor. "Schijn bedriegt," antwoordde zij.

De storm in mijn maag ging pas liggen toen ik het podium verliet. De regen hield aan.


27-09-2004

Cultuurschok in Oost:

We bakkeleiden over waar we gingen eten. Afrikaans, Grieks, Italiaans of Chinees? Het werd de Griek, maar als ik had geweten wat me daar te wachten stond was ik er niet zo happig op geweest.
We werden hartelijk ontvangen door echte Griekse dames die op één na allemaal Nederlands spraken. Ze waren stoer en liepen in stevige pas door het restaurant. Ze namen onze bestellingen op en lieten ons lang wachten op wat voortreffelijk eten bleek te zijn. Het nagerecht werd met handen en voeten besteld bij de dame die geen Nederlands sprak. Het woord bananasplit kende ze, maar koffie verkeerd en dame blanche waren te moeilijk voor haar, zodat ze zichzelf genoodzaakt zag de woorden over te schrijven van de menukaart.
Na het toetje vroegen de rekening, maar de serveerster bood ons een drankje van het huis aan. Iets dat we niet konden weigeren. De thee en koffie lieten lang op zich wachten, al duurde het niet lang voordat we wisten waarom. Want na tienen werd er feest gevierd, en hoe meer zielen, hoe meer vreugd. De eigenaar draaide de volumeknop open en greep de microfoon. Hij playbackte of zong vals met een Griekse zanger mee. Een serveerster had een glimmend topje aangetrokken en draaide verleidelijk met haar heupen. We klapten enthousiast mee maar schrokken ons wild toen de eigenaar borden kapot liet vallen op de grond. De eerste vijf werden netjes in de hand kapot gemaakt, maar vervolgens vlogen de borden in het rond. Een oud Grieks gebruik, leerde ik.
De heupwiegende serveerster kreeg opdracht van de baas om de restaurantgangers aan het dansen te krijgen. We gingen overstag en dansten voorzichtig op de met scherven bezaaide vloer. Af en toe werden we opgeschrikt door rondvliegende borden, die voor onze voeten in tientallen stukken uiteen vielen.
Uiteindelijk wisten we na veel moeite het restaurant te verlaten, zodat de suizende oren die sommige hadden opgelopen een welverdiende stilte kregen.

Toegegeven, de inwijding in de Griekse traditie vond ik bijzonder, maar de meditarrane en passionele sfeer die de Grieken aan ons 'opdrongen' was als een cultuurschok voor een nuchtere Fries die gewoon honger heeft en wil eten. Volgende keer stem ik voor de Afrikaan.


25-09-2004

1..2..3..4..:

Ze oogt lief en bang als er bezoek is. Haar glanzende gitzwarte haren en stevige bouw maken van haar een plaatje. Soms laat ze zich helemaal niet zien. Dat is vooral het geval bij mannen. Pas als een man wat vaker langskomt durft ze haar schuilplaats te verlaten om op onderzoek uit te gaan. Ruiken aan zijn tas. Zijn schoenen. En soms zijn hand. Maar een onverwachte beweging doet haar schrikken en terugrennen naar de veiligheid die ze eerder had gevonden. Sommigen vinden haar daarom stom. Ik verdedig haar dan. Zeg dat ze bij mij heel anders is. Brutaal. Knuffelig. Speels.
Maar vandaag is de koek op en geef ik de mannen gelijk. Pixel ís stom. Erger nog, Pixel is een monster, een sekreet. Speciaal geboren om mensen het leven zuur te maken. Ze gebruikt mijn behang als krabpaal. Ook moet de zitting van de stoel het ontgelden. Ze vertikt het om te spelen met speelgoedmuisjes. Veel liever ontleedt zij ze. De kastdeur moet ik afsluiten omdat mevrouw anders de deur openklauwt en haar neus in mijn prullenmand steekt. Héél soms (ik prijs mezelf gelukkig met héél soms) plast ze buiten de kattenbak. Haar laatste doelwit was de videorecorder, die zich er gelukkig niets van aantrok. De handleiding kon ik echter weggooien.
Ze verstopt mijn pennen en potloden, kauwt op boeken en mappen alsof ze een hond is en maakt me 's nachts verscheidene keren wakker om te spelen.
Maar vanochtend maakte ze het echt te bont. Ze sprong van de televisie naar de schoorsteenmantel. Niet lángs mijn kandelaar, maar tégen mijn kandelaar. Ik zag de kandelaar vallen, stond op, rende ernaartoe, maar was niet snel genoeg. Een kussen brak de val, maar ook de kandelaar. Ik telde tot tien. Tot twintig. Tot vijftig. Ik vervloekte Pixel, maar vooral mezelf. Want tot nu toe was het goed gegaan, maar ik wist natuurlijk allang dat de kandelaar op een gevaarlijke plek stond.
Een volgend exemplaar (dat wordt weer struinen over de vlooienmarkt) zal ik aan de muur vastketenen. En Pixel? Die bevindt zich in een dwangbuis op zolder. Eigen schuld.


24-09-2004

Menselijk in de Ikea:

"Dit is een bericht voor de ouders van Jessi, Jessi wil graag opgehaald worden bij Småland." Ergens in de Ikea kijkt een stel elkaar zuchtend aan en laat hun bezigheden voor wat ze zijn. Op weg naar de ballenbak discussiëren ze over wiens schuld het is dat de bezigheden voortijdig gestaakt moesten worden. Tijd gaat veel te snel als er gebekvecht wordt. "Kijk, dat stel," fluistert G. in mijn oor als we bij de gordijnen staan, "ze stonden zonet bij de bedden en hij werd helemaal afgezeken door haar. Je kan wel merken wie thuis de broek aan heeft." De man staat er inderdaad wat beteuterd bij en sloft gewillig achter zijn vrouw aan.
Een bezoek aan de Ikea moet voor velen een nachtmerrie zijn. Niets anders dan oeverloos getrouwtrek en ongegeneerd bekvechten kleuren de dag. G. en ik vermaken ons echter prima en ploffen op een willekeurig bed in een klein maar keurig ingericht kamertje neer. We blijven even liggen en moeten toegeven dat deze boxspring wel érg lekker ligt. Nu alleen de combinatie van de matrassen nog bepalen. Plots stuift een ander stel briesend voorbij. "Ik had je nog zó gezegd dat je dat níet moest doen!" Hij schreeuwt fluisterend. De vrouw die met een bezweet voorhoofd voor hem loopt kijkt geïrriteerd achterom en struikelt bijna over een kinderwagen.
"Zouden wij ook ruzie hebben gemaakt als we een stel waren?" vraag ik G. "Nee," zegt hij stellig. Want G. vindt het asociaal dat geliefden elkaar zo afzeiken.
"Volgens mij kan een relatie daar wel tegen. Misschien is het juist lekker om irritaties op elkaar af te reageren," probeer ik voorzichtig. Ik kan het me in ieder geval levendig voorstellen.
"Ik vind het in ieder geval niet normaal," zegt G.
Ik denk na over zijn woorden. Want wat heeft het eigenlijk voor nut om irritaties af te reageren op de ander? Zo'n actie is alleen maar bedoeld om jezelf beter te laten voelen. Egoïstisch is het. Onzuiver. Maar wel heel menselijk.


23-09-2004

Anoniem gastlogje:

Ze vond het spannend zei ze, dat ik kwam logeren. Afslag Veldhoven. Bij het tankstation naar rechts. Ze deed zelf de deur open. Haar vader gaf me een hand.

Haar vader had het niet zo op Belgen. Wel op Elsschot, en op Russen. Dostojevski natuurlijk, maar ook Hotz. F.B. Hotz. Ik dacht: wat heeft ze lieve oogjes.

Ze vroeg of ik mee naar haar kamer ging. We draaiden omstebeurt een liedje. We zaten naast elkaar op bed. Er stond een boom voor het raam. Haar lievelingsboom, de berk, stond daarachter. Ik dacht: laat ik maar niet steeds romantische liedjes kiezen.

Ik mocht in haar bed slapen. Zij sliep bij haar broer. En haar vader sliep op zolder.

"Ik ga nooit onder de douche," zei ze de volgende ochtend, "ik ga altijd in bad." Ze zei ook: "Ik heb nooit een vriendje zonder witte sokken gehad." Het ontbijt bestond uit speltbrood. We dronken appeltjesthee. We deden het rustig aan die dag.

We keken video. We lazen berichtjes op internet. De lunch bestond uit gebakken rijst. Ik vertelde over mijn spruitjestrauma. Van mijn ouders moest ik ze altijd eten, hoe hard ik ook huilde. Van haar mocht ik ze laten staan. Ik dacht steeds: jij kan nooit écht zo leuk zijn.

"Zal ik jullie naar het winkelcentrum brengen?" vroeg haar vader. Nee, we deden het rustig aan die dag.

Ik wou persé even naar buiten. De wind blies ons bijna omver. "Ik weet niet meer wat verliefd zijn is," zei ik haar. We zaten op een bankje. Het schemerde en het was koud. Zij zei: "mijn moeder praat veel te vaak over sex."

We hadden geen zin om te slapen. Knuffelhond Rufus lag tussen ons in. Ik vroeg of haar handen nog koud waren. Ik mocht voelen.

Hoe meer ik sprak, des te stiller werd zij. Een kus voelde aan als een vloedgolf. Mijn maag voelde aan als een storm.

"Al haar vrienden zijn halve zolen," sprak haar vader. Hij keek me lachend aan. Met ons drieën zaten we aan tafel. "Wij bidden altijd voor het eten."

Ze liet me de zolder zien, en de boekenkast. Ze liet me foto’s van haar vriendinnen zien. Ze stelde me voor aan haar konijnen, waarvan er een een punkkapsel had. "Bruno is vandaag wat van slag," zei ze, "want Billy Bob zit hem steeds te pesten."

Toen ze zei dat ze ooit een cursus Chinees had gevolgd moest ik lachen. Dat begreep ze niet. Ze begreep ook niet dat ik nog nooit van Kombucha had gehoord. Ze liet me haar Kombucha zien. Een slijmerige paddestoel in een pot met geel water. "Heel gezond hoor," zei ze, "goed voor je darmflora!"

Ze vond me lief, zei ze. Ik dacht: waar blijft het addertje? Waar blijft de verborgen camera?

Later die dag moest ik naar huis. Ik kon meerijden met Mark. Met mijn voeten op het dashboard luisterde ik Franse muziek. Mijn hart was bijna vloeibaar. Ik viel nog net niet in slaap.

Vanochtend keek ik uit het raam. Er zat een grote vogel op het balkon. Een jonge buizerd keek me spottend aan. Ik mocht dichterbij komen. Ik mocht zelfs een foto maken. Pas na vijf minuten vloog hij weg.

Ik was niet eens verbaasd. Ik dacht: zou het de geest van Ralph Inbar zijn?


22-09-2004

Bezuinigen:

Elk jaar weer is het een strijd. Het moment waarop ik de kachel aan ga doen. Ik probeer het uit te stellen tot de streefdatum 17 oktober is bereikt. Dat is nu nog 25 nachtjes slapen. Mijn lichaam is het daar niet mee eens. Die schreeuwt wanhopig om warmte. Dus neem ik maatregelen. Overdag gaan de ramen, die altijd op een kier staan, dicht. Een extra paar sokken wordt uit de kast gehaald. Ik trek een fleecetrui aan en wikkel mij in een fleecedeken die maar een beetje extra warmte geeft. Ik roep de katten bij me in de hoop dat ze tegen me aan gaan liggen. Pixel luistert naar mijn wens en rolt zich op bij mijn voeten. Het beste plekje om warmte af te geven. Scooszi haalt zijn neus op en zoekt zijn eigen plek. Ik hoor hem denken. 'Mietje.'
Ik klem mijn vingers om een mok thee en laat de damp mijn hoofd verwarmen. Als ik door de telefoon spreek klinkt mijn stem bibberig. Geen twijfel mogelijk. Mijn lichaam heeft het koud. Maar ik vertik het om in september de kachel aan te doen. Nog even wachten. Nog even volhouden. Nog even proberen te bezuinigen.


21-09-2004

'Suske en Wiske op literatuurlijst'

door Annelieke Dijkstra

De strips van Suske en Wiske zouden niet misstaan op de literatuurlijst van middelbare scholieren. Vooral jongens moeten de kans krijgen ook minder 'hoogstaande' boeken te lezen, zodat ze het plezier in lezen niet verliezen.
Dit zeggen de sociale en literatuurwetenschappers F.F.H. Nelck en W.A. Schlundt Bodien, die promotie-onderzoek deden naar het leesgedrag van jongens en meisjes op de middelbare school. "Jongens hebben veel meer dan meisjes de behoefte om avonturenboeken te lezen, waarvoor ze volgens veel leraren te oud zijn", aldus Nelck. "Maar als je hun literatuur opdringt, lezen ze met tegenzin en uiteindelijk vaak helemaal niet meer. Dat is zonde."
De vereniging van docenten Nederlands is het daar niet mee eens. Volgens voorzitter R. van de Kraats is het juist de taak van leraren kinderen te laten kennismaken met andere boeken dan die van thuis. "Een goede leraar laat zijn leerlingen zien dat er meer is dan strips en avonturenboeken. Juist als je hen voorschotelt wat ze al kennen, haken ze af."
Nelck: "Helaas zijn er heel veel kinderen die thuis helemaal nooit lezen."

bron: Algemeen Dagblad


20-09-2004

Overweldigend:

Ik besloot een nummer te zingen dat ik vorig jaar op sessies altijd had vermeden vanwege de hoge noten. 'The nearness of you'. Maar ik zou beginnen met 'Everything happens to me'. Omdat ik zeker wist dat ik dat nummer goed kon zingen. Ging het echt niet, dan kon ik het podium altijd nog verlaten. Ging het wel, dan zou ik 'The nearness of you' daarna ten gehore brengen.
Ik was zenuwachtig. Maar op het podium voelde ik me goed. Erg goed zelfs. Naarmate het nummer vorderde voelde ik me steeds zekerder en kon mijn arm zelfs vrij bewegen op het ritme van de muziek. In mijn oren klonk mijn stem goed. Het publiek keek ik aan. Ik had me nog nooit zo vrij gevoeld op een podium.

'The nearness of you'. Ik moest even diep adem halen want de zenuwen staken de kop op. Ik begon. En ik begon goed. Ik sloot mijn ogen wat vaker om me op de techniek te concentreren. Bij makkelijke gedeeltes opende ik mijn ogen om het publiek aan te kijken en de intensiteit van het nummer over te dragen. Het eind naderde. De hoge noten kwamen in zicht. "Zacht inzetten," dacht ik, "en dan volume proberen te maken." Het lukte niet zo goed als tijdens het oefenen met mijn combo, maar het ging stukken beter dan de andere keren dat ik hoge noten voor een publiek zong. Ik haalde ze allemaal. Zonder met mijn stem te wiebelen.

Ziels- en zielsgelukkig liep ik van het podium af.

Ik kon het niet geloven. Ik had me er het hele vorige jaar tijdens de sessies met een Jantje van Leiden van afgemaakt. Later binnenkomen op de sessie zodat het meeste publiek al naar huis was. Makkelijke nummers zingen. Duo's zingen. Eén nummer zingen en dan snel van het podium af.
Nu had ik eindelijk het vertrouwen gevonden om een moeilijk nummer uit te voeren. Om vroeg te komen. Om twee nummers te doen. Om hoge noten te zingen. Om er te staan.

Man-wat-ben-ik-trots-op-mezelf. Altijd lag ik in de clinch met die hoge noten. Nu heb ik mezelf eindelijk bewezen dat ik het kan op een podium. Het gevoel van overwinning is overweldigend.

Ik ben er nog lang niet. Maar het vruchtbare begin is er.


19-09-2004

Oubolligheid:

De oud-wethouder van Amsterdam Geert Dales mag zich burgemeester van Leeuwarden noemen. Kort na zijn intrede laat hij meteen van zich spreken en zet Friesland op zijn kop met stevige woorden. Volgens hem kan Friesland niet de toekomst ingaan met oubollige cultuur. Onder oubollig verstaat hij ús mem, ús heit en Mata Hari. "Het zijn niet de dragende krachten van het 21-eeuwse Leeuwarden. Nostalgie naar vroeger tijden en het rijke dorpsleven brengt deze provincie en haar hoofdstad nog verder op afstand van het land."
Meneer Dales heeft zich meteen onsterfelijk gemaakt door op deze manier tegen het Friese cultuurgoed aan te schoppen en zich de woede van de Friezen op de hals te halen. Iemand die zulke uitspraken durft te maken moet stante pede gelyncht worden. Volgens hem hebben Mata Hari, ús mem en ús heit de Leeuwarders niets te bieden. Nee, dan de fotomanifestatie Noorderlicht. Dát is de cultuur die we moeten uitdragen. Er hangen foto's van Friezen die de Arabische wereld hebben gefotografeerd. Erg interessant, maar ik durf te wedden dat het de Friezen minder op hebben met foto's van de Arabische wereld dan het verhaal van Mata Hari.
In mijn gedachten rijst de vraag hoe een Amsterdammer het in zijn hoofd haalt om aan het Friese cultuurgoed te morrelen. Ik hoop van harte dat Friesland ongeschonden uit de strijd komt na zijn ambtsperiode.


18-09-2004

Oneliner:

'Angst heeft vleugels'.


17-09-2004

"Wij gaan weer naar school"

Ik ga weer naar school en dat betekent dat de drukte zijn intrede heeft gedaan. Ik vraag me meteen af hoe T, die veel oefent met zijn instrument, er een sociaal leven op na houdt. "Niet," antwoordt hij. Dat belooft wat. Zelf zit ik ook al in de knoei met mijn sociale leven. Een vriendin kwam eten. Heel gezellig en hartstikke leuk (ze bracht zelfs prachtige bloemen voor me mee!), maar van oefenen kwam niets terecht. Vandaag zit volgepland, zondag ook (gelukkig wel met repetities en sessies) en maandag is mijn zangles al. Zaterdag blijft over. Er staat nog niets in mijn agenda. Een lege dag strekt zich voor mij uit. Er ligt nog een afspraak voor de film te wachten om ingepland te worden. Het zou zaterdag kúnnen. Maar ik wil zaterdag voor mezelf. Ik wil die dag om op mijn dooie gemakje mijn eigen dingen te doen.
Mijn sociale leven ligt misschien aan gort, maar met mijn zingen en muziektheorie gaat het in ieder geval de goede kant op.


16-09-2004

Nivedano:

"Kom maar bij me schat."
"Ben je niet bang schattebout?"
"Nee schat."
"Toch wil ik je voorbereiden. Het is onze eerste huwelijksnacht en ik wil niet dat je schrikt. Ga maar liggen, dan ga ik buiten de kamer staan en laat ik telkens een stukje van mijn lul zien door de kier van de deur. Dan moet jij zeggen of je er bang voor bent of niet."
Ze gaat liggen en ziet hoe hij de kop van zijn lul door de kier naar binnen steekt.
"Ruby, ben je al bang?"
"Nee schat."
Hij schuift zijn lul een stukje verder naar binnen.
"Ben je nu bang schattebout?"
"Nee hoor schat, kom maar verder."
"Oké, dan kom ik nu de trap op."

Nivedano. De mensen in de zaal beginnen op hun stoel hun lichaam los te schudden en vullen de ruimte met geschreeuw.

Nivedano. Iedereen houdt abrupt zijn mond en zit stil. Alsof er niets gebeurd is.

De man met de baard mompelt nog wat en dan verschijnt de aftiteling van het programma in beeld. "De kunst van het luisteren".

Mijn god. Waar heb ik in vredesnaam naar gekeken? Ik zoek op internet naar de programmering van de Amsterdamse Zender Salto en zie staan: Osho. Ik zoek verder op internet en vind.

Osho is Bhagwan Shree Rajneesh. Een man die aanbeden en uitgekotst werd. Een verlicht meester in de trant van Jezus en Socrates. Door 21 landen geweigerd of het land uitgezet. Vergiftigd door Amerika. Verzamelaar van rolls royces terwijl hij zich afzette tegen het materialisme. Hij is de man die ik dit verhaal zag vertellen. Het is een oude opname, want Osho is in 1990 gestorven. Hij vertelt het verhaal stoïcijns, zonder glimlach, zonder emotie. De mensen in de zaal lachen, als zitten ze bij een cabaretier. Maar dit vunzige verhaal heeft een doel. Het is een zogenaamde 'joke'. Osho is de eerste spirituele leraar die hier gebruik van maakt. Osho vindt dat mensen in slaap zijn gesukkeld, dromen of vastzitten in nachtmerries. Door middel van jokes probeert hij de mensen wakker te schudden:

All my efforts here, sutras or jokes, are nothing but means to wake you. Sometimes the joke can look crude, it can look obscene, but to me, nothing is obscene. Everything is just beautiful as it is. The obscene is an interpretation of the mind.

Het volgende zegt hij over het gebruik van het woord 'fuck':

It is one of the most beautiful words. The English language should be proud of it. I don't think any other language has such a beautiful word. It is one magical word: just by its sound it can describe pain, pleasure, hate and love. And it is very healthy too. If every morning you do it as a Transcendental Meditation—just when you get up, the first thing, repeat the mantra "Fuck you!" five times—it clears the throat. That's how I keep my throat clear!

Ik moet toegeven dat de 'joke-methode' van Osho werkt. Ik was gelijk wakker. Wat betreft de mantra 'fuck-you', dat lijkt me toch meer iets voor een aflevering van Sex and the City.


15-09-2004

Beestenboel:

Elk jaar zijn ze er weer. De zwaluwen die zich nestelen in onze oude stal of onder de luifel. Elk jaar weer maken ze een prachtig kunstwerk van klei en takjes. Vader en moeder vliegen af en aan en als de kleintjes geboren zijn vullen ze hun opengesperde bekjes aan de lopende band. Soms koekeloeren we mee, want het blijft een mooi gezicht.

Kleine zwaluwen worden groot en dan wordt het proppen in zo'n nest. Hoog tijd om uit te vliegen dus, zoals deze zwaluwen, die wachten op hun vliegles. En misschien komen ze volgend jaar hier terug, om zelf een stekje te knutselen.


14-09-2004

Varna:

"Gelukkig gaat alles goed met je vader, dat is toch het allerbelangrijkste."
"Ja, dat is waar," mompel ik. Maar ís het wel waar? Ik moet toegeven van wel. Mijn vader is inderdaad belangrijker. Maar wil ik deze zin horen? Nee. Want ik interpreteer de zin als volgt: "Die hond van jullie is niet belangrijk, jammer dat 'ie doodgaat, maar het hoort erbij hè."
Het verbaast me trouwens hoeveel mensen het laatste gedeelte van die zin hardop durven te zeggen. Je zegt toch ook niet tegen een nabestaande: "Jammer dat je familielid dood is, maar het hoort erbij hè?"
Ik begrijp wel waaróm mensen het zeggen. Omdat ze zoeken naar woorden van troost. "Ach kom op, je vader is veel belangrijker dan die hond, hait heeft de operatie goed doorstaan en daar gaat het om. Maak je niet druk om die hond." Ik ben blij dat het goed gaat met mijn vader. Ik zou niet anders willen. Maar dat neemt niet weg dat ik verdriet heb om de dood van Varna. Varna is net als mijn vader onderdeel van het meubilair van de boerderij. Zonder haar is alles anders. Als ik straks weer thuiskom is er een leegte, net als bij Nora, onze andere hond, toen zij vorig jaar overleed. Ik weet dat het went, tijd heelt wonden en laat ons wennen aan de nieuwe situatie, maar pijn doet het wel en het lijkt alsof mensen die pijn willen wegnemen door dit soort stompzinnige zinnen. Die zinnen geven me echter geen troost maar slaan me hard in het gezicht. Pats. Tegenstrijdig is het feit dat ik weet dat ze gelijk hebben. Maar liever wil ik dat ze gewoon hun mond houden of zeggen dat het rot is. Want dat is het.

* december 1994, Rijswijk - † september 2004, boerderij van mijn ouders
ras: Leonberger


13-09-2004

Aan de beademing:

Ik kwam hem tegen toen ik mijn ouders achterliet op de ziekenzaal en naar de boekwinkel in de centrale hal liep om een tijdschrift te kopen. De dokter. Of de co-assistent, want hij zag er jong uit. Hij had zijn witte doktersjas uitgedaan en zette zware apparaten op een kar. Tijdens het sjouwen hield hij zijn ogen op mij gericht, tot hij met de kar door de klapdeuren verdween. Ik zuchtte, viel nog net niet in katzwijm en drukte op het knopje van de lift. De lift in het ziekenhuis was traag. Verschrikkelijk traag. Na een paar minuten wachten gleed de deur eindelijk open en stapte ik in. De liftdeur sloot zich, maar werd op het laatste moment tegengehouden door een hand. Zijn hand.

Daar stonden we dan. Tegenover elkaar, met onze rug tegen de wand. Samen alleen. De lift zette zich in beweging. Ik luisterde naar het zoemende geluid ervan. Het hypnotiseerde me. Net als zijn ogen, die verraadden wat hij wilde.

Woorden hadden we niet nodig. We wisten genoeg.

Toen de liftdeur langzaam opengleed haalde hij net op tijd zijn tong uit mijn mond.


12-09-2004

Meubilair:

De eerste dag dat ik op de boerderij ben valt het me meteen op. Vooral als mijn moeder en ik met zijn tweeën aan tafel zitten te eten. Er zit niemand tegenover haar en niemand rechts van mij. De stoel is leeg, de zwarte sloffen staan keurig op hun plek te wachten om gebruikt te worden. Maar niemand doet ze aan. Want hait is weg.
Hait en de boerderij zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar. Heel af en toe zijn die twee van elkaar te scheiden. Onder druk, dat wel. Een trip naar Frankrijk, een trip naar Drenthe en nu voor het eerst een trip naar het ziekenhuis. Een andere wereld, waar hij niet thuishoort. Maar wie wel?
Na een paar dagen komt hij weer thuis. Fit en gezond en boordevol verhalen. Meteen pakt hij de draad weer op, want een boer kan niet stilzitten en toekijken. Een boer moet doen.
De sloffen worden weer gebruikt, de stoel is weer bezet. Zonder hait is alles anders en onwennig, met hait is alles hetzelfde en vertrouwd. Hait is het meubilair van de boerderij, dat nooit weggegooid dient te worden. Hait moet gewoon voor altijd op zijn plek blijven.


11-09-2004

Laat me nog even:

Het is mooi weer. De zon schijnt en ik kan door het gat in de heg naar de weg kijken. Het liefst zou ik achter alle fietsers en auto's aanhollen en naar ze blaffen om ze weg te jagen, zoals ik altijd heb gedaan. Ik was een goede en trouwe waakhond. Mensen waren bang voor mij, omdat ik eruit zag als een beer. Eigenlijk ben ik heel lief en doe ik geen vlieg kwaad, maar weten zij veel. Nu ben ik bijna tien, bejaard en heb een lichaam dat niet meer wil. Het is te ziek. Maar mijn koppie kan ik nog optillen, mijn oren kan ik nog spitsen en mijn reukorgaan werkt nog prima. De omgeving houd ik nog altijd goed in de gaten, zoals een hond betaamt. Als het baasje langskomt om te knuffelen kwispelt mijn staart. En hoewel ik geniet van mijn laatste dagen, want zelf weet ik ook wel dat het zo niet langer kan, hoor ik mijn baasje zichzelf afvragen of het geen tijd is om de veearts te bellen. Maar laat me nog even. Ik vind het heerlijk hier. Ik heb geen pijn en wil morgen gewoon wakker worden. Ik wil niet voor altijd gaan slapen.

Nog niet.


05-09-2004

In Friesland:


04-09-2004

Weerspiegeling:

In mijn hoofd sneeuwt het. Grote witte vlokken smelten op mijn uitgestoken tong. Ik knijp mijn ogen toe en voel hoe de vlokken op mijn wimpers neerdalen. Witte sneeuw verandert in druppels water en rolt over mijn wang naar beneden om op de vloer uiteen te spatten.

In mijn hoofd schijnt de zon. Felle evenwijdige zonnestralen dansen om mijn lichaam. Ik knijp mijn ogen toe en voel hoe de warmte mijn huid streelt. Grote witte vlokken verdwijnen als sneeuw voor de zon. Een verlangen kietelt, tevredenheid nestelt zich in een glimlach.

Zon voor de sneeuw.


03-09-2004

Halo op hol:

Ik wilde echt waar eerlijk waar alleen maar een hele nette comment op mijn eigen site plaatsen.


02-09-2004

Nog een keer!

Ik schat de situatie in. Vier trappen. Elk tien treden. Een file van blote benen en natte konten. Haarspeldbochten. Regels. Een opvangnet. Angstige kinderen die niet meer durven. Eigenlijk durf ik ook niet. Maar ik wil wel. Dus trotseer ik mijn hoogtevrees. Ik adem diep in en pak de leuning van de trap stevig vast. En klim. Hoger en hoger. Af en toe duizelt het me. Maar kijk eens naar buiten, het uitzicht is geweldig. Laat ik me daar maar op focussen dan. Het gaat. Maar de file moet wel opschieten anders ga ik terug. Voetje voor voetje schuifelen we verder. Eindelijk boven. Het stoplicht staat op rood. Even springt het op groen. Een kind verdwijnt en gilt. Rood. Het volgende slachtoffer staat klaar. Groen. Weer gegil. Nu ben ik aan de beurt. Ik hou het stoplicht nauwgezet in de gaten. Rood. Rood. Rood. Ik kijk naar de durfal achter me. Hij knikt. Voor mij een teken om te gaan en het rode stoplicht met permissie te negeren. Ik zet af. En ga. Ik gil niet. Wel word ik duizelig van de haarspeldbochten. Het einde is in zicht. Het water vangt me op. Ik schud de overtollige druppels van me af en sta op. Vastberaden loop ik naar de trap en pak de leuning wederom stevig vast. Ik klim naar boven en laat me weer slachtoffer zijn van mijn eigen hardnekkige wil.

Vandaag ren ik nadat ik baantjes heb getrokken naar de trap met de veertig treden. Het is rustig. Ik klim zonder vrees naar boven en laat me naar beneden glijden. In het waterbassin kan ik een lach niet onderdrukken. Nóg een keer!!!


01-09-2004

Shot:

Een jaar geleden kreeg Scooszi gezelschap van een klein stoer continu spinnend poekie. Pixel heette ze. Na een korte gewenningsperiode stoven ze elkaar achterna in de kamer of lagen gebroederlijk naast elkaar op het kussen. "So happy togethééérrr". Het duurde niet lang voor Pixel ziek werd. Wormen. En weer ziek werd. Oormijt. Ze knapte op, maar toen was Scooszi aan de beurt. Niesziekte. Hij werd beter, maar toen werd Pixel weer ziek. Niesziekte en een pijnlijk pootje. Ze kregen allebei een kuur om te voorkomen dat ze elkaar weer zouden aansteken. Pixel kreeg een pijnstiller voor haar pootje, dat uiteindelijk vanzelf genas.

Het duurde even, maar uiteindelijk stoven ze allebei gezond en wel door de kamer. Ik was inmiddels blut, maar blij.
Vandaag attendeerde de dierenarts mij erop dat het hoog tijd is om de twee schavuiten hun jaarlijkse shot toe te dienen. En dat voor het luttele bedrag van 42,- euro per kat. Ik twijfel. Want hoewel Scooszi vorig jaar was ingeënt kreeg hij toch niesziekte. Dus hoeveel helpt een inenting dan? En omdat mijn katten niet buiten komen lopen ze niet direct gevaar om ziek te worden.

Ik denk dat ik het risico neem. Ik laat ze niet inenten. Tenzij iemand mij van het nut kan overtuigen.


2003

2004

2005

2006